Wie stuurt de accountant?
Als cfo, financieel manager of controller de accountant sturen klinkt als een no go area. Want die accountant moet na een trits aan schandalen toch vooral zijn onafhankelijkheid behouden om de kwaliteit van de controle te waarborgen. Toch hoeft sturen niet negatief te zijn, zeggen betrokkenen.
Dit artikel is verschenen in Accountant Q1, 2016
Bekijk alle artikelen uit dit nummer
» Download dit artikel in pdf
Is de accountant nog te sturen? En zo ja, hoe doen controllers, financieel managers en cfo's dat dan? En is dat sturen verkeerd? Die vragen kwamen op na een column op Accountant.nl (28 oktober 2015) van Marianne van der Zijde, eerder hoofd Toezicht Kwaliteit Accountantscontrole bij de AFM, nu adviseur en trainer van accountantsorganisaties. Daarin verplaatste ze zich in een hoofd administratie die de accountant niet slimmer maakt dan strikt noodzakelijk. “Mijn punt is dat je je als accountant bewust bent dat je kunt worden gestuurd en dat je je controleaanpak daarop inricht”, schreef ze in de daarop volgende discussie.
Jim Emanuels, hoogleraar bestuurlijke informatievoorziening aan de Rijksuniversiteit Groningen, reageert. Hij vergelijkt de accountant met een scheidsrechter. “Als hij de regels niet kent, wordt hij gewoon gepiepeld. Je zult je daarnaast ook verder in de ratio en de interpretatie van de norm en de business van de klant moeten verdiepen. Verder is mensenkennis een must. Reageert iemand atypisch, dan kan dat een signaal zijn. Leer daarmee omgaan. Kom dat accountantshok uit. Praat met cfo's en financieel managers. Begrijp waarom ze willen sturen. Voor de competenties die bij dat spel horen, is al meer aandacht gekomen in de eindtermen van de accountantsopleiding.”
Choose your battles
Data-analyse en big data moeten het makkelijker maken bewijs voor de accountantscontrole te genereren, constateren zowel Van der Zijde als Emanuels. Die laatste: “Uiteindelijk kun je zelfs naar modellen toe op basis waarvan je kunt voorspellen wat de omzet doet of afwijkingen in de boekhouding kunt constateren.” Daarmee wordt de afh ankelijkheid van de accountant van het management wellicht minder, maar tot dan toe moet het spel worden gespeeld, zegt Emanuels. “Ga de dialoog aan. Kun je inschatten hoe een cfo of financieel manager in het spel zit? En: choose your battles wisely. Ga niet voor elk wissewasje de strijd aan.”
Joost van Buuren, universitair hoofddocent auditing en assurance van Nyenrode Business Universiteit, stelt dat de accountant per definitie wordt gestuurd. “Dat begint al bij het uitkiezen van de accountant. Wie kies je en op basis waarvan? Het management zal iemand willen die toegevoegde waarde kan leveren en de business begrijpt. De business begrijpen kan ook inhouden dat de accountant aggressive reporting accepteert, uiteraard opererend binnen de regels van de wet. Een raad van commissarissen zal uiteindelijk baat hebben bij een goede samenwerking tussen accountant en management, maar daarvoor is wel een goede klik nodig tussen accountant en management. Daarom denk ik dat het management altijd veel invloed blijft hebben op de benoeming van de accountant. Is de accountant eenmaal gekozen, dan volgt er een risk assessment van de accountant. Die laatste krijgt zijn informatie van het management. En wie kanaliseert de informatiestroom? Dat zijn vaak de cfo of de controller, want die zijn het eerste aanspreekpunt voor de accountant. Een goede accountant kijkt echter verder dan die informatiestroom en gaat met verschillende onderdelen van het bedrijf in gesprek. Daar ontstaat wel eens frictie. Een cfo die het gewroet van de accountant moeilijk kan hebben en hem terugfluit: Je bent er toch alleen om de jaarrekening te controleren?”
Ellende
De controlestandaarden zijn volgens Van Buuren ingestoken vanuit de gedachte dat de conceptcijfers goed zijn. “Maar zou je als grondhouding juist niet professioneelsceptisch moeten zijn? Zeker als het gaat over schattingsposten en verdisconteringsgrondslagen, is de accountant te afh ankelijk van het management en taxeringsspecialisten. Hij zou daar wat mij betreft ook zijn handtekening niet onder hoeven zetten. Want precies daar zit de ellende van tientallen jaren aan schandalen. Fair value is daar in essentie een discussie tussen management, waarderingsspecialisten en de accountant geworden. De accountant moet niet meer vertrouwen opwekken dan is gerechtvaardigd op grond van zijn werkzaamheden. En in de hervorming van het accountantsberoep ingezet in 2012 zie ik over dit onderwerp niets terug.”
Die waarderingsvraagstukken spelen bij de Rotterdamse vervoersorganisatie RET minder, stelt cfo Frank Hoevenaars. “Een station kan nu eenmaal niet worden verhandeld. Maar ik zie hier ook wel een toegevoegde waarde van een accountant die mij in contact kan brengen met een waarderingsspecialist die de juiste grondslagen hanteert.”
