Discussie Opinie

Goodwill: gaan we toch weer gewoon afschrijven?

Accounting-standaarden bewegen mee met de tijd. Zo lijkt het er op dat het impairment-only model zijn langste tijd heeft gehad.

Ralph ter Hoeven

Wie goed luisterde naar de onlangs gehouden gezamenlijke bijeenkomst van de internationale (IASB) en de Amerikaanse regelgever (FASB) op het gebied van boekhoudstandaarden, had aan een half woord genoeg. De Amerikanen zijn klaar met het impairment-only model. Het model waarop je niet afschrijft op goodwill, maar dat jaarlijks test op waardevermindering. Het model dat ze nota bene zelf hebben geïntroduceerd...

Het is allemaal nog niet zeker en alles moet nog worden uitgewerkt in conceptregels, maar de boodschap was duidelijk: impairment-only heeft zijn langste tijd gehad. En vooral naar aanleiding van kritische vragen van enkele IASB-leden kwamen de redenen naar boven; feller geuit dan ik had verwacht.

Zo werd aangegeven dat sinds de introductie van het impairment-only model (2001) goodwill op de balans van Amerikaanse ondernemingen meer dan verdrievoudigd is, terwijl over dezelfde periode slechts drie procent aan waardevermindering is geboekt. Inmiddels de nodige crises verder, fronsen toezichthouders, centrale bankiers en politici de wenkbrauwen: hoe bestaat dit? Waarom is er over een periode die een generatie bestrijkt niet meer afgeboekt?

Niet verrassend

Voor de kenners van de regels en de impairment-praktijk is deze uitkomst absoluut niet verrassend. Goodwill mag op een (zeer) hoog niveau in de organisatie worden beoordeeld, waardoor een acquisitie vaak wordt beschermd door de interne goodwill van andere bedrijfsonderdelen die in de test worden opgenomen. Shielding heet dit in jargon. De impairment test kent verder geen begrenzing in de tijd. Verwachte positieve marges vanaf het einde van de budgetperiode tellen daarom sterk mee in de berekende bedrijfswaarde van het operationele segment.

En als klap op de vuurpijl: ondernemingen stellen de testen zelf op en geloven uiteraard in de terugverdienbaarheid van hun eigen activa. De IASB heeft het in dit kader over "a natural bias that management may have towards optimism". Deze bias is de reden dat het voorzichtigheidsbeginsel weer in ere is hersteld in het Conceptual Framework.

Een ander argument van een FASB-lid is ook een klassieker in de literatuur: het gaat de analisten vooral om de winst- en-verliesrekening en het kasstroomoverzicht. Hij wees op de verandering in de topindex van de Amerikaanse beurs gedurende het bestaan van de FASB. De top bestaat nu uit Amazon, Apple, Google, Facebook en Microsoft, in tegenstelling tot de kapitaalintensieve zwaargewichten van een halve eeuw geleden. Dus waarom zoveel moeite doen (en kosten maken) voor het elke keer weer testen van een post op een balans waar de aandacht niet echt naar uitgaat.

Tijdgeest

Het zijn allemaal argumenten die eerder de revue zijn gepasseerd. Maar zoals ik al eerder heb beweerd: ook accounting-standaarden zijn onderdeel van een politiek proces en bewegen mee met de tijd. Het impairment-only model is in de VS geïntroduceerd om de pijn van het afschaffen van pooling accounting te verzachten. De IASB volgde braaf een aantal jaar later. En nu blijkt uit de kille cijfers dat de pijn teveel is verzacht en wordt er feitelijk meer prudentie geëist. En een regelgever kan niet anders dan aan deze veranderde tijdgeest gehoor geven. Daarom verwacht ik ook dat vroeger of later de IASB zal meegaan.  

