Arjan Brouwer

Accountants hebben gelijk als ze stellen dat ondernemingen en hun bestuurders en commissarissen ook een verantwoordelijkheid hebben, als het gaat om het voorkomen van fraude en het waarborgen van betrouwbare verslaggeving. Maar laten we niet wachten op anderen om dat af te dwingen en dat vooral zelf doen, meent Arjan Brouwer.

Discussie Column

Doe het dan zelf!

De sector werkt al lang hard aan de kwaliteit van de accountantscontrole. Ondanks alle inspanningen gaat dat met wisselend succes. Na positieve geluiden over de verbeterslagen concludeert de AFM in een recent rapport dat accountants betere frauderisicoanalyses moeten uitvoeren dan nu het geval is. Het AFM-rapport bevat een combinatie van feitelijke constateringen, verschillen van inzicht over de uitleg van COS 240 en meer subjectieve oordeelsvorming ten aanzien van bijvoorbeeld de professioneel-kritische instelling, diepgang van de analyse en gesprekken daarover binnen het team. De sector kan op zijn zachtst gezegd niet tevreden zijn over deze kritische reflectie en moet de constateringen in het rapport analyseren om van daaruit weer hard verder te werken.

Naar aanleiding van het rapport werd ook de Verklaring Omtrent Risicobeheersing (VOR) weer genoemd. Het is immers primair de gecontroleerde organisatie die verantwoordelijk is voor fraudepreventie en -detectie. Het AFM-rapport suggereert dat lang niet alle gecontroleerde organisaties daar voldoende serieus werk van maken. De AFM verhaalt bijvoorbeeld over organisaties waar het management en organen die zijn belast met governance onvoldoende aandacht besteden aan frauderisico's en geen eigen (geformaliseerde) frauderisicoanalyse hebben. Een observatie die de meeste accountants zullen herkennen. Meer algemeen wordt regelmatig geconstateerd dat er een relatie bestaat tussen de kwaliteit van governance en interne beheersing bij controlecliënten en de kwaliteit van de controle. Het is nu eenmaal makkelijker om een goede controle uit te voeren als je niet hoeft te compenseren voor niet of niet goed uitgevoerde interne controles en slechte of late oplevering van controle-informatie.

Ik ben dan ook een voorstander van de introductie van een VOR en het neerleggen van een stevigere verwachting van de randvoorwaarden die bij gecontroleerde organisaties moeten zijn ingevuld. Overigens heb ik weinig hoop dat het op korte termijn tot een voldoende brede implementatie komt en ben ik bang dat een slap aftreksel in de Corporate Governance Code, die alleen van toepassing is op beursgenoteerde ondernemingen, een meer voor de hand liggende uitkomst is. En het moet natuurlijk duidelijk zijn dat het geen substituut is voor het goed uitvoeren van de werkzaamheden die de verantwoordelijkheid zijn van de accountant zelf.

Daarnaast komt er bij mij één vraag op in het licht van de discussie over de VOR. Waarom zijn accountants zelf niet strenger voor controlecliënten en dwingen ze noodzakelijke verbeteringen in de interne beheersing en governance niet zelf af? Een goede controle waarbij fouten (al dan niet als gevolg van fraude) worden ontdekt en gecorrigeerd is belangrijk, maar bij ondernemingen die de zaken niet op orde hebben en teveel fouten maken is het wachten op het moment dat een fout niet wordt ontdekt.

Een meer duurzame bijdrage van de accountantscontrole aan het maatschappelijk verkeer is het versterken van de kwaliteit en interne beheersing bij gecontroleerde organisaties, door hierover duidelijke verwachtingen te formuleren en de onderneming daaraan te houden. Door goed onderzoek te doen naar de interne beheersing en in management letter, board report, rapportage naar de moeder en/of controleverklaring heel duidelijk en scherp te rapporteren over de verbeteringen die noodzakelijk zijn en de consequenties als dat niet gebeurt. Bijvoorbeeld als de organisatie zelf geen goede frauderisicoanalyse uitvoert waar de accountant kennis van kan nemen en die hij of zij kritisch kan challengen.

Daar hoort wat mij betreft ook bij dat accountants organisaties de deur wijzen als ze niet bereid zijn de noodzakelijke verbeteringen te realiseren en die organisaties en hun bestuurders zelf de consequenties daarvan dragen. In tegenstelling tot de zorg van CTA en minister dat er wel een handjevol organisaties bestaat die geen accountant kan vinden die de controle wil doen, is mijn zorg dan ook eerder dat het maar een handjevol is.

