Jan Bouwens

Het oordeel van de accountant was nog nooit zo belangrijk. Vraag is of de accountant het juiste oordeel nog kan geven, aldus Jan Bouwens.

Discussie Column

Het belang van het beoordelingsvermogen van de accountant

De notie 'oordeel' roept bij verschillende mensen steeds een andere betekenis op. Sommige mensen zullen verwijzen naar het rechtssysteem, met de onafhankelijke rechter als middelpunt die bewijsmateriaal in de context van de wet onderscheidt en vergelijkt en vervolgens een uitspraak doet. Voor andere mensen kan de term oordeel verwijzen naar waarden en normen die hun acties leiden en ook naar hoe anderen hun stelsel van waarden en normen toepassen of hoe de acties van mensen worden beoordeeld door hun leeftijdsgenoten. Sommigen gebruiken een supernorm of God als het ultieme referentiepunt.

Weer een andere groep mensen probeert economisch inzicht te krijgen in een verzameling bewijsmateriaal, om te beslissen of de boekhouding of financiële overzichten van een bedrijf waar zijn, in die zin dat er geen onwaarheden zijn. En eerlijk, in die zin dat het resultaat nauwkeurig de toestand weergeeft waarin het bedrijf zich bevindt.

Om tot dergelijke beslissingen te komen moet de accountant vaststellen of interne beheersingsmaatregelen aanwezig zijn en daarnaast toetsen of deze hebben gewerkt en hebben geleid tot de juiste waarderingen en classificering  in de jaarrekening. Auditteams komen continue tot oordelen tijdens het controleproces en aan het einde van de controle bepaalt de managing partner welk ultiem oordeel aan de voorgelegde jaarrekening wordt verbonden. Al deze oordelen zijn gebaseerd op het bewijs dat werd verzameld.

Je zou je kunnen afvragen: wat is bewijs, in een tijdperk waarin deep fake echte mensen vervangt, alternatieve feiten als feiten worden gepresenteerd, machine learning codes zich vertalen in discriminerende AI en/of waar alternatieve feiten worden vergroot? Kunnen controlerend  accountants deze gegevens vertrouwen? Zijn bedrijven zich voldoende bewust van de risico's die deze factoren met zich meebrengen? Kunnen we erop vertrouwen dat de auditor dat telefoontje pleegt? En in hoeverre plaatst het oordeel van de controlerend accountant dit in de positie van de rechter in juridische zin, of in de positie van de peer die een supernorm als referentiepunt gebruikt? Het is duidelijk dat de rol van oordelen van de controlerend accountant in het creëren van vertrouwen nog nooit zo belangrijk is geweest.

We hebben de net gehouden FAR-conferentie hieraan gewijd en we zijn hier nog lang niet over uitgesproken, want het wezen van het werk van de controlerend accountant wordt geraakt door de nieuwe ontwikkelingen. Leiden we accountants op die naar een supernorm kunnen oordelen?

Wat vindt u van deze column?

Reageer

Jan Bouwens is hoogleraar accounting UvA en research fellow University of Cambridge.

Gerelateerd

6 reacties

Kai Venema

De column legt de complexiteit van 'oordeel' in de accountancy en de toenemende uitdagingen door technologie goed uit. Ik ben het eens dat accountants voortdurend moeten leren en dat er veel discussie nodig is om vertrouwen te behouden.

Ron Heinen

Mochten er fouten gevonden worden in de R scripts in de vorige reactie (zie hieronder) of in z'n algemeenheid in R scripts op

https://koenderks.github.io/sasr/

dan horen we dit graag.

Ron Heinen

Wiskunde geeft bewijzen van het beoordelingsvermogen van de accountant.

Een uitleg hoe dit gedaan kan worden is te vinden op

https://koenderks.github.io/sasr/

De taal R is de standaard op het gebied van statistical inference waar deze statistical auditing een onderdeel van is.

