Gevoelsmatig vertraagt intervisie de snelheid van lekker doortastend kwesties wegtikken. En toch is het van belang, aldus Margreeth Kloppenburg.
Discussie ColumnIntervisie: wel een kwestie van organiseren
Tijdens een van de Clubhouse Busy Season-sessies over opleiden, kwamen we in de afterparty te spreken over intervisie voor accountants; kennelijk een breed gedragen behoefte. Dat is een goede ontwikkeling! In de sessie werd geopperd dat je collegiale intervisie ook wel een beetje spontaan kunt laten verlopen. Daar zou ik niet op rekenen. Intervisie moet je organiseren en bij voorkeur een aantal keren (zes is gebruikelijk) laten begeleiden door een goed geëquipeerde facilitator. Zodat je eerst verschillende methodieken leert hanteren als groep en er een veilig leerklimaat ontstaat.
Een van de meest memorabele intervisie sessies die ik in mijn leven als facilitator heb beleefd was toch wel een sessie met een groep abortusartsen. Het begon er al mee dat ik ruim zes maanden zwanger was van mijn eerste boreling en het ingebrachte vraagstuk dat voorlag, kort samengevat neerkwam op: hoeveel maagdenvlieshersteloperaties voer je als arts maximaal uit bij een patiënte? Een gevoelig onderwerp toen (ruim twintig jaar geleden, waar blijft de tijd) en nu nog steeds.
Het gaat mij hier in het geheel niet over de inhoud van de kwestie. Ik werd ingehuurd om de intervisie met de artsen te begeleiden. Zij vonden het een heel lastige kwestie, want moesten ze nu wel of geen norm afspreken? Iets als: wij doen maximaal één maagdenvlieshersteloperatie. Zou dat werken? De ene arts voelde zich geholpen bij een duidelijke streep voor de hele beroepsgroep van abortusartsen en een ander verdedigde juist de ruimte voor het eigen professionele oordeel, gezien de contextuele factoren die iedere casus anders maken. En dus keken ze op enig moment naar mij als hun verlosser en vroegen geheel oprecht: "Margreeth, wat vind jij een redelijk aantal?"
Daar gaf ik mooi geen antwoord op. Deze valkuil diende zich nogal herkenbaar aan. De vraag zorgde ook voor de nodige ontlading: ik daar met die buik en het inzicht dat vrijwel meteen indaalde bij de groep, dat de oplossing natuurlijk niet bij mij te vinden was.
Het doel is dat een intervisiegroep op eigen benen komt te staan. En na een tijdje in staat is om via verschillende intervisiemethodieken met elkaar te leren en zo wellicht tot een oplossing te komen. Veel professionals vinden dat helemaal niet eenvoudig, want gevoelsmatig vertraagt intervisie de snelheid van lekker doortastend kwesties wegtikken. En ook gewoon voor de vuist weg wat babbelen over het vak is veel gemakkelijker dan bewust en systematisch het ongemak opzoeken van het niet weten en je kwetsbaar tonen.
Binnen de medische wereld is intervisie gebruikelijker. Er zijn daar ook studies verricht naar de resultaten van intervisie: het leidt tot meer plezier en regie in het werk, er is betere communicatie met collega's, je voelt je meer gestut en men voelt zich opgeteld lekkerder in het vel zitten (ik probeer zijn en haar te vermijden, nieuw beleid NBA!).
Tot slot, in de categorie meer ongevraagde adviezen van een columniste (die mag dat immers wel vrijelijk doen) bij het op poten zetten van een eigen intervisiegroep: maak werk van de selectieprocedure van je intervisiegroep. Stel een groep samen van peers waarmee je tot doel hebt die sfeer van openheid en vertrouwen te laten groeien.
En vergeet niet heel plat en praktisch meerdere sessies in beton te gieten in je agenda en het commitment aan te gaan met elkaar voor tenminste een jaar. Maak er een moment van om naar uit te kijken, investeer in een aantrekkelijke ruimte en geef jezelf die tijd om afstand te nemen. Juist als je het druk hebt!