Na jarenlang praten over steviger verslaggevingseisen ten aanzien van continuïteit en levensvatbaarheid voor ondernemingen en meer expliciete eisen aan de interne beheersing en de verantwoording daarover (in de vorm van de VOR), mag het toch duidelijk zijn dat er weinig politieke wil is om meer te verlangen van de gecontroleerde organisaties. En bij de meeste organisaties zelf nog minder. Alles wat er in dit kader dan ook gebeurd is, is een door de beroepsorganisatie opgelegde extra rapportageverplichting voor de accountant over deze onderwerpen in de controleverklaring. Daar kan de sector heel teleurgesteld en verdrietig over zijn, maar dat zal niet veel aan deze patstelling veranderen. Als het vooral accountants zijn die het belangrijk vinden dat de rapportageketen wordt versterkt, laten we het dan ook maar zelf afdwingen.

Wat vindt u van deze column?

Reageer

Arjan Brouwer is partner bij PwC en hoogleraar externe verslaggeving aan de VU Amsterdam.

Gerelateerd

7 reacties

Ron Heinen

Aansluitend op de eerdere reacties waarin ik de antwoorden van de AI-systemen GPT4 en Bard met elkaar vergeleken heb, bijgaand nog een vergelijking tussen beide Ai-systemen.

We laten het wiskundige probleem op

https://www.accountant.nl/vaktechniek/2022/7/de-steekproefomvang-ontmaskerd---een-introductie/

oplossen door GPT-4 en Bard.

We stellen beide AI-Systemen achtereenvolgens de volgende vragen:

1. Wat is de kans dat k fouten voorkomen in n steekproeven volgens de binomiale verdeling?

2. Wat is n als k=0 en p = 5 procent?

3. Ik wil dat de kans dat er geen fouten voorkomen in n steekproeven kleiner is dan 5%, wat is dan n?

Antwoord GPT-4: "Dit betekent dat als je n steekproeven neemt met een foutkans van 5% per steekproef, en je wilt dat de kans dat er geen fouten voorkomen kleiner is dan 5%, dan moet je kiezen voor een waarde van n groter dan 59."

Antwoord Bard: "Als je wilt dat de kans dat er geen fouten voorkomen in n steekproeven kleiner is dan 5%, dan moet n groter zijn dan 30."

Je ziet dus dat GPT-4 dit wiskundige probleem goed oplost en Bard niet.

Ron Heinen

Als ik dezelfde vraag als in mijn vorige reactie uit het artikel stel aan de Google AI-machine Bard, dan krijg ik het antwoord:

"Er zijn een aantal redenen waarom accountants niet strenger zijn voor controlecliënten en noodzakelijke verbeteringen in de interne beheersing en governance niet afdwingen.

Relaties. Accountants hebben vaak langdurige relaties met hun controlecliënten. Dit kan ertoe leiden dat accountants te voorzichtig zijn om te streng te zijn, uit angst de relatie te schaden.
Angst voor aansprakelijkheid. Accountants lopen het risico op aansprakelijkheid als ze een fout maken in hun controlerapport. Dit kan ertoe leiden dat accountants te voorzichtig zijn om te streng te zijn, uit angst voor een rechtszaak.
Onvoldoende middelen. Accountants hebben vaak niet de middelen om controlecliënten grondig te onderzoeken. Dit kan ertoe leiden dat accountants zich te veel concentreren op het controleren van de cijfers, en te weinig op het beoordelen van de interne beheersing en governance.

Er zijn een aantal dingen die kunnen worden gedaan om accountants aan te moedigen om strenger te zijn voor controlecliënten en noodzakelijke verbeteringen in de interne beheersing en governance af te dwingen.

Verbeteren de opleiding van accountants. Accountants moeten beter worden opgeleid over de risico's van fraude en de noodzaak van sterke interne beheersing en governance.
Verbeteren de beloningsstructuur van accountants. Accountants moeten worden beloond voor het identificeren van risico's en het afdwingen van verbeteringen.
Versterken de toezichtsfuncties. De toezichtsautoriteiten moeten accountants beter kunnen controleren en straffen voor het niet naleven van de regels.

Door deze maatregelen te nemen, kunnen we ervoor zorgen dat accountants hun verantwoordelijkheid nemen om de belangen van de samenleving te beschermen."

