Ook voor accountants is er werk aan de winkel om ondermijning van de bovenwereld door de onderwereld tegen te gaan, stelt NBA-voorzitter Kris Douma.
Discussie ColumnDe rol van de accountant bij de bestrijding van 'ondermijning'
Onlangs was ik aanwezig bij een diner en gesprek met de minister van Justitie en Veiligheid David van Weel, over het thema 'ondermijning'. Vanzelfsprekend kan ik daarover niet in detail schrijven, maar één ding is wel duidelijk: er zijn toenemende zorgen over de infiltratie van de criminele onderwereld in de bovenwereld. Het buzzword was 'weerbaarheid'. Ook voor de accountantssector ligt er een belangrijke publieke taak. Wat betekenen 'onze' buzzwords - professioneel-kritische instelling, onderzoekende geest, rug recht houden en zeggen wat je ziet - voor de weerbaarheid en bijdrage van accountants aan het bestrijden van die 'ondermijning'?
Het eerste antwoord van de accountancy ligt in het proces van klantacceptatie, want voor sommige risicofactoren is een analyse vooraf gewenst. Vanzelfsprekend maakt communicatie met de voorgaande accountant daar deel van uit. Ook wordt gekeken naar de ultimate beneficiary owners (UBO's). Top op heden zijn er veel ondernemingen die hun jaarstukken niet (tijdig) bij de Kamer van Koophandel deponeren en in sommige gevallen ontbreekt een (actuele) registratie van de UBO's. Betere signalering door de KvK en handhaving door de Belastingdienst is vereist.
Maar dat is niet genoeg. Wat regelmatig gebeurt, is dat als een accountant een klant weigert die door de volgende, of de volgende, of … uiteindelijk toch een keer wordt geaccepteerd. Andere poortwachters, zoals banken en notarissen, hebben hetzelfde probleem. Daarom zou het bijzonder behulpzaam zijn als er een centraal beheerde 'datakluis' per onderneming zou zijn, waarin geautoriseerde (!) poortwachters informatie kunnen delen. Dat scheelt enorm veel menskracht en middelen en vergroot de effectiviteit. Poortwachters, minister en de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) moeten met elkaar in gesprek over wat wel en niet kan.
De tweede fase is natuurlijk de controle of, meer in het algemeen, de uitvoering van werkzaamheden. Agrarische bedrijven en distributiecentra met lege schuren, of hallen op stille locaties, zijn vatbaar voor ondermijning door drugslaboratoria. Vastgoed, uitzendbureaus en andere sectoren waar soms ook nog veel met contant geld wordt gewerkt, zijn vatbaar voor witwassen. Dat geldt overigens ook voor notariskantoren zelf. Havens, de transportsector, de financiële sector, de cryptomarkt, de markt voor tweedehands spullen: risico's van ondermijning liggen op de loer. Kwetsbaar zijn ook 'marginale' ondernemingen die een continuïteitsrisico lopen.
In de huidige situatie van wereldwijde politieke onzekerheid is er een tweede issue dat aandacht vraagt. Exporterende bedrijven in gevoelige sectoren, zoals IT, vliegtuig-, scheeps- of machinebouw kunnen betrokken raken bij overtreding van sancties. Als een onderneming de afgelopen jaren omzet aan Rusland is kwijtgeraakt, maar een enorme omzetstijging naar Turkije of Armenië kent, moet dat reden zijn om heel goed te kijken naar de eindafnemer!
Derde fase moet natuurlijk zijn melding bij politie, justitie, FIU of een andere bevoegde instantie, die kan zorgen voor justitiële opvolging. Daar hebben we nette afspraken over (hoe, wat, wanneer), waarbij het publiek belang doorslaggevend moet zijn. Gelukkig heeft het NBA-onderzoek naar de verhouding 'geheimhouding en transparantie' laten zien dat we die ruimte ook hebben, in het publiek belang.
Maar dan is het natuurlijk wel belangrijk dat de privacy van de melder effectief wordt gerespecteerd. Echt niemand (!) wil zijn/haar naam vermeld zien in een openbaar strafdossier. Gelukkig leek ook die boodschap bij minister Van Weel niet aan dovemansoren. Dus er is werk aan de winkel, voor de minister en voor ons, om (verdere) ondermijning van de bovenwereld door de onderwereld tegen te gaan.