'And now for something completely different'
Op een dag weet je het zeker: je gaat je leven helemaal omgooien. Een nieuwe toekomst, weg van het gebaande pad. De een heeft jaren nodig om tot deze beslissing te komen, bij de ander is het een spontaan besluit.
Dit artikel is verschenen in Accountant Q2, 2015
Bekijk alle artikelen uit dit nummer
De accountancy verlaten voor het nastreven van een ideaal is niet iets van de laatste tijd. Daarom begint dit verhaal in 1953. Toen stapte accountant M. Berk uit het accountantskantoor Vekemans, Bothof en Berk, voorloper van het huidige Baker Tilly Berk. Na vele jaren in de accountancy besloot hij de stap te wagen. Hij verruilde de wereld van de cijfers voor die van de kookpannen toen hij overstapte naar het familiebedrijf Berk Kampen (BK) dat een van zijn voorvaderen in 1851 had opgericht.
Naar de reden van de overstap van de heer Berk kunnen we nu alleen maar gissen, maar waarschijnlijk zitten we niet volledig bezijden de waarheid als we vermoeden dat begrippen als ‘het volgen van een ideaal’, ‘een keerpunt in de carrière’, ‘een nieuwe start’ en ‘een unieke kans’ een rol speelden. Er is niets nieuws onder de zon. Je hart volgen met als gevolg een opvallende carrièreswitch is van alle tijden.
Catering
De aanleiding voor een nieuwe stap kan echter heel verschillend zijn. In dit verhaal zijn het respectievelijk: gezondheidsproblemen, het geloof, de liefde.
Het actuele verhaal begint ook bij Baker Tilly Berk. Bij dat kantoor was Tony Folkers (53) van 2005 tot 2013 partner. Zijn loopbaan begon dertig jaar geleden bij Paardekooper Hoffman. Tussentijds was hij zeven jaar directeur van een uitgeverij, daarna keerde hij terug naar de accountancy.
En toen kwamen de gezondheidsklachten.“Ik kreeg hartritmestoornissen. Dat was heftig, te meer omdat mijn beide ouders jong zijn gestorven aan hartkwalen. Dat zet je aan het denken. Mijn lichaam had een duidelijk signaal gegeven. Ik ben toen gestopt bij Baker Tilly Berk en heb eerst wat adviesklussen gedaan om mezelf bedenktijd te geven. Wat wilde ik eigenlijk echt? Het antwoord was snel duidelijk, eigenlijk was het me al jaren duidelijk. Ik verzorgde al heel lang de catering op familiefeestjes.
Dat was inmiddels uitgegroeid tot een serieuzere activiteit. Ik deed via de Rotary wel eens dinertjes, niet alleen in Nederland maar ook in Duitsland en Engeland. Ik kreeg altijd enthousiaste reacties, soms zelfs applaus na afloop. Dan maakte ik standaard de grap: dat gebeurt me nou nooit als ik een jaarrekening presenteer. Maar het wees me wel de weg naar een nieuwe start.”
Ongemakkelijke spagaat
Harm Slomp is een leeftijdsgenoot van Tony Folkers. Dat is dan ook de enige overeenkomst. Want waar Folkers een groot deel van zijn arbeidzame leven doorbracht op een accountantskantoor, verruilde Slomp het openbaar beroep na twee jaar al voor het bedrijfsleven. En ook hetgeen hij na de accountancy is gaan doen, verschilt nogal: officier van het Leger des Heils.
“Na mijn studie werd ik financieel-directeur van een bedrijf in de automotive sector. Na een aantal jaren stapte ik over naar Kwik-Fit. In 1992 werd ik er financieel-directeur voor Nederland, een jaar later voor Europa. Ik was 32, dus ik had vroeg gepiekt. Dan komt er een moment dat je je afvraagt wat je verder wilt. Rond mijn veertigste besloot ik op te stappen bij Kwik-Fit en ben ik een adviespraktijk begonnen rond faillissementen.”
Maar er is meer dan zakelijk succes, althans wel voor Harm Slomp. “Ik ben al heel lang betrokken bij het Leger des Heils. In 2003 vroeg de Nederlandse Legercommandant of ik financieel bestuurder wilde worden. In Nederland hadden we toen enkele duizenden medewerkers en een begroting van 200 miljoen euro.”
Waren de jaren dat hij nog actief was in het bedrijfsleven maar ook al in het Leger des Heils geen ongemakkelijke spagaat tussen geld en geloof? Slomp: “Nee, in mijn zakelijke omgeving werd mijn keuze volledig geaccepteerd.” Met een lach: “In het begin had ik het er wel zelf een beetje moeilijk mee. In mijn tijd bij Kwik-Fit reed ik in een Porsche. Ik heb ooit toen ik deelnam aan een huis-aan-huiscollecte voor het Leger mijn auto voor de zekerheid uit het zicht om de hoek geparkeerd. En als financieel-directeur van Kwik-Fit heb ik een reorganisatie moeten doorvoeren, helaas niet zonder ontslagen.
Uiteraard kreeg ik toen de opmerking te horen: ‘Is dat nou christelijk, mensen ontslaan?’.”
