Marcel Pheijffer

Nu de druk van kritische commissies en kwartiermakers is weggevallen, keert de zelfgenoegzaamheid weer terug binnen de accountantssector, zo vreest Marcel Pheijffer.

Discussie Column

Gebrek aan daadwerkelijke cultuurverandering

Bij verschillende bijeenkomsten kreeg ik onlangs de vraag of ik er spijt van had dat ik mezelf heb uitgeschreven en de accountantstitel niet meer mag voeren. "Nee", was het korte antwoord, waarna ik een stilte liet vallen. Om te vervolgen met "nu heb ik in ieder geval geen last meer van plaatsvervangende schaamte". Het langere antwoord ligt wat genuanceerder, maar daar gaat het mij nu niet om. Wel om die schaamte.

Schaamte die niet slaat op de vele hardwerkende enthousiastelingen die het accountantsvak rijk is. Die met het hart op de goede plaats, met 'oog en oor' voor cliënten en collega's, op integere wijze hun werk doen. Voor de Young Professionals die initiatiefrijk zijn en een positieve wind door het beroep laten waaien. Voor het deel van de oudere garde die het beste beentje voortzet en zich niets aantrekt van negatief gedoe.

Schaamte die wel slaat op de bestuurlijke inertie. Met name bij de grote kantoren en de beroepsorganisatie. 'Inertie' in de zin van luiheid en traagheid. Gecombineerd met een gebrek aan daadkracht, transparantie, zichtbaarheid, oplossingsgerichtheid en de bereidheid om beestjes bij de juiste naam te noemen. Ik noem een paar voorbeelden.

Examenfraude

Ik erger me bijvoorbeeld mateloos aan de traagheid van de interne onderzoeken naar de examenfraude, het gebrek aan duidelijke communicatie over (tussentijdse) uitkomsten en maatregelen, alsmede aan het spelen van woordspelletjes.

Traag. Het is immers bijna twee jaar nadat de AFM de grote kantoren opdrachten gaf om onderzoeken naar examenfraude in te stellen. Maar het is al meer dan vijf jaar geleden dat KPMG in de Verenigde Staten een forse sanctie kreeg opgelegd voor een dergelijk in de pers breed uitgemeten vergrijp. Zouden de Nederlandse kantoren naar aanleiding daarvan niet al stiekem eerder wat onderzoek hebben gedaan? Hebben moeten doen, al is het alleen maar uit risicobeheersing en het direct stopzetten van ongewenste praktijken. Hoe dan ook, als de onderzoeken een indicatie zijn van de voortvarendheid waarmee kantoren forensische onderzoeken doen, kunnen potentiële cliënten beter een andere oplossing zoeken.

Gebrek aan duidelijke communicatie. Bestuurders en anderen vertrokken met de staart tussen de benen bij enkele kantoren. Over het waarom zijn nauwelijks mededelingen gedaan. We lezen er te zijner tijd vast over in de schikkingen die in de maak zijn. Maar waarom geen transparantie in een persbericht of het ook daarvoor bedoelde transparantieverslag? Waarom wel voorzieningen treffen, maar geen duidelijkheid scheppen over de hoogte daarvan? Waarom geen overzicht van tussentijdse onderzoeksresultaten?

Interne onderzoeken. Wat mij betreft hadden dit externe onderzoeken door onafhankelijke derden moeten zijn. Dat de interne onderzoeken zijn begeleid door advocatenkantoren doet daaraan niets af. Integendeel: hun verschoningsrecht is een welbewust gekozen extra drempel in het geheel.

Woordspelletjes. De kantoren weigeren het woord 'examenfraude' in de mond te nemen, laat staan op schrift te hanteren. Terwijl toezichthouders in deze van meet af aan duidelijke taal hebben gesproken. Waarom kinderachtige woordspelletjes spelen en spreken over zaken als 'leercultuur', 'academic integrity ', of 'improper answer sharing'? Ook als je rotte vis mooi verpakt, blijft het stinken.

Strategie achter de schermen. In dit soort processen speelt achter de schermen veel meer. Natuurlijk zijn de belangrijkste onderzoeksresultaten al lang en breed bekend. Gedeeld met commissarissen, AFM en PCAOB. En zo nodig met (potentiële) cliënten. Aan hen wel. Want daaraan deelden diverse opdrachtpartners, bijvoorbeeld op aandeelhoudersvergaderingen, mee dat zij 'schoon' uit het onderzoek zijn gekomen en niet betrokken zijn bij verkeerde zaken.

Daarnaast is het waarschijnlijk dat de eerste overleggen tussen individuele kantoren en de toezichthouders over de onderzoeksresultaten en de wijze van afdoening al lange tijd lopen. Accountantsorganisaties nemen niet voor niets voorzieningen op: ze weten welke bui er boven hun hoofd hangt. Nu KPMG de eerste forse klappen heeft opgevangen, willen ze niet de eerstvolgende zijn. Hoe later je volgt, des te minder indringend zal de publiciteit zijn.

Samenvattend: de strategie is primair gericht op damage control. De traagheid, communicatie en woordspelletjes tonen perfect dat de gepretendeerde cultuurverandering die de afgelopen tien jaar is ingezet, op bestuurlijk niveau is mislukt.

