FYI
De kunst van het onbegrijpelijk schrijven - Naar de top: tips van partners - Anti-stress-gewoonten - Down under - Minder starters: crisis voorbij? - AEX-bedrijven betalen 225 miljoen voor controles - Wandelend vergaderen - 'Nu ik je toch zie' - Ingeschreven.
Dit artikel is verschenen in Accountant Q3, 2015
Bekijk alle artikelen uit dit nummer
De kunst van het onbegrijpelijk schrijven
Onderzoekers hebben soms jaren studie nodig voordat ze de kunst van het schrijven in onbegrijpelijk jargon goed onder de knie krijgen. Dankzij het internet zijn er nu alternatieven: de paper generators.
De accountancy is welbekend met ondoorgrondelijke teksten die erg belangrijk lijken te zijn. Bepaalde regelgeving lijkt met een thesaurus in de hand te zijn geschreven en ook rapporten van accountantskantoren zijn er niet vies van: zinnen van vijf regels, met schimmige afkortingen, - gedachtestreepjes -, komma's, (haakjes) en puntkomma's; cursieve verwijzingen naar rapporten en voetnoten, die soms zelf ook weer voetnoten hebben [evenals toevoegingen van de redactie, red.]. Kortom, een lucullische hoeveelheid difficiele woorden die een hautain karakter geven dat congruent is aan de gehanteerde norm voor dit soort teksten. Afijn, u begrijpt het (of niet).
Voor de wetenschapper is er een oplossing: er bestaan paper generators. De bekendste is SCIgen (http://pdos.csail.mit.edu/scigen/#generate). Dat programma genereert met één muisklik een wetenschappelijke verhandeling die niets betekent, maar wel heel intelligent overkomt. Het is de makers van SCIgen en van de zogenoemde Postmodernism Generator (www.elsewhere.org/pomo/) zelfs gelukt om diverse van die papers gepubliceerd te krijgen in gerenommeerde tijdschriften en om te worden uitgenodigd om te spreken bij congressen. Deze ‘successen’ hebben tot veel discussie geleid over onbegrijpelijke teksten. De Britse krant The Guardian schreef er over en de vermaarde evolutiebioloog Richard Dawkins schreef in wetenschappelijk tijdschrift Nature het artikel Postmodernism disrobed, waarin hij de kunst van het onbegrijpelijk schrijven keihard onderuit haalt en oproept tot meer duidelijkheid.
Een generator die zich specifiek richt op de accountancy ontbreekt tot dusver, maar de code voor SCIgen is open source. Dus mocht er onder de lezers een accountant zijn die tevens een slimme programmeur is, dan is het een koud kunstje om die te maken. Wie weet wat voor vruchtbare, begrijpelijke discussies het oplevert.
Naar de top: tips van partners
De weg naar de top is meestal zwaar en moeilijk. Zo ook in de accountancy. Maar sinds kort is die weg daar wat makkelijker te vinden.
Het Institute of Chartered Accountants in England and Wales (ICAEW) heeft namelijk een cheat sheet (‘spiekbriefje’) gepubliceerd voor de ambitieuze accountant die partner wil worden.
De cheat sheet, getiteld Get off to a flying start, is gemaakt op basis van interviews met vijftien partners bij kantoren variërend in grootte van negen tot tweehonderd partners. Het begint meteen goed - na een aantal reclames van een bank die beweert bij uitstek geschikt te zijn om toekomstige vermogens van partners te beheren - met een aantal do's en don'ts. Samengevat: probeer niet alles zelf te doen, en grijp alle kansen die op je pad komen.
Blader je verder en lukt het je om met droge ogen voorbij de foto's van een witte duif te komen, dan kom je terecht in een uitleg van wat het partnerschap inhoudt, en dat gaat vrij diep. De gids adviseert je om te kijken naar de waardes die je als kind hebt geleerd, en om af te wegen of die overeenkomen met die van de organisatie waarbij je partner wilt worden. Gelukkig gaat het snel daarna over de financiële kant van het verhaal.
