Marcel Pheijffer

Marcel Pheijffer is blij met de keus die de NBA heeft gemaakt bij het opstellen van een praktijkhandreiking over corruptie en de rol van de accountant.

Discussie Column

Corruptie is een vorm van fraude

Onlangs heeft de NBA praktijkhandreiking 1137 met als titel 'Corruptie, werkzaamheden van de accountant' gepubliceerd. Daarin is – eindelijk – een belangrijke knoop doorgehakt: evidente vormen van corruptie (zoals de traditionele omkoping, kickbacks en faciliterende betalingen) worden als fraude geduid. Daarmee dient de accountant naar de mening van de NBA corruptie(risico's) vanuit fraudestandaard NV COS 240 te beschouwen en niet vanuit NV COS 250 inzake de naleving van wet- en regelgeving.

Vraag een verstandige leek naar voorbeelden van fraude en de kans is groot dat een rijtje wordt genoemd waarvan corruptie deel uitmaakt. Lees rechterlijke uitspraken, berichten van het Openbaar Ministerie of krantenberichten over corruptiezaken. Ook daarin worden de (container)begrippen fraude en corruptie door elkaar heen gebruikt. Of lees het AFM-rapport Scherper op frauderisico's!, waarin wordt aangegeven dat bij wetsovertredingen zoals corruptie de fraudekenmerken opzet, misleiding en wederrechtelijk voordeel vrijwel altijd een rol spelen. Kortom: de NBA handelt hier met oog voor de maatschappelijke opvattingen over corruptie als fraudevorm.

De NBA heeft met deze praktijkhandreiking dan ook een stap vooruitgezet. Ondanks dat er onder vakgenoten en vanuit accountantskantoren jarenlang gesputter is geweest over de keuze om corruptie als een fraudevorm te zien. Gesputter in de vorm van academische en semantische discussies, die ieder raakvlak met de praktijk miskenden. Discussies waarin doelredeneringen werden gehanteerd en collega's met (ver)gezochte voorbeelden kwamen.
Het gesputter vanuit accountantsorganisaties moet overigens worden bezien tegen de achtergrond van diverse corruptiekwesties waarbij cliënten van accountantsorganisaties waren betrokken. De meest prominente casus betrof Ballast Nedam/KPMG, maar ook Vimpelcom/EY en SHV-Eriks/PwC trokken de aandacht.

Waar de NBA een stap vooruitzet, kiest de International Auditing and Assurance Standards Board (IAASB) voor de status quo. In de herziene controlestandaard 240 inzake fraude kiest de IAASB ervoor "to adress the themes of 'corruption, bribery, and money laundering' not in Exposure Draft-240, but in standard 250". Dit met de volgende motivering: "In its deliberations, the IAASB agreed that the definition of fraud should not be expanded to include these terms considering how they may have varying definitions or interpretations across jurisdictions and how introducing these terms into the proposed standard may significantly increase the scope of an audit of financial statements".
Dit betreft een politieke keuze en heeft weinig te maken met het oprekken van de fraudedefinitie. Zoals de AFM in het eerdergenoemde rapport terecht heeft aangegeven, voldoet corruptie veelal aan de fraudekenmerken opzet, misleiding en wederrechtelijk voordeel. Maar goed, de IAASB geeft kennelijk voorrang aan een definitiekwestie boven maatschappelijke opvattingen en het publiek belang om corruptie duidelijk en stevig aan te pakken.
Terecht heeft Eumedion in haar recente reactie op de herziening van controlestandaard 240 dan ook gewezen op het feit dat de IAASB hier de verkeerde weg inslaat en goede nota zou moeten nemen van de Nederlandse praktijkhandreiking 1137. Voorts: "Eumedion sees a justified need for the IAASB to increase the scope of 240 to include corruption. The indeed material step-up in the auditor's assessment of adequate transparency by corporates would in itself help safeguard adequate detection of corruption by corporates, adequate transparency on corruption incidents by corporates, and their own fair assessment of the effectiveness of their anti-corruption measures. The impact of such a decision by the IAASB will be positive and material and would not be limited to fewer investors depending on fraudulently achieved corporate results, but is also in the interest of fair competition and the well-functioning of societies."

Ik verwacht overigens niet dat de IAASB alsnog 'omgaat', ook niet na kennisneming van de Nederlandse praktijkhandreiking 1137. Ik verwacht evenmin dat de discussie in Nederland stopt, maar juist dat die weer wordt aangezwengeld naar aanleiding van het standpunt van de IAASB. Zo zal Alexander Vissers betogen dat de praktijkhandreiking geen status heeft en dat de NBA niet bevoegd is zich met dergelijke regelgeving te bemoeien.

In het licht van de ESG-regelgeving en met name de European Sustainability Reporting Standards (ESRS), is de vraag of corruptie een vorm van fraude is overigens nauwelijks relevant. In ESRS G-1 inzake Business Conduct wordt de focus namelijk nadrukkelijk op corruptie gericht: "The undertaking shall provide information about its systems to prevent and detect, investigate , and respond to allegations or incidents relating to corruption and bribery including the related training". Deze bepaling maakt dat de onderneming en de accountant die assurance verstrekt, nadrukkelijk rekening zullen moeten houden en aandacht moeten besteden aan corruptierisico's.

Gelukkig gaat het hier uiteindelijk niet om definities, maar om gezond verstand. Dat heeft de NBA ditmaal in ieder geval goed begrepen!

Wat vindt u van deze column?

Reageer

Marcel Pheijffer (1967) is hoogleraar Forensische Accountancy aan de universiteiten Nyenrode en Leiden.

Gerelateerd

reacties

Reageer op dit artikel

Spelregels debat

    Aanmelden nieuwsbrief

    Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

    Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.