Is dit erg? Hebben we een probleem? Nee hoor, absoluut niet. In Europa en dus ook in Nederland heeft het impairment-only model nooit voeten aan de grond gekregen, althans EU-IFRS buiten beschouwing latend. Goodwill moet gewoon worden afgeschreven en mocht zelfs in een nog niet zo ver verleden als alternatief in een keer van het eigen vermogen worden afgeboekt. Thans geldt een afschrijvingsperiode over de economische levensduur met een maximum van tien jaar. Het maatschappelijk verkeer kan hier prima mee leven. Iedereen beseft dat de voordelen die in de betaalde goodwill besloten zitten eindig zijn. Ook gezien de vaak korte levenscyclus van diensten en producten en de heftige marktdynamiek, moeten synergiën snel worden benut om een overname succesvol te laten zijn. Betaalde goodwill wordt zo binnen een aantal jaren door interne goodwill vervangen, wat de basis is en blijft voor het afschrijvingsmodel.

Ruimte voor verbetering zit meer in de kwaliteit van de toelichting. Meer informatie over hoe belangrijke overnames bijdragen aan het resultaat en hoe succesvol de integratie verloopt ten opzichte van de verwachtingen. Daar is de IASB nu mee bezig, op grond van een 'door de ogen van het management-benadering'. Dat heeft meer zin in het kader van het verstrekken van nuttige informatie.

Als de IASB nu de FASB volgt in het afschrijvingsmodel en omgekeerd de FASB de IASB volgt in de kwaliteit van de toelichting, dan verenigen we de best of both worlds. Want uiteindelijk is een wereldwijd eenduidige standaard voor de verwerking van deze omstreden post ook een waardevol goed.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Ralph ter Hoeven is partner bij Deloitte Accountants en hoogleraar externe verslaggeving aan de Rijksuniversiteit Groningen.

8 reacties

Jan Weezenberg

@Dick Van Offeren 8 januari 2021

Geachte Heer van Offeren,
U schrijft "Afschrijven van activa die geen waardedaling hebben ondergaan geeft mijns inziens geen goed inzicht in vermogen en resultaat in de jaarrekening".

Daar heeft U gelijk in. Denk aan grond.
Ook wel : afschrijven tot een bepaalde restwaarde.

Voor goodwill ligt het naar mijn mening iets anders.

Van goodwill is (n.m.m.) sprake als er voor een collectiviteit van activa meer wordt betaald dan voor de afzonderlijke activa.
Dit vanwege de verwachting dat met het gebruik van de (immateriele) activa winst kan worden gemaakt.

Naarmate er winst wordt gerealiseerd
zal de verwachting voor toekomstige winsten kleiner worden, gezien de fasen in de life-cycle van de produkten/organisaties, etc.

Als dan niet wordt afgeschreven op goodwill (of geactiveerde produktontwikkelingskosten)
kom je op een geflatteerde balans.

Een dramatisch voorbeeld is de ineenstorting van Rolls Royce, dat niet afschreef op ontwikkelkosten (die niet meer konden worden terugverdiend) en doorging met dividendbetaling, terwijl in feite sprake was van een verlieslatende organisatie.

Destijds werd dan ook gesteld dat principes van goed koopmansgebruik (voorzichtigheidsprincipe, realisatieprincipe) ten onrechte niet waren toegepast.

Het doel van berichtgeving zou (o.a.) moeten zijn " inzicht in huidige en toekomstige financièle weerstand "

De Engelse balanspresentatie (fixed capital section, working capital section, elk met een saldo ) was mooi, maar werd in Nederland niet geaccepteerd.

De kunst is het vinden van de combinatie relevantie en betrouwbaarheid.
Met als kers op de taart "begrijpbaarheid "

Het beeld van Prof. ter Hoeven over de plussen en minnen (goodwill 300 % versus vermindering (3%) is toch wel een aanwijzing, dat er wat gebakken lucht in de balans zit.

We zullen het zien,,


Vriendelijke groet,
Jan Weezenberg




Dick Van Offeren

Mag ik een tegengeluid laten horen?

Ik zou de stelling wel durven verdedigen dat voor de externe verslaggeving "impairment-only" de enige juiste afschrijvingsmethode voor vaste activa is.
Afschrijven heeft met kostprijsbepalen en met fiscale winstbepaling te maken. Afschrijven van activa die geen waardedaling hebben ondergaan geeft mijns inziens geen goed inzicht in vermogen en resultaat in de jaarrekening.