Weer een paar witte duiven verder volgt het hoofdstuk Life as a Partner. Aan het begin van het document werd nog gehamerd op het feit dat het moeilijk is om jonge mensen te vinden die partner willen worden. Bij dit hoofdstuk verwacht je dus een relaas over mooie auto's en golfbanen, maar niets is minder waar; het gaat over het vinden en vasthouden van klanten door goede service te bieden en je netwerk goed te managen.
Gelukkig komt er op het laatst wat het netwerken betreft nog wel een dringende tip die weleens tot interessante situaties zou kunnen leiden in de toekomst: ‘Think about how you can be remembered in a room full of grey-suited men!’
Down Under
Monday discussions
Oud NBA Young Profs-voorzitter Tom Ooms (PwC) vertrok in maart voor twee jaar naar Sydney, Australië. Een kwartaalbericht.
Monday discussions
Het is weer maandag. Na een fantastisch weekend met de gebruikelijke Australische barbies, brekkies en Sydney sightseeing moet ik er toch echt weer aan geloven. Ik had weer zin om ertegen aan te gaan, totdat ik me realiseerde dat ik twee ochtendafspraken had staan om ‘het audit budget’ te bespreken. Begrijp me goed, ik vind mijn beroep fantastisch, maar budgetten bespreken is geen favoriete bezigheid van mij. De eeuwige discussie over de hoogte van de fee. Met enige tegenzin ging ik naar mijn eerste afspraak, samen met de verantwoordelijk partner.
‘Hi Tom, can I offer you some coffee, great to have you here. I really want to discuss an issue we are dealing with at the moment.’ Ik verwachtte een lastige discussie over uren die we nodig hebben voor het aankomende controlejaar en het uurtarief dat we factureren, maar niets is minder waar. De klant wilt worden geholpen. ‘Tom, you need the hours you need. I assume that your budget is reasonable.’ Twee uur later reis ik naar de volgende afspraak met wederom geen discussie over het budget, maar wel een relevant gesprek over de ontwikkelingen binnen het bedrijf en waar wij als accountant het management mee kunnen helpen.
Na de vruchtbare ochtend voeg ik me bij de rest van het controleteam die al aan de slag is bij de volgende klant. De hele week voeren we diverse interimgesprekken waarbij junior en senior teamleden samenwerken en na afloop de uitkomst wordt besproken binnen het team. Relevante onderwerpen worden eveneens met de partner gedeeld die geregeld (vergezeld met goede coffees voor het team) poolshoogte komt nemen en relevante discussies aanzwengelt. Ik monitor het budget strikt, want dit zijn veel ‘dure uurtjes’ die worden besteed. Maar eigenlijk zie ik dat we keurig binnen budget blijven. We hebben een prima fee afgesproken met de klant die krijgt wat zij verwacht met voldoende betrokkenheid van ervaren accountants.
Aan het einde van de werkweek drinken we met het hele team nog een borrel. We bespreken de afgelopen en komende week en ieders weekendplannen. Na een paar biertjes (met helaas geen bitterballen) gaan we huiswaarts. Ik realiseer me dat de werkweek samengevat kan worden als ‘teamwork’. De zichtbaarheid van de senior teamleden (inclusief de partner) gedurende de werkweek heeft gezorgd voor een kwalitatief goede controleweek. De klant was blij met ons. Ik kijk alweer uit naar de maandag.
Minder starters: crisis voorbij?
Het aantal startende ondernemers in Nederland is in de eerste helft van 2015 met ruim vier procent gedaald ten opzichte van dezelfde periode in 2014.
Dat blijkt uit cijfers van Creditsafe. Na een recordaantal start-ups in 2013, zien nu weer ongeveer net zoveel ondernemers kansen voor het starten van een nieuw bedrijf als in 2010. Volgens de online aanbieder van bedrijfs- en kredietrapporten is het aannemelijk dat het aantal starters is gedaald door de aantrekkende economie. Naast het aantal starters daalt namelijk ook het aantal faillissementen en groeit de werkgelegenheid. Daardoor zien minder mensen zich genoodzaakt om voor zichzelf te beginnen.