Merk op dat in Bard referenties ontbreken

Alexander Vissers

Kunnen we nu eens ophouden te doen alsof Nederland een relevante grootheid is in de regelgeving met betrekking tot jaarverslaggeving en wettelijke controle van de jaarrekening, met te doen alsof jaarverslaggeving en jaarrekeningcontrole nationale processen zijn, stoppen met folklore? Continuïteit en levensvatbaarheid zijn subjectieve attributen die vooral daarvan afhankelijk zijn of de banken willen re-financieren dus relationeel en niet intrinsiek. Aangezien het controleaspect continuïteit in de Verordening 2014/537/EU is geregeld moet de nationale wetgever er met zijn handen van afblijven. Continuïteit is geen doel en discontinuïteit een natuurverschijnsel het zelfreinigende mechanisme van de vrije markt economie. In de VS gaan ze daar heel wat gezonder mee om. De VS kent geen wettelijke controle alleen een voorwaardelijke voor SEC registrants en zo hoort het ook. Als er staat "weinig politiek wil" is dat een lichtpuntje dat de Marxistische ideologie nog niet helemaal vrij spel heeft. Los daarvan staat het niet onredelijke voorstel dat accountants kritisch zijn ten aanzien van de inspanningen van hun cliënten. Daar kun je moeilijk tegen zijn. De VOR past niet binnen een continentale civil law traditie, de wet geldt hier net zo hard uitdrukkelijk als stilzwijgend. De handtekening onder de jaarrekening moet voldoende zijn. Wie instaat voor het resultaat hoeft niet daarnaast in te staan voor het proces.

Arnout van Kempen

Precies Hugo. Gelukkig maar dat er niet zoiets onzalige bestaat als een aanwijsbevoegdheid. Je moet er niet aan denken.

Hugo van Campen

Ik denk dat hier hele rake woorden worden gezegd. Op het moment dat een klant niet bereid is om te investeren (uiteraard rekening houden met de omvang en aard van de onderneming) in eigen maatregelen rond IB moet je als accountant je zelf afvragen of je dit kan en wil compenseren met eigen werkzaamheden. Of maak aan de klant duidelijk dat het op deze manier niet kan en dat er gekozen moet worden: of verder met mij als accountant en dus veranderen of het houdt op.

Dit is natuurlijk makkelijker gezegd dat gedaan. Accountants zijn in mijn ogen dienstverlenend en willen dingen oplossen. En we moeten ons realiseren dat de "getroffen" ondernemingen dan gaan piepen dat ze geen accountant kunnen vinden.

Peter Schimmel

Beste Arjen,
Hear, hear, blij dat jij dit schrijft. De accountant heeft een belangrijke rol in het activeren, het monitoren en evalueren van de primaire verantwoordelijkheid rond fraudebeheersing, zoals die beschreven staat in 240 alinea 4. De laatste keer dat ik dat expliciet trachtte te maken was stierenstront mijn deel. Laat ik hopen dat het jou en daarmee het beroep beter vergaat!

Ron Heinen

Als we GPT-4 de vraag "Waarom zijn accountants zelf niet strenger voor controlecliënten en dwingen ze noodzakelijke verbeteringen in de interne beheersing en governance niet zelf af?" uit de column stellen dan krijgen we hetvolgende antwoord:

"Een goede controle waarbij fouten (al dan niet als gevolg van fraude) worden ontdekt en gecorrigeerd is belangrijk, maar bij ondernemingen die de zaken niet op orde hebben en teveel fouten maken is het wachten op het moment dat een fout niet wordt ontdekt en gecorrigeerd [1]. Het is nu eenmaal makkelijker om een goede controle uit te voeren als je niet hoeft te compenseren voor niet of niet goed uitgevoerde interne controles en slechte of late oplevering van controle-informatie [1].

Er zijn verschillende redenen waarom accountants zelf niet strenger zijn voor controlecliënten en noodzakelijke verbeteringen in de interne beheersing en governance niet zelf afdwingen. Een reden kan zijn dat accountantsorganisaties accountants zelf laten kiezen wie de kwaliteitsbeoordeling uitvoert, wat een risico van opinion shopping met zich meebrengt [2]. De AFM verwacht echter dat verbeteringen in de CEAC voor alle accountantsorganisaties met een reguliere vergunning gelden, omdat een representatieve afspiegeling van hen in het onderzoek is betrokken [3]."

Met name de referenties zijn interessant:

[1] https://www.accountant.nl/discussie/columns/2023/7/doe-het-dan-zelf/

[2] https://www.accountant.nl/siteassets/accountant.nl/blad/2007-februari/acc_2007_feb_vreemde_ogen_dwingen.pdf

[3] https://web.archive.org/web/20230321085756/https://www.afm.nl/nl-nl/sector/actueel/2022/december/accountant-onderzoek-ceac

Merk op dat referentie [1] deze column is en dat referentie [3] alleen via het Internet Archive te bereiken is.

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.