Rekenschap
Het ontwikkelen en gebruiken van Nederlandse terminologie binnen het accountantsberoep zorgt voor meer inzicht en zal daardoor kwaliteitsverhogend werken, meent Willem Buijink.
Willem Buijink
Een paar weken geleden deed ik mee aan een onderwijsvisitatie van een masterprogramma. We visiteerden een register controller-programma: een 'Executive Master in Finance and Control (EMFC)'. Je zou denken, met al dat Engels, dat was in een Angelsaksisch land. Dat was niet zo. We beoordeelden een opleiding in Nederland. De Engelstalige naam is de officiële CROHO-opleidingsnaam. 'Controller' is ook al lang een ingeburgerde functienaam in Nederland. Vreemd wel. Zou het niet beter zijn om hier Nederlandse namen te gebruiken? Breder: Zou het geen goed idee zijn om in het hele accountingvak-, onderwijs- en onderzoeksgebied Nederlandse termen te gaan gebruiken?
Ik denk van wel, omdat dit tot beter inzicht leidt en daardoor uiteindelijk de kwaliteit van accounting in Nederland zal verbeteren. Over de grens mag het natuurlijk in het Engels.
Is dat mogelijk: Nederlandse accountingtermen? Dat denk ik zeker. Om te beginnen: Waarom gebruiken we accounting, master en ook bachelor in Nederland?
Waarom accounting en accountant? Dat is een oude kwestie. Zoals Luc Quadackers recent liet zien: Deze vraag kwam al aan de orde in het allereerste nummer van De Accountant in 1895. Toen al werd gevraagd om een Nederlandse term. Het bestuur van het NIvA slaagde daarin niet. Toch is er, en was er toen ook al, Nederlandse terminologie beschikbaar.
Waarom niet deze termen: 'rekenschap', 'rekenschapskunde' en 'rekenschapskundige' of 'rekenschapper' en 'rekenschap beoordelaar'? In Denemarken wordt de term 'regnskab' voor accounting gebruikt. Waarschijnlijk was dat in 1895 ook al zo. In Noorwegen en Zweden worden gelijkwaardige woorden gebruikt. 'Rekenschap' geeft heel goed de kern van het vakgebied weer: Er wordt financieel, en anderszins, rekenschap afgelegd en dat wordt onafhankelijk gecontroleerd. Voor iemand met Nederlands als eerste taal is dat veel inzichtelijker dan accounting en accountancy. 'RA' kan dan bijvoorbeeld 'register rekenschap beoordelaar (RRB)' worden.
Waarom (bachelor en) master, sinds 2004, in het Engels? Terwijl we wel 'doctor' gebruiken? Meer consequent en met meer gevoel voor geschiedenis, zouden dus 'baccalaureus' en 'magister' zijn. In veel andere 'Bologna'-ruimte-landen in de EU worden eigentalige namen voor bachelor en master gebruikt. Zoiets kan in Nederland ook prima.
Waarom 'management control' (en 'controller')? In Vlaanderen wordt daarvoor 'beheerscontrole' gebruikt. Maar meer voor de hand ligt 'organisatiebeheersing' en 'organisatiebeheerder'. Die functie is natuurlijk maar ten dele een rekenschapskundige functie. Organisaties kunnen op meerdere manieren worden 'beheerst'. 'EMFC' kan dus goed worden 'Deeltijd Magister Organisatiebeheersing'-programma. 'Finance' (beter: 'financiering') is overigens maar een vreemde toevoeging aan de Engelstalige opleidingnaam.
Nog meer voorbeelden. In de CEA-eindtermen (versie 2021) worden vakgebieden meestal in het Nederlands genoemd maar, opvallend, de hoofdvakken 'financial accounting', 'auditing and assurance' en 'internal control and accounting information systems' niet. Meer inzichtelijk en in het Nederlands kan dat zo: 'externe verslaggeving', 'rekenschap beoordeling' en 'administratiebeheersing en informatiesystemen'.
In het veelgebruikte handboek 'Externe verslaggeving' van Hoogendoorn en Vergoossen wordt meestal Nederlandse terminologie gebruikt: heel goed! Maar voor twee kernbegrippen wordt Engels gebruikt: 'earnings management' en 'accruals'. Het eerste is natuurlijk, en veel inzichtelijker, 'resultaatsturing'. 'Accruals' wordt in het Engels gebruikt en dan toegelicht in het Nederlands: 'toerekening van kasstromen aan perioden'. Meteen 'periodetoerekeningen', of kortweg 'toerekeningen' gebruiken is veel inzichtelijker. 'Abnormale toerekeningen' kunnen dan op 'resultaatsturing' wijzen.
Waarom 'audit quality indicators' aldoor maar in het Engels? Zoek eens naar een inzichtelijke Nederlandstalige term. Bijvoorbeeld 'controle kwaliteitindicatoren': CKI's.
Kwartiermaker Marlies de Vries vroeg recent een paar keer om meer 'critical accounting research' in Nederland. Zonder daarvoor een Nederlandse vertaling te gebruiken is die Engelse terminologie ondoorgrondelijk voor niet-ingewijden.
Nog een waarschuwend voorbeeld. De Monitoring Commissie Accountancysector (MCA) spreekt van wicked problems in de sector: steeds in het Engels. Nederlandstaligen begrijpen wicked als 'slecht' en dat klinkt negatief voor de sector. Maar de bedenkers van de term wicked problems bedoelden wicked als 'heel moeilijk', maar met diep nadenken en onderzoek en veel creativiteit oplosbaar. Wicked werd dus, is mijn vermoeden, door de MCA ingezet als een Engelstalig retorisch wapen. Overigens: waarom monitoring in het Engels ?
Al deze voorbeelden onderstrepen het belang van het ontwikkeling en gebruiken van inzichtelijke Nederlandse versies van Engelstalige terminologie. En meer inzicht zal breed kwaliteitsverhogend werken.
Tot slot: Het zal van rekenschapskunde ('accountancy' dus) hoogleraren, lectores en docenten in universiteiten en hogescholen afhangen, of Nederlandse rekenschapskunde-terminologie voluit gaat bloeien: docerend en artikelen en handboeken schrijvend. De hele RA-, AA- en RC-gemeenschap in Nederland kwam, en komt, bij hen voorbij. Aan de slag, collega's!