Zeg wat je doet: controleren!
Door het benadrukken van het aspect 'controlerend' komt het accountantsberoep wellicht beter uit de verf.
Luc Quadackers
Registeraccountants worden opgeleid om historische financiële verantwoordingen van organisaties te controleren. Zijn die juist, volledig en tijdig? En geven zij een getrouw beeld van wat zich binnen de organisatie heeft afgespeeld? Deze jaarrekeningcontrole gebeurt met name door de 'controlerend accountant'. Dat is een registeraccountant die zich heeft toegelegd op het controleren. Controleren vormt dus de kern van wat de controlerend accountant doet. Toch bestaan er misverstanden over wat van een controlerend accountant kan worden verwacht. Dat wordt mogelijk deels veroorzaakt door de communicatie van de accountant zelf, zoals blijkt uit onderzoek van de Erasmus School of Accounting and Assurance (ESAA)*.
Uit eerder onderzoek blijkt dat veel mensen denken - terwijl dat niet klopt- dat de controlerend accountant ook de belastingaangifte verzorgt, de boekhouding doet en de jaarrekening opstelt. Uit recent onderzoek van ESAA onder controlerend accountants blijkt dat bijna 90 procent van de accountants deze opvattingen waarneemt bij belanghebbenden. Daarbij komt dat onduidelijkheid lijkt te bestaan over de verwachtingen met betrekking tot de accountantscontrole. Vooral partijen die verder van de dagelijkse praktijk van de accountant afstaan (de 'gemiddelde Nederlander', maar ook politici en journalisten) begrijpen volgens accountants onvoldoende van de essentie van de accountantscontrole. Die groepen vallen het vaakst ten prooi aan misverstanden, zoals: een goedgekeurde jaarrekening betekent volledige zekerheid dat die geen fouten bevat; de controlerend accountant gaat fraude tegen; en een onderneming zal niet failliet gaan als een goedkeurende verklaring is verstrekt bij de jaarrekening.
Tijdens onze interviews met accountants werden privé-ervaringen genoemd als openbaringen van deze misverstanden, bijvoorbeeld tijdens verjaardagsfeesten. Die ervaringen kan het accountantsberoep eenvoudig terzijde schuiven als irrelevant, maar het is goed om te beseffen dat de opvattingen bij de 'gemiddelde Nederlander' een grote invloed kunnen hebben op de publieke opinie en daarmee op de reputatie van de accountant. De controlerend accountants in ons onderzoek geven aan dat zij het eens zijn met de stelling dat het ernstig is als de meerderheid van de Nederlanders het werk van de controlerend accountant niet begrijpt. Zij grijpen ook - indien mogelijk - de kans om uit te leggen wat de essentie is van het werk van de controlerend accountant.
Accountants moeten een hoge mate van zekerheid verschaffen bij de jaarrekening. Zij moeten ook streven naar het ontdekken van materiële afwijkingen in de cijfers als gevolg van fraude. Ze moeten bovendien erop toezien dat ondernemingen transparant zijn over onzekerheden. Dat zijn allemaal terechte verwachtingen. De bovengenoemde misverstanden dient de accountant weg te nemen door beter te communiceren en uit te leggen wat een controlerend accountant wel doet en zeker ook wat hij niet doet. Dit begint dicht bij huis, bijvoorbeeld tijdens sociale gebeurtenissen zoals verjaardagen en recepties. Dit kan bijdragen aan een gezond beeld van het beroep.
Een belangrijke katalysator voor dat gesprek kan zijn het benadrukken dat je het beroep van 'controlerend accountant' uitoefent. Echter, slechts 7,5 procent van de ruim 160 onderzochte controlerend accountants zegt dat zij 'controlerend accountant' zijn, als naar hun beroep wordt gevraagd. Vijftig procent antwoordt dan 'accountant' en 33 procent antwoordt 'registeraccountant'. Daar ligt mogelijk een belangrijke kiem voor de misverstanden, maar ook een potentiële prikkel voor het beter beklijven bij mensen van wat de controlerend accountant doet, namelijk controleren. Door het benadrukken van het aspect 'controlerend' komt het beroep wellicht beter uit de verf? Het lijkt het proberen waard.
* Deze bevindingen passen bij een eerdere column van Willem Buijink op Accountant.nl en bij een recente LinkedIn-post van Tjibbe Bosman.