Het accountantsberoep werkt aan verdere verdieping van de controlekwaliteit. Niet omdat het moet of door druk van buiten, maar omdat we dat willen, betoogt Marco van der Vegte.
Discussie ColumnBeste collega's,
Ons wordt dezer dagen in de media en tijdens de hoorzitting in de Tweede Kamer verweten dat we niet actief zijn. Dat we niet proactief zijn. Dat we pas in actie komen als het ons te heet onder de voeten wordt. Die verwijten raken ons en dwingen ons om te reflecteren op ons eigen handelen. We hebben daar binnen het bestuur veel over nagedacht en ook geluisterd naar de twee kwartiermakers.
Gisteren heb ik een brief gestuurd naar de Tweede Kamer; een al geplande brief met daarin de accenten die wij graag mee willen geven aan de verschillende fracties, in aanloop naar het Algemeen Overleg Accountancy aanstaande maandag in de Kamer. Een flauwe opmerking zou kunnen zijn: zie je wel, alleen als er een debat aankomt… Maar de NBA heeft de afgelopen jaren steeds intensief met allerlei stakeholders overlegd en dus ook met de Kamerleden die accountancy in hun portefeuille hebben. Zo'n brief in aanloop naar het debat is heel normaal.
Wat staat er in die brief?
Wij geven aan dat wij de maatregelen van minister Hoekstra van harte steunen, zoals we dat ook in maart al hebben laten weten. Die maatregelen zien wij nadrukkelijk als een opdracht aan de sector. Samen met de kwartiermakers wordt er van ons verwacht dat we verder verbeteren, dat we nadenken over manieren waarop de kwaliteit nog beter geborgd kan worden. Dat is niet vrijblijvend. We hebben bijdragen geleverd aan de werkgroepen die zich gaan buigen over de AQI's: de audit quality indicators. We zijn op weg, samen met de SRA, om de directe uitvoering van het niet-oob-toezicht door de AFM te realiseren. Formeel lag dit toezicht al bij de AFM, maar door convenanten werd dit uitgevoerd door SRA en NBA voor wat betreft de wettelijke controles. We zitten dus helemaal niet stil. Onze inspanningen rondom de NOW-1 en die van alle accountants in het land mogen daar ook van getuigen.
In de brief aan de Tweede Kamer geven wij ook aan dat wij, vanwege de zwaarwegende maatschappelijke belangen rondom die thema's, het accent willen leggen op fraude en (dis)continuïteit.
Concreet betekent dat ten aanzien van fraude:
- we accountants gaan verplichten om in hun controleverklaring te allen tijde aan te geven welke werkzaamheden zijn verricht in het kader van frauderisico's en de eventuele bevindingen;
- afspraken maken met bedrijven, investeerders en beleggers met als doel een effectievere samenwerking op het terrein van frauderisicobeheersing;
- opzet van een expertpanel dat casuïstiek gaat verzamelen, het gebruik van geavanceerde detectietools bevordert en kennis hierover beschikbaar stelt.
Ten aanzien van continuïteit treffen we vergelijkbare maatregelen. Ook hier verplichten we accountants om in de controleverklaring te allen tijde een beschrijving te geven van de werkzaamheden die zijn verricht in het kader van continuïteit voor de twaalf maanden na vaststelling van de jaarrekening. En ook hier stellen we een werkgroep in, die de gereedschapskist van de accountant ten aanzien van continuïteit verder gaat aanvullen. En we kijken naar de onderliggende regelgeving: is die helder genoeg, of is nadere duiding nodig? We hoeven niet te wachten op de wetgever; we kunnen dit allemaal als sector zelf regelen.
In mijn brief aan de Kamer ga ik ook in op twee punten die de wetgever wel kan regelen en die ons zouden helpen. Eerste punt is de verplichting voor organisaties om mededelingen te doen over de toekomstbestendigheid in het bestuursverslag. Hiervoor vinden we inspiratie bij Sir Donald Brydon in het VK en in een eigen white paper van eind 2018. Zo'n verantwoording stelt de accountant in staat om indringende vragen op te werpen bij het bestuur van een organisatie en de controle op continuïteit verder te verdiepen.
Daarnaast pleiten wij voor de invoering van een in control statement. De Corporate Governance Code eist al verantwoording over risicobeheersing, maar die behoeft niet te worden onderbouwd. Een in control statement stelt de accountant in staat de onderbouwing - inclusief frauderisico's en continuïteitsanalyse - te controleren.
Kortom, we zijn druk bezig om samen met de kwartiermakers te werken aan een verdere verdieping van de kwaliteit van de auditsector. Niet omdat het moet, maar omdat we dat willen. Niet omdat er druk van buiten is, maar omdat de sector veranderingsbereid is, proactief is en staat te trappelen om te laten zien waarom Nederland kan rekenen op zijn accountants.
Wat vindt u van deze column?
ReageerGerelateerd
Britse accountant krijgt 20 jaar beroepsverbod wegens valse handtekeningen
Een oud-BDO-accountant heeft van de Britse toezichthouder een beroepsverbod van twintig jaar gekregen, voor het vervalsen van elektronische handtekeningen en het...
AFM: Accountantskantoren lopen risico's rondom integriteit, digitalisering, duurzaamheid en fraude
Integriteitsincidenten bij meerdere accountantsorganisaties, zoals examenfraude, raken aan de integriteit van accountants. Ook thema's als de krappe arbeidsmarkt,...
IFIAR gaat inspecties van toezichthouders vier jaar lang meten
Het International Forum of Independent Audit Regulators (IFIAR), de wereldwijde organisatie van toezichthouders op het accountantsberoep, wil de kwaliteit van audits...
Meer krassen, meer moed
Het accountantsberoep is niet gewend om het open gesprek te voeren over fouten en leert er daarom niet van. Berry Wammes gunt accountants 'in het veld' en ook bestuurders...
Waar maak jij je druk om?
Waarom spreken zo weinigen binnen het accountantsberoep zich uit, vraagt Pieter de Kok zich af. Het beroep zou gebaat zijn bij meer tegengeluid, boosheid en compassie.