Marcel Pheijffer

Door stemmen vanuit het maatschappelijk verkeer te negeren en die van accountantsorganisaties te laten prevaleren, neemt de NBA volgens Marcel Pheijffer een verkeerde afslag rondom de geheimhouding.

Discussie Column

Schimmenspel rond geheimhouding duurt voort

De NBA heeft de discussie over geheimhouding afgesloten. De bestaande regelgeving zou voldoende handvatten bevatten. Dat was echter niet wat ter discussie stond en betrof dus niet het cruciale punt waar de discussie om draaide. Want die ging over de vraag of accountants die handvatten in de praktijk juist toepassen. De NBA kiest ervoor de status quo te handhaven en schaart zich zo aan de zijde van de kantoren die – uit angst voor aansprakelijkheidsclaims – geen enkele behoefte hebben aan een ruime(re) toepassing van de bestaande regels.

Naar aanleiding van de consultatie en een rondetafeldiscussie over de notitie Geheimhouding ontrafeld constateert Wilbert Geijtenbeek in zijn artikel over het bestuursbesluit "een schisma tussen de precieze accountants en meer rekkelijke stakeholders, zoals de AFM en belangenbehartigers van investeerders". De NBA kiest volgens Geijtenbeek voor de "precieze lezing". Daarbij gaat de NBA mijns inziens totaal voorbij aan (1) het feit dat accountants een wettelijk gereguleerd beroep uitoefenen ten behoeve van het maatschappelijk verkeer; (2) de discussie over geheimhouding meer situaties omvat dan de controle van de jaarrekening; (3) verschillende rechters op verschillende niveaus meermaals de lijn hebben gevolgd die de AFM en belangenbehartigers van investeerders voorstaan.

Wat betreft het eerste punt: de NBA redeneert primair vanuit de positie van de accountant, maar bekijkt de kwestie nauwelijks vanuit het maatschappelijk verkeer. Wat betreft de investeerders wordt daarbij met name gedoeld op organisaties zoals de VEB, European Investors en Eumedion. Zij vertegenwoordigen aandeelhouders. Indien de NBA zich zou verdiepen in de (a) eerstejaarscolleges over de agency theory; (b) de basisregels van corporate governance; en (c) de wijze waarop de benoeming van de accountant wettelijk is geregeld, komt wellicht het besef dat de belangen van aandeelhouders in relatie tot de rol van de accountant niet zo makkelijk kunnen worden gepasseerd als nu het geval is. Door enerzijds de stemmen vanuit het maatschappelijk verkeer te negeren en anderzijds die van accountants(organisaties) te laten prevaleren, neemt de NBA wat mij betreft een verkeerde afslag.

Wat betreft het tweede en derde punt: de NBA legt – kort en simpel gezegd – de nadruk op het feit dat in het bestuursverslag dient te staan wat van belang is en dat de accountant het bestuur van de gecontroleerde dient te bewegen hetgeen van belang is dan ook daadwerkelijk daarin te melden. Pas als het bestuur van de gecontroleerde dat niet doet, komt de accountant – via zijn verklaring – publiekelijk in actie.

Dit is inderdaad zoals het hoort. Maar deze weergave door de NBA gaat eraan voorbij dat de problematiek van geheimhouding juist ook op diverse andere vlakken dan louter de jaarrekeningcontrole speelt, waar de NBA over zwijgt. Bijvoorbeeld: een opdrachtgever die van de accountant inzicht wil in de wijze waarop de controle is uitgevoerd en hoe dat in het controledossier is vastgelegd. De curator die een soortgelijk inzicht wil verwerven. Of aandeelhouders en andere belanghebbenden die in deze een verantwoording van de accountant wensen.

In meerdere gevallen is door genoemde belanghebbenden inzage in het controledossier via de rechter verzocht én verkregen. Het gaat dan vooral om zaken waarin fraude en discontinuïteit een rol spelen en er twijfels zijn over het handelen van bestuurders én de accountant. Zaken waarin accountants op alle mogelijke manieren op de rem trappen en openheid van zaken tegenhouden, maar uiteindelijk toch aan het kortste eind trekken. Ik kan daarvan uit eigen ervaringen een groot aantal voorbeelden noemen, maar mag dat – ironisch genoeg – niet vanwege mijn geheimhouding.

Twee opmerkingen tot slot. Ten eerste: de Monitoring Commissie Accountancy (MCA), de Commissie toekomst accountancysector (Cta) en de kwartiermakers hebben zich ook over de geheimhouding uitgelaten. De laatsten toonden zich in hun slotrapportage zichtbaar geïrriteerd over de stroperigheid waarmee de NBA acteert en wezen op de "interne strijd en behoudzucht" binnen de NBA. In hun woorden: "Het risico bestaat dat vooruitstrevende, goede voorstellen een lange doorlooptijd kennen en uiteindelijk eindigen in een consensusdocument waarin geen kleur meer wordt bekend. Het stuk over geheimhouding en de uitbreiding van de accountantsverklaring zijn hier goede voorbeelden van. Dit brengt het beroep niet verder."

Het tweede punt betreft de verwijzing van de kwartiermakers naar de uitbreiding van de controleverklaring. Het gaat dan onder meer over het rapporteren van bevindingen inzake fraude. Een discussie daarover loopt al vanaf 2021. Eind 2021/begin 2022 werd dit als een belangrijk punt op de agenda van de NBA benoemd. Bij het openbaar maken van het bestuursbesluit over de geheimhouding werd echter gemeld dat dit onderwerp is "geparkeerd" totdat Standaard 700 wordt geëvalueerd. Ook hier is louter sprake van stilstand.

Mijn goede vriend en hoogleraar Bob Hoogenboom haalde op deze website meermaals de Tijgerkatstrategie (Il Gattopardo) aan. Daarin wijst hij op de halfslachtige pogingen van de accountancysector om te reageren op politieke en maatschappelijke kritiek en op het telkens komen met schijnveranderingen. Ik herhaal zijn woorden omdat ik het zelf niet beter kan verwoorden:

"Wat hier wetenschapsfilosofisch interessant is, is het volledig diskwalificeren van een (inter)nationale empirische basis, vastgelegd in tuchtzaken, strafzaken, hoorzittingen in het Britse, Amerikaanse, Europese en Nederlandse parlement, (parlementaire) onderzoekscommissies, onderzoeksjournalistieke publicaties en honderden wetenschappelijke artikelen over de afwezigheid van accountants, dan wel de nalatigheid van hen en/of samenspanning met de principaal to cook the books."

Wat vindt u van deze column?

Reageer

Marcel Pheijffer (1967) is hoogleraar Forensische Accountancy aan de universiteiten Nyenrode en Leiden.

Gerelateerd

reacties

Reageer op dit artikel

Spelregels debat

    Aanmelden nieuwsbrief

    Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

    Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.