Flex-bv
Daarnaast constateert Creditsafe dat het aantal startende bv's na de invoering van de flex-bv in oktober 2012 explosief is gestegen. In de eerste helft van 2013 werden 30.644 bv's opgericht, ruim 42 procent meer dan in de eerste zes maanden van 2012. Ook in 2014 en 2015 is het aantal startende bv's hoger dan voor de wetswijziging. De verhouding tussen het aantal startende bv's, vof's en eenmanszaken ligt in 2015 echter wel weer gelijk met die van 2012: 25 procent bv's, 8 procent vof's en 67 procent eenmanszaken.
AEX-bedrijven betalen 225 miljoen voor controles
De 25 AEX-bedrijven waren in 2014 in totaal 225 miljoen kwijt aan audit fees. De totale controlekosten stegen in vergelijking met 2013 met krap 2 miljoen euro (0,9 procent).
Dat blijkt uit op Accountantweek gepubliceerd onderzoek van BreakThrough Solutions. Procentueel gezien de beste ‘onderhandelaars’ in de top 10 zijn ING en Unilever. ING realiseerde een daling realiseerde van 16,7 procent, maar daarbij moet worden aangetekend dat ING te kampen had met een dalende omzet. De echte ‘winnaars’ lijken daarom eerder Unilever en Aegon, die beide in 2014 van accountant wisselden. Unilever ging van PwC naar KPMG en bespaarde daarmee 2 miljoen, oftewel 12,5 procent. Aegon ging van EY naar PwC en bespaarde daarmee eveneens 2 miljoen, oftewel 10,5 procent.
Wandelend vergaderen
Staand vergaderen is een probaat (paarden) middel tegen oeverloos overleggen. Sommigen gaan verder: wandelend vergaderen.
Dat biedt een oplossing tegen het druk besproken probleem van te veel zitten (zie juninummer, pagina 12) en stimuleert bovendien de creativiteit. Onderzoekers van Stanford University beschrijven in het artikel Give Your Ideas Some Legs: The Positive Effect of Walking on Creative Thinking (Journal of Experimental Psychology) dat het creatieve denkvermogen van de wandelende mens met gemiddeld zestig procent stijgt. Wie kiest voor deze vergadervorm is in goed gezelschap. LinkedIn-topman Jeff Weiner zou het liefst altijd zo vergaderen, vertelde hij enige tijd geleden. De reden? ‘Got tired of sitting indoors all day.’ Naast frisse lucht, zonlicht en efficiency natuurlijk. Vergaderdeskundigen adviseren wel om zo'n wandelpraatgroep klein te houden, twee tot vier personen, te beperken tot één onderwerp. Moeten er concrete afspraken worden gemaakt, dan is het handiger in de buurt van een whiteboard of computer te blijven.
Bron: NRCQ, Vergaderwijzer.nl
‘Nu ik je toch zie’
Loop je in de kantine, zie je collega Harmsen en voor je het weet zeg je: ‘Nu ik je toch zie. Jij hebt toch ooit ook meegemaakt dat’ - en je legt Harmsen de lastige situatie voor waarmee jij op dat moment worstelt.
Het menselijk brein blijft een wonder. Want toen je achter je bureau naar je scherm zat te staren en over dat moeilijke onderwerp peinsde, kwam je niet op het idee dat Harmsen jou misschien zou kunnen helpen. Maar nu je hem toevallig tegenkomt, worden er razendsnel allerlei verbindingen in je brein gelegd en bedenk je dat Harmsen wellicht de sleutel in handen heeft voor de oplossing van je probleem.
