'Zonder passie lukt niets'
"Als de druk oploopt, verdringt het hoofd het hart. En dan kan het weleens fout gaan." Dat geldt wat Kim Dillen betreft voor zowel haar sport als haar werk.
Dit artikel is verschenen in Accountant Q2, 2016
Bekijk alle artikelen uit dit nummer
Natuurlijk is ze “heel erg van het meten” - Kim Dillen is per slot van rekening accountant. Daarnaast is ze atlete. “Dus kijk ik tijdens het lopen heel vaak op mijn horloge. En ik ben ook nog eens een schemafreak”, lacht ze.
Bij het komende EK Atletiek in Amsterdam vertegenwoordigt Dillen Nederland op de halve marathon. Ze bedrijft topatletiek, al heeft ze zelf de neiging dat anders te zien. “Ik leef niet het leven van een echte atleet”, laat ze zich bijvoorbeeld ontvallen. En: “Ik maak maar de helft van het aantal kilometers dat topatleten trainen.”
Een fulltime baan als interne accountant van het Máxima Medisch Centrum in Eindhoven is inderdaad niet de typische dagbesteding van een ‘echte atleet’. Dillen is in meer opzichten een uitzondering. Zo is ze ‘al’ 33 jaar. Vijf, zes jaar geleden had ze geen flauw vermoeden dat ze zich ooit voor internationale toernooien zou kunnen kwalificeren.
De stap om na jaren van eenzaam lopen weer bij een atletiekvereniging aan te sluiten, pakte toen uitzonderlijk goed uit. Nu kan ze zelfs hardop dromen over de Olympische marathon van Tokio, over vier jaar. “Een laatbloeier ben ik, ja. Het was nooit een doel, nooit een plan, het was geen kinderdroom of iets dergelijks. Maar nu ben ik zo ver gekomen en nu denk ik wel: dan wil ik ook alles eruit halen wat erin zit, nu ga ik er ook voor en nu durf ik.”
Leerschool
De jaren waarin ze in haar eentje sportte, waren ook de jaren waarin ze bij PwC werkte, waar ze mkb-ondernemingen, gemeenten en zorginstellingen in portefeuille had en - aan Nyenrode - de RA-opleiding volgde. “Het was gewoon keihard werken en twee keer in de week om zeven uur op de atletiekbaan verschijnen, dat lukte simpelweg niet. Ik had een collega die zo gek was dat hij weleens om elf uur 's avonds met mij meeliep, maar ik was toch vooral alleen bezig.”
De harde leerschool van een big four-kantoor was haar aangeraden door een mentor van de hbo-opleiding accountancy die ze volgde. “Jezelf bewijzen in zo'n omgeving is een grote uitdaging. Ik was een teruggetrokken, wat verlegen meisje en zij was ervan overtuigd dat het goed voor mij zou zijn die uitdaging aan te gaan. Het bleek de beste keus te zijn die ik kon maken, want die jaren hebben mij zonder meer gevormd tot wat ik nu ben en kan.”
Haar sportieve ontwikkeling verliep min of meer parallel daaraan. “Het heeft elkaar zeer zeker versterkt. Ik leerde zowel in mijn werk als in het lopen hoe je doelen kunt stellen en hoe je die kunt bereiken door een gestructureerde aanpak. En ik zag, door mijn persoonlijke groei, mijn prestaties op beide vlakken verbeteren.”
In het lopen uitte zich dat in de genoemde voorliefde voor schema's. “Die maakte ik zelf, maar toen ik me bij de atletiekvereniging meldde, werd ik daar min of meer uitgelachen. Want ze waren veel te zwaar, ik putte mezelf voortdurend uit. Met betere schema's, met meer aandacht voor rust en herstel, en met de geweldige trainingsgroepen daar, gingen mijn prestaties toen met sprongen vooruit.”
Zorg
De stap naar Eindhoven Atletiek viel ongeveer samen met de carrièrestap die Dillen maakte van PwC naar het Máxima Medisch Centrum. “Het was vooral de zorgsector die mij trok. Ik kwam ermee in aanraking bij PwC, maar wat zich echt afspeelt in een organisatie zoals een ziekenhuis, welke keuzes de mensen daar moeten maken, de complexiteit van het geheel; daar heb je als buitenstaander toch minder zicht op. En dat wilde ik wél, ik zocht wel die diepgang, ik wilde de complexiteit ervan echt kunnen doorzien.”
Als interne accountant kan dat, vindt ze. “Recent bijvoorbeeld de problematiek rond de declaraties van ziekenhuizen, nu de thematiek van dure geneesmiddelen: als interne accountant kun je daar echt je tanden inzetten en dan kun je van meer betekenis zijn voor een organisatie dan in die externe rol.”
Haar sport was geen argument PwC achter zich te laten. “Nee, het was de dynamiek, de interne politiek en de complexiteit van de zorg die mij trok.” Wat ze mist uit haar tijd bij PwC is het team. “Ik sta er nu min of meer alleen voor, in ieder geval is er maar een persoon verantwoordelijk voor mijn ontwikkeling en dat ben ik zelf.
Bij een groot kantoor is dat anders: daar maak je deel uit van een omvangrijk team en het aanbod aan allerlei ontwikkelingstrajecten is groot. Dat gemis voelde ik wel.” Een gemis dat ze deels dus goedgemaakt heeft door op sportief vlak juist wél de samenwerking met anderen - het team - op te zoeken.
Evenwicht
Zo vullen werk en sport elkaar aan, vindt Dillen. “Ik zou het niet kunnen, alleen maar hardlopen. Bij trainingsstages leef ik weleens een week of twee samen met hen, de atleten die niets anders doen. Die zijn dan bezig met het weer, met wat ze zullen aantrekken en zo… Nee, niks voor mij. Niet te moeilijk doen, gewoon gaan rennen.”
Maar werk en sport mogen elkaar completeren, Dillen wil er niet aan dat haar werk dan vooral de ratio in haar leven vertegenwoordigt en het lopen de emotie. “Bij alles wat je doet gaat het uiteindelijk toch om je drive, om je motivatie, om de passie? Echt, zonder passie lukt niets.”
Vervolgens is het wel belangrijk, zegt ze, dat ‘hoofd en hart’ in evenwicht zijn bij wat je doet. “Als de druk oploopt, verdringt het hoofd het hart. En dan kan het wel eens fout gaan.” Ze ziet dat in haar werk. “Of het nu urendruk is, commerciële druk, regeldruk of kwaliteitsdruk: je ziet dat accountants daardoor de passie, het plezier kunnen verliezen en dat is niet goed.”
En Dillen ziet dat ook in haar sporten. “De druk loopt op door zo'n Europees Kampioenschap. De laatste jaren was mijn loopbestaan al redelijk geregisseerd, dat is nu alleen maar meer geworden. Ik moet in de gaten houden dat er ruimte blijft voor het voelen van de vrijheid en het plezier van het hardlopen. Dat is niet altijd makkelijk.”
EK Atletiek Amsterdam
Kim Dillen (1983) loopt op zondag 10 juli 2016 de halve marathon op het EK Atletiek in Amsterdam. Ze kwalificeerde zich voor dat kampioenschap door vorig jaar de halve marathon van Dronten te winnen in 1.12.50, twintig seconden onder de limiet. Eerder werd ze onder meer tweede op het NK 10 kilometer en twee keer derde op het NK halve marathon. Op de marathon heeft Dillen een tijd staan van 2.36.35, uit 2014. “Als de limiet voor Tokio in 2020 op bijvoorbeeld op 2.30 uur wordt gesteld, dan zie ik mezelf ooit nog wel als Olympiër”, zegt ze.