De vervreemdingsparadox en versterking van het middenkader
Eind maart publiceerde de AFM een kritisch rapport: accountants zijn te slap in het toetsen van elkaars controles. Het is de vraag of dat die accountants te verwijten is.
Pieter Jansen en Kees Tillema
Al enkele jaren is alom een pleidooi voor de rehabilitatie van de professional te beluisteren. Er is een tekort aan vakmensen in de zorg, in het onderwijs, in de techniek en overduidelijk ook in de accountancy. Ondertussen beklagen veel van die vakmensen zich dat allerlei interne en externe regeltjes en protocollen hun werkplezier verpesten. Zorgverleners vinden dat ze te veel tijd aan het vastleggen van hun werkzaamheden moeten besteden. Docenten ergeren zich aan leerlingvolgsystemen en een oerwoud aan circulaires en instructies.
Al enige tijd vragen wij aan accountants hoe zij de regeldruk ervaren en wat voor effect dat heeft op hun werkplezier. Accountants benadrukken, niet verrassend, dat zij regels nuttig vinden. Onder accountants is echter de opvatting dat de hoeveelheid regels, zoals één van hen dat zo treffend zei, "al lang het optimum is gepasseerd".
Dat er in de samenleving een overvloed aan regels en registraties is ontstaan, is nauwelijks verrassend. Ieder probleem (bijvoorbeeld een schandaal in de accountancy of de noodzaak tot kostenbeheersing in de zorg) vraagt om een reactie van de overheid, de beroepsorganisatie of van de bestuurders van de betreffende organisaties.
De bestuurlijke verleiding om dan nieuwe regels, registraties of protocollen in te stellen, is vaak erg groot. De beslissing om die in te stellen is immers redelijk gemakkelijk te nemen en de naleving lijkt gemakkelijk om te controleren. Ondertussen weten veel ervaren professionals vrij goed wat ze moeten doen om aan de richtlijnen te voldoen, maar de relatie tussen het voldoen aan die richtlijnen en kwaliteit wordt steeds zwakker. “We springen door de hoepel heen”: zorgen dat de dossiers compleet zijn, evenals alle handelingsplannen en verplichte registraties. Het zou zo maar kunnen dat er bij de Opdrachtgerichte Kwaliteitsbeoordeling (OKB), waarover de AFM zich zo kritisch heeft uitgelaten, in de praktijk iets vergelijkbaars gebeurt.
Het resultaat is een 'vervreemdingsparadox'. Ieder schandaal vraagt om een reactie van de overheid, de beroepsorganisatie en de bestuurders van betrokken organisaties en zij richten zich (begrijpelijkerwijs) op wat zij denken te kunnen beïnvloeden. Het gevolg: Het werkplezier van professionals neemt verder af, evenals de aantrekkelijkheid van hun beroep. Ze passen zich gemakkelijk aan, maar het vergroot hun onverschilligheid.
De kwartiermakers pleiten voor een versterking van de positie en de autonomie van het middenkader in accountantsorganisaties. Dat pleidooi verdient steun. Voor complexe taken heb je autonome vakmensen nodig. Het pleidooi van de kwartiermakers betekent dat het professionele debat ten dele de plaats moet innemen van de gegroeide bureaucratie. Dat kun je organiseren en dat gebeurt ook al, bijvoorbeeld in de vorm van collegiale toetsing, (interne en externe) dossierreviews en permanente educatie. Het heeft er echter alle schijn van dat het professionele debat onvoldoende functioneert. Het is in ieder geval te zwak om regelgevers en bestuurders het vertrouwen te geven om gas terug te nemen in de voortschrijdende bureaucratisering.
De actualiteit roept veel vragen op. Durven professionals zich wel kwetsbaar op te stellen, of zijn ze bang voor mogelijke negatieve consequenties? Is de peer review veilig genoeg om tot diepgang te leiden en tot professionals die zich kwetsbaar opstellen? Of is het een rituele dans die wordt opgevoerd om een "item" uit het kwaliteitssysteem af te tikken en slechts goede sier te maken?
Voor bestuurders (en andere leidinggevenden) is professionaliteit het lastigste om aan te sturen. Het is moeilijk meetbaar en lastig in protocollen te vatten. Het is in het bijzonder moeilijk meetbaar, als het gaat om het professionele handelen van professionals die je niet persoonlijk kunt kennen. Toch hebben bestuurders in organisaties met professionals de verantwoordelijkheid om het professionele debat in de organisatie te organiseren en te waarborgen. De uitdaging is om daarbij te appelleren aan de inhoudelijke motieven van de beoefenaren van het beroep.
Nu de professional sinds enkele jaren 'heilig' is verklaard, heeft de maatschappij behoefte aan bestuurders en professionals die de moed hebben om de vervreemdingsparadox te doorbreken en die professional in ere te herstellen. Op de lange termijn verhoogt dat hun werkplezier, de kwaliteit en het aanzien van de accountant (en van andere professionals).
Daarom roepen wij op tot experimenteren; experimenteren in het instellen van organisatieonderdelen met een minimum aan regels, registraties en protocollen, maar met een goedgeorganiseerd, veilig en serieus professioneel debat. En wij roepen bestuurders op om bij de volgende crisis nu eens niet te vervallen in de stoere daadkracht van het instellen van nieuwe regels, het aanpassen van organisatiestructuren en het instellen van nieuwe kpi's.
Die daadkracht kun je beter steken in het serieus nemen van die professionals en het debat met hen goed organiseren. Dat is geen advies om bij problemen dan maar vooral samen thee te gaan drinken, maar om met aandacht en geduld de uitzichtloze vervreemdingsparadox te doorbreken.