Een simpel voorbeeld van een statistical audit in R is te vinden op

https://www.ndax.eu/Zi1y8qr-3PcZ0qz5K4Zq.R

Een voorbeeld in R om te bepalen wat de distributie is van de waarschijnlijkheid dat de audit voldoende bewijs geeft om het audit risico tot het gekozen niveau te reduceren is te vinden op

https://www.ndax.eu/kkd0LZU49Dri5ljhAfOt.R

Een goede inleiding op het gebied van Statistical Inference is te vinden op

https://drive.google.com/file/d/1z8sHUR1n_Qvu2XGISsV6s78wxT1WEFZd

Ron Heinen

Om het beoordelingsvermogen van de AI-machine GPT4 te testen zijn de 25 dillema's uit 2023, zie

https://www.accountant.nl/nieuws/2023/7/nba-onderzoekt-gebruik-dilemma-app/

voorgelegt aan GPT4. De resultaten zijn naar de redactie gestuurd.

Scores:

Persoonlijk: 20
Organsatie: 15
Maatschappelijk: 25

Dus het profiel van GPT4 is M-P-O (de belangenbehartiger).

Jan Bouwens

Dank voor je reactie Albert. Gelet op de snelheid van die reactie zou ik bijna ChatGPT als bron zien. Je laatste vraag weerlegt deze these echter.
De supernorm is afkomstig uit het werk van Lu de Sitter [boek synergetisch produceren] waar hij uitwijdt [p 74-79] over de mogelijkheid dat normen niet star zijn maar dat een mens creatief is en normen schept. In zijn ogen kan een mens zo'n normscheppingsproces slechts verantwoord uitvoeren als er sprake is van een "supernorm" die het uit die supernorm resulterende normenkader vrij houdt van ruis/bias/vooroordeel, etc. Zonder zo'n supernorm kun je zulk niet garanderen. In de huidige situatie willen we dat de norm waar de accountant naar toetst meer richting supernorm (selectief principe dat zingevende relaties impliceert) gaat als we aan diverse bronnen van (des)informatie denken. Het wordt er zeker niet eenvoudiger op voor de accountant, omdat verantwoording over de gehanteerde norm moet worden afgelegd. Overigens ben ik er nog steeds groot voorstander van dat we de ICs altijd toetsen op aanwezigheid en werking! Ik hoop een begin van een antwoord te hebben gegeven.

Albert Bosch

Ik kon helaas niet bij de FAR conferentie aanwezig zijn, dus interessant om te lezen waar het onder meer over is gegaan. Echter, bij deze opiniebijdrage plaats ik wel een paar kanttekeningen bij een op zichzelf interessant onderwerp (wat is anno 2023 nog bewijs?).

Ten eerste, het wezen van het werk van de controlerend accountant wordt toch niet geraakt door de nieuwe ontwikkelingen? Het wezen is ‘toetsen aan een norm’ en dat blijft de controlerend accountant doen. Het bewijs dat je verzamelt om mee te toetsen verandert wellicht. En wellicht verandert de norm ook, al dan niet door het veranderende bewijs. Het bewijs en de norm zijn overigens wel verschillende onderdelen.

Ten tweede, het is meer uitzondering dan regel dat accountants de werking van de aanwezige interne beheersingsmaatregelen toetsen. Die ontwikkeling is ca. 5 tot 10 jaar geleden ingezet, en naar mijn opvatting enerzijds het gevolg van bevindingen en rapportages van de AFM (een van de effecten van de wijze waarop de AFM haar toezichtstaak uitvoert) en anderzijds het gevolg van de verbeterde mogelijkheden om data-analyse in de praktijk toe te passen. Of dat een goede ontwikkeling is, laat ik even in het midden.

Ten derde, de vraag wat is (nog) bewijs wordt voortdurend gesteld. Met de opkomst van kleurenprinters en scanners speelde een vergelijkbare vraag. Bottom line blijft dat (1) de accountant vastleggingen en documenten als authentiek mag aanvaarden, tenzij hij aanwijzingen heeft om het tegendeel te veronderstellen (COS 240.140 en hieruit volgend (2) de accountant moet te allen tijde een professioneel kritische instelling blijven hanteren, ook ten aanzien van aangeleverd en verkregen bewijs. Deze uitgangspunten zie ik niet snel veranderen (ook niet met de herziening van Standaard 240, maar daar heb ik nog geen beeld bij).

Ik ben tot slot wel benieuwd met wat je bedoelt met ‘supernorm’, welke peer(s) je naar refereert en wat diens positie is. Kun je daar een nadere toelichting op geven?

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.