Zoom: inventariseren
Rijpen - Speelgoedwinkel - Zoutbergen - Compartimenteren.
Dit artikel is verschenen in Accountant Q1, 2015
Bekijk alle artikelen uit dit nummer
Rijpen
Jordi van Geest (senior-assistent accountant bij BDO) telt de kazen in het meer dan honderd jaar oude pakhuis van Wijngaard Kaas in Woerden, waar de beroemde Reypenaer vandaan komt. “Als ik op vakantie ga, maak ik op Schiphol in de taxfree shop altijd even een fotootje van de Reypenaer die daar te koop ligt.” Drie verdiepingen telt het pakhuis, de kazen liggen keurig op een rij in de stellingen. Van Geest telt de lege plekken - waar al gauw een ochtend mee heen gaat.
Rijpende kazen verliezen gewicht en stijgen tegelijkertijd in waarde, legt directeur Rien van den Wijngaard uit. “Vanuit het perspectief van de accountant vloeit daar een aardig waarderingsvraagstuk uit voort: veel van onze kazen liggen tot twee, tweeënhalf jaar te rijpen en kunnen in die tijdspanne zo'n vijftien procent lichter worden.”
Het rijpingsproces van de Reypenaer is strikt geheim. Bij industriële productie rijpt kaas (enkele weken) in een constant gehouden klimaat, maar in het oude, niet-geïsoleerde pakhuis verrichten schommelingen in temperatuur en luchtvochtigheid hun heilzame werk. Van den Wijngaard: “Het resultaat is een diepe, complexe smaak.”
Al die aandacht voor het rijpingsproces maakt een ander onderdeel van de accountantscontrole, het geven van een oordeel over de courantheid van de voorraad, ietwat overbodig, zo voegt Van Geest nog toe. “Ik moet dus bijvoorbeeld controleren op schimmel. Natuurlijk vind ik nooit wat: mocht dat voorkomen, dan heeft men dat zelf al in een veel eerder stadium ontdekt.”
Speelgoedwinkel
lwin van de Wetering (assistent-accountant bij BDO) bij Autobedrijf Wim Prins in Nunspeet. Bij de inventarisatie van de voorraad luxueuze auto's en oldtimers waarin Prins handelt, mag Van de Wetering zich niet (te veel) laten afleiden door glans of glamour. “Beroepshalve gaat het mij hier om de krassen en deuken.” Uiteraard moet het aantal auto's geteld worden om te kijken of dat overeen komt met de geadministreerde hoeveelheid. Maar vervolgens is de staat van de voertuigen van belang en daarom onderwerpt Van de Wetering elk van de tientallen auto's aan een zorgvuldig onderzoek. Dat is geen straf, vindt hij. “Een echte autokenner ben ik niet, maar dit is genieten hoor. Zo'n Ferrari, prachtig. Past niet echt in mijn budget, maar dat geeft niet. Het is toch niet echt iets om mee naar je werk te rijden.”
Klopt, zegt Wim Prins zelf. “Ons bedrijf is de afgelopen 25 jaar eigenlijk uitgegroeid tot één grote speelgoedwinkel.” Het is een winkel waarin naast de Alfa Romeo's, Ferrari's, Maserati's en Aston Martin's ook ruimte is voor een afdeling 'classics'. “Klassieke automobielen zijn de nieuwe kunst!” , aldus Prins. “Vooral de werken van de grote meesters stijgen in waarde.” Het vaststellen van die waarde is uiteraard elk jaar weer “een discussiepunt” met de accountant. “Een leuk discussiepunt hoor. Maar ook lastig. Je wordt toch telkens geacht even de toekomst te voorspellen.”
Zoutbergen
Dennis Froon (partner bij Blömer accountants en adviseurs, Nieuwegein) bij het strooizout van Aannemingsbedrijf Jos Scholman in Nieuwegein: bergen van vijf tot tien meter hoog in een hal zo groot als een voetbalveld.
Scholman profileert zich als totaalpartner op het gebied van infrastructuur en sporten groenvoorzieningen. Het paste in die ambitie om aan het eind van de winter 2009/2010, toen bleek dat Nederland niet over voldoende strooizout beschikte, de levering van strooizout aan de discipline gladheidsbestrijding toe te voegen. Dat werd beschouwd als een mooie aanvulling om opdrachtgevers in te kunnen faciliteren.
Wat moet je als controlerend accountant aan met deze zoutbergen? Froon: “Registratie van uitgifte van het strooizout vindt plaats op basis van de weegbrug. Weegbonnen, urenbriefjes van de chauffeurs, een goede administratieve organisatie en interne beheersing in combinatie met controle van de inkopen, die geven tezamen voldoende zekerheid over de aanwezige hoeveelheden.”
Compartimenteren
Aad van der Vlugt (Accountantskantoor Van der Vlugt BV, Halsteren) bij de aquaria van zijn cliënt Aquafarm International in Maasland. Zes- tot achtduizend vijvervissen kunnen er in elk van deze bakken rondzwemmen, voor aquariumvissen zijn andere aquaria in gebruik van maximaal vijfhonderd vissen. Hoe tel je die? Compartimenteren is het geheim. Mario Huijser, financieel directeur van Aquafarm: “Je meet een bepaald deel van de bak af en telt op enig moment - zo snel mogelijk - hoeveel vissen dat deel bevat. Dat vermenigvuldig je met het aantal keren dat het gemeten deel in de bak past.”
De leden van het controleteam hebben de telling meerdere malen bijgewoond. “Eerst wachten tot het in de bak rustig is”, zegt Van der Vlugt. “Als er mensen in de buurt komen, denken de vissen dat ze eten krijgen en vormen ze een school. Tja, dan werkt het dus niet hè?” Is zo'n telling precies genoeg? Van der Vlugt: “We vergelijken de uitkomsten met de theoretische administratie die op kantoor wordt bijgehouden en met de administratie van de aan- en afvoer bij de bak zelf. Bovendien doet men dit een paar keer per jaar, telkens bij andere bakken: een partieel roulerende inventarisatie. Intern wordt ook nog een aantal keer per jaar integraal geïnventariseerd. In zijn geheel blijkt het een betrouwbaar systeem te zijn.”
Huijser: “Het is geen hogere wiskunde hoor, eerder een kwestie van goed schatten. Natuurlijk kan dat ook lastig zijn, maar hier werken mensen met twintig, dertig jaar ervaring en die zijn daar zeer bedreven in geraakt.”