Brandend water
Toen ik 2,5 was stierf mijn vader. Ik was de jongste in een gezin van vier. Mijn moeder had geen man en geen geld meer. Dat kwam omdat mijn vader als boer onverzekerd was, zoals zovelen in die tijd, en op het laatst van zijn leven een wonderlijke financiële beslissing nam en een groot deel van het geld investeerde in een agrarische zaadhandel.
Dit artikel is verschenen in Accountant Q2, 2016
Bekijk alle artikelen uit dit nummer
Hoe dat precies is gegaan, weten wij, kinderen, tot op de dag van vandaag niet. Wel dat er op enig moment iets niet okay was met een zakenpartner uit het dorp verderop en dat het geld ineens weg was. Mijn vader, op dat moment al ernstig ziek, had niet meer de kracht om er achteraan te gaan, mijn moeder had ook wel iets anders te doen. En zo ging uiteindelijk op het midden van het Groningse platteland het leven weer zijn gang, nu als eenouder gezin met hulp van de weduwen- en wezenuitkering.
Ondanks het feit dat er weinig geld was, had mijn moeder een aantal uitgesproken principes. Zo onderhandelde zij niet (‘die mensen moeten ergens hun geld mee verdienen’) en liep zij een winkel voorbij als er niemand binnen was (‘dan moeten ze speciaal voor mij naar voren komen’).
Jaren later heb ik een boekje geschreven over spanningen bij het zakendoen: Eerlijk scoren, de professionele basis tussen target en integriteit. Het verkocht, ondanks de nominatie managementboek van het jaar, voor geen meter. Maar ik werd wel uitgenodigd een dagdeel te verzorgen binnen een opleiding voor cfo's van niet de minste organisaties.
Het moest een inhoudelijke inleiding worden en vooral gaan over dilemma's rond targets in hun organisaties. Dus leek het mij een aardig begin om deze mensen te vragen wat de boodschappen waren die zij van huis mee hadden gekregen over geld en waarvan ze nu nog konden herleiden of die nog van invloed waren op hun dagelijkse functioneren als cfo. Gewoon als opwarmer.
Het viel he-le-maal stil. Ik had er niet meer naast kunnen zitten met mijn vraag. Alsof men water zag branden. Terwijl ik het zo'n ontzettend logische vraag vond en in de blijde veronderstelling verkeerde dat er natuurlijk een koppeling te maken viel met opvattingen over geld of zaken doen uit hun jeugdjaren. Maar de kloof die ter plekke ontstond tussen mijn vraag en het verwachte antwoord bleek onoverbrugbaar.
Ja, er was een vrouw, rechtsvoor, die enigszins begreep wat ik beoogde met mijn vraag en die ook heel lief begon te helpen. Maar we waren toen al te veel collectief in verwarring en de groep was, na twee dagen zeer inhoudelijk college van een belangrijke meneer en nu in de avond deze rare mevrouw, klaar.
Tuurlijk. Terugkijkend, had ik het heus anders moeten doen. Een goede inleiding met hoe officiële en minder officiële normenkaders van invloed zijn op je beslissingen. En hoe dat meeweegt als je in een situatie komt waar het niet helemaal eenduidig is wat juist handelen is. Om vervolgens alsnog mijn vraag neer te leggen. Maar ik houd ook mijn verwarring.
Zou het zo kunnen zijn dat deze mensen, deze cfo's, inderdaad in staat zijn hun eigen persoonlijke normen uit te schakelen? En is die vaardigheid dan het toppunt van professionaliteit of moeten we ons dan juist zorgen gaan maken om deze ontkenning van vormende invloeden op ons dagelijkse handelen?
Gelukkig kan ik uw antwoord in alle rust met een kopje koffie in de zon afwachten. Zo is er toch, ondanks alles, wel degelijk sprake van vooruitgang in het leven.
Margreeth Kloppenburg werkt als adviseur en spreker voor accountants en andere professionals. Ze doet onderzoek naar hoe professionals beroepsinteger leren handelen.