Goed koopmansgebruik is de grondslag voor de fiscale winstbepaling. Het is voor de jaarrekening sinds in 1971 de Wet op de Jaarrekening van Onderneming werd ingevoerd geen grondslag meer voor de jaarverslaggeving. |en dat is maar goed ook.




Jan Weezenberg

@ Jan Achten 7 december 2020

Geachte Heer Achten,

Ik ben geen deskundige op het gebied
van IFRS.

Wel weet ik dat een voorsprong op grond van gekochte winstpotentie (goodwill) maar een korte levensduur heeft.
Met name bij snelle technologische ontwikkeling.

Ik begrijp Uw conclusie dus helemaal en onderschrijf die.

Ik lees dan:
"Kortom, impairment-only had niet goedgekeurd mogen worden voor IFRS-EU ".

Maar die goedkeuring is wel verleend !

Mijn vraag is dan :door wie en hebben die goedkeurende instanties zo weinig kennis in huis, dat dit soort regels toegelaten kan worden?

En de vervolgvraag is dan natuurlijk : hoe veel meer "discutabele" regels zijn door deze clubs nog in omloop
gebracht ?

Er was eens GOED KOOPMANS GEBRUIK.......

Vriendelijke groet,
Jan Weezenberg


Jan Achten

Inderdaad, hoe mensen kunnen beweren dat in een digitale wereld de gekochte goodwill nog voor het volle bedrag aanwezig is...
Nog een argument tegen impairment-only: indien impairment plaatsvindt, is dat veel eerder in een recessie dan in een hausse, is derhalve procyclisch en aldus schadelijk voor de economie. EFRAG etc. moeten toetsen of een IAS/IFRS bijdraagt voor het welzijn. Kortom, impairment-only had niet goedgekeurd mogen worden voor IFRS-EU.

Alexander Bolwerk

Bij Akzo begin jaren '80 al proberen uit te leggen dat je wat-je-teveel-betaald-hebt zelden terugverdient.
Voeg daarbij het aantal (mislukte) acquisities dan valt het nauwelijks te begrijpen dat dit de "standaard" moest zijn. CEO's konden zo hun miskoop verdoezelen. (zeker bij AkoNobel later)

Gert-Peter den Hollander

Het werd tijd dat pragmatiek voorrang krijgt boven theorie. Zullen we acquisitiekosten ook maar gewoon activeren en afschrijven? En contingencies alleen recognisen als ze probable zijn? En comparatives niet aanpassen binnen de measurement period? Dan wordt toepassing van IFRS 3 minder ingewikkeld en (wat mij betreft) dus begrijpelijker. Iedereen die het daar mee eens is: schrijf een brief naar de IASB. U hebt nog 4 weken!

Ralph ter Hoeven

Terechte opmerking Dick; On top of that hebben we ook nog een weerlegbare veronderstelling bij 20 jaar (RJ 216.221). Ik vermoed dat FASB zal gaan komen met economische levensduur voorzien van een maximum.

Dick van Offeren

Dank voor dit heldere overzicht.

Niet de kern van het artikel maar toch maar even een correctie. In Nderland geldt wettelijk de economische levensduur ("de verwachte gebruiksduur" in art. 2.386 BW) zonder de beperking van tien jaar.
De tienjaarsbeperking geldt alleen "In uitzonderlijke gevallen waarin de gebruiksduur van kosten van ontwikkeling en goodwill niet op betrouwbare wijze kunnen worden geschat, worden deze kosten afgeschreven in een periode van ten hoogste tien jaren."
Het gaat om "uitzonderlijke gevallen" dus daarom ga ik verder niet in op dit bizarre voorschrift. Want voor een termijn anders dan tien jaar zal toch een betrouwbare schatting nodig zijn.
In ieder geval leidt de genoemde tienjaarstermijn tot misverstand.

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.