ESG/CSRD

Waar de kantoren wel snelheid betrachten, daadkracht tonen en veel communiceren is op het terrein van ESG en CSRD. Een terrein dat inmiddels een speeltuin is geworden van over elkaar heen buitelende consultants en (schijn)deskundigen. Een terrein waarop intrinsieke motivatie de boventoon zou moeten voeren, maar wat een compliance-walhalla aan het worden is. Een terrein waarop eveneens woordspelletjes worden gespeeld, om de boel zo mooi mogelijk te verkopen. Een terrein waar nog veel 'knollen voor citroenen' worden verkocht. Door ondernemingen die verantwoording afleggen, waarbij accountants vervolgens zekerheid verstrekken. Althans een beetje zekerheid, maar wat begrijpt de buitenwereld nou eigenlijk van een dergelijke nuance? Door die buitenwereld wordt vertrouwd op de handtekening van de accountant. Daar gaat het om.

Ik ben de afgelopen twee jaar door meerdere organisaties, waaronder beursgenoteerde ondernemingen in het topsegment, gevraagd om in sessies hun niet-financiële informatie van commentaar te voorzien. Met mijn gehoor kwam ik telkens tot de conclusie dat - laat ik het vriendelijk zeggen - de verslaggeving nog voor verbetering vatbaar is.

Mijn ergernis zit er niet in dat dat zo is, maar dat de accountant dat niet duidelijk tot uitdrukking brengt. Anders gezegd: de accountant zou minstens zo kritisch moeten zijn op wat er niet in de verslaggeving van de cliënt staat, als wat er wel staat. Zeker als door een incomplete weergave een misleidende voorstelling van zaken wordt gegeven.

Inmiddels hebben we in de controleverklaring bij de financiële verslaggeving een paragraaf over frauderisico's opgenomen. Ik pleit ervoor om bij de verklaring over niet-financiële informatie - zeker in de beginjaren - een specifieke paragraaf op te nemen over (1) verbeterpunten in de verslaggeving en (2) greenwashing.

Private equity

Private equity is bij de reguliere vergunninghouders de talk of the town. Discussies worden gevoerd met eurotekens in de ogen. Ook bij kantoren die op hun website verkondigen te staan voor het leveren van kwaliteit aan cliënten en voor goed werkgeverschap. Het is maar de vraag of en zo ja hoe, die onderwerpen hand in hand gaan.

Toezichthouders in binnen- en buitenland uiten hun zorgen over de opkomst van private equity. Maar welke discussie wordt er binnen de accountancysector gevoerd? Zijn we ons voldoende bewust van de risico’s en gewenste randvoorwaarden? Van de effecten op kwaliteit, voor cliënten en medewerkers?

NBA: je hoort en ziet ze nauwelijks

Naar mijn mening zien en horen we te weinig van de beroepsorganisatie. De voorzitter van de NBA doet weliswaar zijn best om nog iets van daadkracht in het examenfraudedossier uit te stralen. Maar hij wordt niet geholpen en gesteund door de kantoren. Het maakt zijn oproepen in deze tot nog toe krachteloos.

Bovendien wordt juist geen daadkracht getoond als het gaat om de evaluatie van de regelgeving en de uitvoering daarvan op het gebied van permanente educatie. Laat staan dat de NBA al is gekomen met voorstellen tot aanpassingen en verbeteringen. Waar gaan we naartoe, als het stof van de examenfraude is neergedaald?

De NBA gaat mee in de positieve vibe binnen de sector op het gebied van ESG/CSRD. Maar juist van de beroepsorganisatie zou je ook aandacht mogen verwachten ten aanzien van vraagstukken waar accountantsorganisaties minder of geen aandacht voor hebben. Die aandacht is er slechts mondjesmaat. De recente paper over ESG-fraude en greenwashing is te vrijblijvend, obligaat, theoretisch en 'hoog over'.

De NBA is eveneens een opvallende afwezige als het gaat om de discussie over de (on)wenselijkheden van private equity, over de risico's en kansen, over de grenzen van wat wel en niet kan.

Kortom

De examenfraude, de omgang met ESG/CSRD en private equity tonen dat de pretenties over een vanaf 2014 ingezette cultuurverandering binnen de sector in de praktijk onvoldoende worden waargemaakt. De Werkgroep toekomst accountantsberoep wees in 2014 op het belang van cultuur en gedrag, schetste een voedingsbodem voor incidenten en sprak over economische meewind die resulteerde in een cultuur van zelfgenoegzaamheid. De Cta en MCA constateerden dat de accountancysector tegendruk nodig had om in beweging te komen.

De examenfraude is hét symbool van een gebrek aan cultuurverandering, zeker ook aan de top, gegeven de wijze waarop met dit onderwerp wordt omgegaan. ESG/CSRD zorgen voor economische meewind voor accountants. In de discussie over private equity binnen kantoren gaat het onder partners primair over de financiële consequenties en daarna pas over kwaliteit, cliënten en werknemers.

Nu de tegendruk van Cta, MCA en kwartiermakers is weggevallen, keert de zelfgenoegzaamheid weer terug binnen de sector. Ik mis daarbij bovendien een duidelijke stem en visie van de NBA, als het gaat om de vraagstukken die actueel zijn.  

Wat vindt u van deze column?

Reageer

Marcel Pheijffer (1967) is hoogleraar Forensische Accountancy aan de universiteiten Nyenrode en Leiden.

reacties

Reageer op dit artikel

Spelregels debat

    Aanmelden nieuwsbrief

    Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

    Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.