Ook in tijden dat we via internet met mensen over de hele wereld ‘tijd- en plaats onafhankelijk’ contact hebben, blijft het belangrijk elkaar in levende lijve tegen te komen. Wonderlijk genoeg was Steve Jobs, de grote man achter Apple en als zodanig medeverantwoordelijk voor de razendsnelle verbreiding van het draadloze internet, zich dat heel goed bewust. Bij de kantoren die hij liet bouwen zag Jobs er nauwlettend op toe dat de indeling ervan toevallige ontmoetingen zoveel mogelijk in de hand werkt. Zo wilde hij dat in een enorm gebouw slechts één serie toiletten werd gebouwd, zodat mensen van verschillende afdelingen en disciplines elkaar daar zouden ontmoeten. Goede architecten plaatsen bijvoorbeeld ook trappenhuizen dusdanig dat ze tot verrassende ontmoetingen leiden. Wie in een minder ingenieus ontworpen kantoor werkt, kan het toeval zelf een handje helpen. Zoals door altijd in de bedrijfskantine te lunchen, het liefst op verschillende tijdstippen.
Anti-stress-gewoonten
Psychologie Magazine legde vierhonderd volwassen Nederlanders vragen over stress voor. De uitslag van de enquête is tamelijk verontrustend.
Zo heeft liefst 56 procent van de ondervraagden meermalen per week een gestresst gevoel, terwijl 38 procent van hen overdag zo hard werkt dat ze 's avonds geen fut meer hebben om te sporten of vrienden te zien.
Uiterst braaf is de top 5 van dingen die Nederlanders doen om stress te verminderen. Lekker een borrel drinken (niet erg verstandig, maar wel voor de hand liggend) komt in het rijtje bijvoorbeeld niet voor. Op nummer 1 staat televisie kijken (36 procent). Slapen (34 procent) staat op 2, wandelen of alleen zijn (beide 27 procent) op 3. Sporten of een goed gesprek voeren met familielid, partner of vriend (beide 25 procent) staan op 4, terwijl een hobby beoefenen (23 procent) op de vijfde plaats staat.
Opvallend is dat er vooral kortetermijnoplossingen worden genoemd. Slechts een vijfde van de ondervraagden brengt structurele veranderingen aan tegen stress, zoals vaker ‘nee’ zeggen en/of taken anders gaan organiseren. Nog eens een vijfde zegt dat dat (nog) niet lukt, maar dat ze het wél graag anders zouden willen.
Ledigheid is des duivels oorkussen - deze calvinistische opvatting zit diep in de Nederlandse volksaard ingebakken. Liefst 42 procent van de ondervraagden zegt een schuldig gevoel te krijgen wanneer ze zitten te lummelen of nietsdoen. Jammer en contraproductief. Je kunt namelijk ook genieten van het nietsdoen en het zien als een manier om je accu op te laden. Of als een ‘bed-, bad- of busmoment’ waarin je nieuwe ideeën krijgt (zie pagina 31).
Ingeschreven
Michiel Gudde (30) ontving op 4 september 2015 zijn RA-diploma. Hij werkt als junior manager bij Deloitte. Drie vragen.
Schep je wel eens op over je baan?
“Mijn publiek is vaak al afgehaakt, als ik probeer uit te leggen waar ik zo ontzettend druk mee ben. Dus aan opscheppen kom ik vrijwel niet toe. Overigens heeft mijn oude vader me ook enige bescheidenheid proberen bij te brengen, dus wanneer ik over mijn werk vertel blijf ik discreet.”
Wat is het grootste pluspunt en minpunt van je baan?
“De dynamiek binnen een accountantsorganisatie is fantastisch. Ook zorgt het werken in teamverband met enthousiaste en vaak jonge collega's voor een leuke sfeer op de werkvloer. Die kom ik lang niet overal tegen.
De baan kan me wel helemaal opslokken: de balans tussen werk en privé is er één om goed in de gaten te houden. Gelukkig heb ik thuis een strijdvaardige vriendin zitten die aan de bel trekt als mijn werk de overhand krijgt.”
Wanneer word je partner?
“Of ik partner kan en wil worden? Dat weet ik nog niet, maar mocht het zover komen, dan wel binnen tien jaar.”