Adviserende rol
Hoevenaars is op het moment van spreken bezig met de afsluiting van de jaarcijfers. “De accountantscontrole moet niet iets zijn wat je overkomt. En je moet niet bang zijn om je te kwetsbaar op te stellen richting je accountant. Als het goed is, wil je namelijk als lerende organisatie stappen maken. En dus wil je niet alleen gebruikmaken van de toetsende, maar ook van de adviserende rol, de toegevoegde waarde van de accountant. Het is jammer dat daar, met de toenemende eisen van de AFM aan het dossier van de accountant, minder ruimte voor komt. De AFM moet ook blijven waken over het feit dat accountants door deze toenemende eisen meer bezig zijn met het op orde krijgen van hun dossier, dan het her- en onderkennen van de risico's.”
Ook John Pannen, directeur financiën en organisatie bij importeur Hemmink, ziet graag toegevoegde waarde van accountants terug in de controle. “Ik merk dat onze accountant daar ook open voor staat. Het proces van de jaarrekening staat niet op zichzelf. Je kunt de beste jaarrekening bouwen, maar als je organisatie niet lekker draait, dan heb je nog weinig in handen. Zo vond ik het dit keer prettig dat extra is gekeken naar een ERP-implementatie die we hebben gedaan. Hebben we de processen, die als basis dienen voor de controle, in dat systeem op orde?”
Check the box
Help de accountant waar je kunt. Die oproep doet Angela van Os, jarenlang bestuurslid bij NBA-VRC, de beroepsorganisatie van accountants in business. Ze is nu financieel manager bij veredelaar Dümmen Orange. “Je moet niet tegenover de accountant komen te staan.” Haar ervaringen uit het verleden spreken boekdelen. “In één situatie wilde de accountant zich zodanig profileren bij de dga dat er weinig oog was voor de risico's die ik aandroeg. Deze houding van de accountant biedt geen basis voor een open overleg met een organisatie. Ik vind dat de accountant juist aan de cfo moet vragen wat hij zelf zou controleren als hij de accountant was. Die vraag wordt nergens gesteld en dat is verontrustend.”
Gido Visser is vennoot bij Dubois & Co. Registeraccountants. “Om de interne beheersing bij een klant te toetsen vragen we nooit van tevoren documenten op bij de klant. Die selectie maken we bewust zelf. De verleiding zou kunnen ontstaan om documenten aan te passen, maar ik heb geen aanleiding om aan te nemen dat dat in de praktijk bij ons is gebeurd. Ik vind het wel goed dat er in trainingen aandacht is voor een kritische blik. Vertrouw als accountant niet zomaar alles wat je wordt voorgeschoteld. En ga ervan uit dat, niet noodzakelijkerwijs bewust, de klant niet altijd de volledige waarheid vertelt. Dat vind ik goede uitgangspunten.” Sowieso is het volgens hem de vraag hoe diep een controle moet gaan. “Het gaat over een professionele oordeelsvorming. Daar kun je zo ver mee gaan als je zelf wilt.” Hij vindt dat de toenemende eisen van de AFM aan een dossier kunnen leiden tot een check the box-mentaliteit. “Gevaarlijk, want het vastleggen op zich, zorgt niet voor een betere controle. Je haalt meer uit goede gesprekken met het management.”
Geen moetje
Als laatste zijn we terug bij Marianne van der Zijde, de schrijfster van de column op Accountant.nl die stof deed opwaaien. De openhartige reacties op haar column ‘Zelf nakijken’ (28 oktober 2015) hebben haar verbaasd. “Ik had dat niet verwacht. Maar de reacties schuiven naar de goede richting als we het hebben over een controle-aanpak die kritisch is, maar ook toegevoegde waarde voor de cfo, financieel manager of controller heeft. Er moet een relatie zijn met onderling respect. De accountantscontrole is geen moetje. Maar in alle eerlijkheid: je moet beseffen dat je als accountant nooit honderd procent zekerheid hebt of je al dan niet om de tuin wordt geleid. Accountants die beweren die zekerheid wel te hebben, bekijk ik wantrouwend. Want overschat je je eigen beoordelingsvermogen dan niet?”
Accountantswissel maakt (nog) niet het verschil
Hoofddocent Joost van Buren van Nyenrode is bezig met onderzoek naar circa zeshonderd audit engagements over meerdere jaren. Een voorlopige conclusie is dat de kantoorwisseling nog niet leidt tot de ontdekking van grote fouten. “Kleine foutjes worden er wel uitgehaald”, stelt hij. “Maar we zien nog niet het grote verschil van de frisse blik van een nieuwe accountant terug in onze data. Er zijn wel indicaties dat partnerrotatie positieve effecten kan hebben.” Ook voor een betere controle van accountants als gevolg van specialisering in een bepaalde sector is geen bewijs.