Na een aantal jaren besloten Harm Slomp en zijn vrouw Ann-Christell dat ze een extra stap voor het Leger wilden zetten. “We wilden officier worden. Hiervoor hebben we eerst een opleiding in Londen gevolgd op het internationale hoofdkwartier. Daarna hebben we een aantal jaren in Nederland gewerkt. Vorig jaar werd ons gevraagd om naar Tanzania te gaan.”
Fotomodel
Ook in het buitenland terechtgekomen is Jorien van der Meij (30). De aanleiding was echter een heel andere: namelijk de liefde.
“Ik ben twaalf jaar geleden na het vwo begonnen als assistent-accountant bij Deloitte in Den Haag. Vier dagen werken en op vrijdag de RA-opleiding op Nyenrode. Twee jaar geleden ben ik afgestudeerd. Daarnaast werkte ik al die jaren ook als fotomodel. In november 2012 was ik in de Dominicaanse Republiek voor een fotoshoot. Tijdens dat verblijf heb ik op het strand de man van mijn dromen ontmoet. Tja, wat gebeurt er dan? Eerst hebben we een jaar lang heen en weer geskypet. Maar dat voldeed toch niet. Uiteindelijk heb ik in oktober 2013 besloten om naar de Dominicaanse Republiek te verhuizen. Een verhuizing van mijn vriend naar Nederland zat er niet in, want hij heeft hier twee bedrijven.
Daar sta je dan, na vele jaren net klaar met de RA-opleiding, bijna ingeschreven als RA en dan gooit Amor roet in het eten. Ik heb nog geprobeerd om in de hoofdstad Santo Domingo bij Deloitte aan de slag te gaan. Maar Engels is hier nog niet zo ingevoerd binnen de accountancy. Ik zou dus Spaans moeten spreken om aan de slag te kunnen. Dat deed ik toen nog niet. Daarom heb ik eerst vrijwilligerswerk in een weeshuis gedaan. Een Litouwse vriendin die ook een relatie heeft met een man uit de Dominicaanse Republiek vroeg me om met haar een bedrijfje te beginnen. We borduren bedrijfslogo's op bedrijfskleding. Borduren, dat klinkt wellicht tuttig, maar dat is het niet. Het gebeurt geheel machinaal. We hebben inmiddels ook het nodige werk van de toeristenindustrie, bijvoorbeeld hotels die op hun handdoeken hun logo willen hebben.”
Pastrami
De ene worst is de andere niet. Tony Folkers: “Voor mij was direct duidelijk dat ik wel goed moest zijn in hetgeen ik wilde. Worsten maken is mijn lust en mijn leven. Vergeet wat je in de supermarkt koopt. Dat is gemaakt van vleesresten, een afvalproduct dus. Ik heb mij onder meer gespecialiseerd in pastrami. Dan verdiep ik me eerst in de geschiedenis van het product, bijvoorbeeld dat het door Roemeense joden in de VS is geïntroduceerd.
Ik heb deze stap kunnen zetten omdat ik de afgelopen jaren goed heb verdiend als partner bij Baker Tilly Berk. Financiële onafhankelijkheid is een te groot woord, maar ik kon wel de tijd nemen voor het voorbereiden van mijn carrièreswitch. Tel daarbij dat de kinderen al het huis uit waren waardoor we kleiner konden gaan wonen.
Of ik nog wat aan mijn kennis als RA heb? Laatst moest ik een cursus hygiëne volgen. Een van de opdrachten was om een risicoanalyse voor mijn bedrijf te maken. Toen dacht ik: dat ken ik nog uit mijn tijd in de accountancy.”
Albino's
“Mijn werk is onvergelijkbaar met wat ik deed bij Kwik- Fit”, zegt Slomp. “We vangen hier zo'n 160 lichamelijk gehandicapte kinderen en veertig albino's op. In bepaalde kringen in Tanzania leeft het traditionele idee dat albino's magische krachten hebben. Consumptie van hun bloed, ledematen of organen van albino's zou tot extra kracht leiden. Hierdoor lopen met name albinokinderen groot gevaar voor verminking of erger. Daarnaast is er in mijn werk een financiële invalshoek gebleven. Ik ben financial secretary van het Leger des Heils in Tanzania. In die functie heb ik een deal gesloten met de NMB, de grootste bank van het land en voor de helft onderdeel van de Rabobank, om voor alle korpsen en buitenposten in het land bankrekeningen te openen. Dat kon tot nu toe niet omdat bankkosten hier heel hoog zijn. De NMB doet dit voor niets.”
Met hart en ziel
Hoe zie je de toekomst, luidt de vraag aan Jorien van der Meij. Haar antwoord: “Nou, zonnig, letterlijk en figuurlijk. Mijn doel was nooit om mijn hele leven op een accountantskantoor te werken. Mijn doel was een goede studie te volgen waarmee ik ook nog iets anders zou kunnen doen. Dat kan ik zeker. Ik mis het vak niet, maar ik heb elke dag wat aan de kennis die ik tijdens mijn studie heb opgedaan. De boekhouding van ons bedrijf doe ik uiteraard zelf. Ik voel me ook nog steeds accountant. Dat blijf je volgens mij je hele leven met hart en ziel.” ?