Marcel Pheijffer pleit voor meer inhoudelijk debat binnen het accountantsberoep.
Discussie ColumnDe toekomst van de accountant, de accountant van de toekomst
Als accountant en jurist probeer ik the best of both worlds te verenigen. Primair opgeleid als accountant, voel ik mij per saldo meer thuis bij juristen. Met name omdat zij duidelijker en oprechter zijn dan accountants, in hetgeen waarvoor zij staan en voor wie zij optreden. De ambigu situatie waarin de openbaar accountant zich begeeft - geacht wordend op te treden ten behoeve van het maatschappelijk verkeer, maar betaald worden door een andere opdrachtgever (de cliënt en gecontroleerde) - kent de advocaat niet. En dat is wel zo prettig.
Bovendien heb ik altijd meer gevoel bij een goed beargumenteerde, navolgbare en toetsbare juridische stellingname, dan de te vage en veelal onnavolgbare black box van het professional judgment waarop de accountant zich beroept. Een zwarte doos die voor derden vaak niet te ontcijferen of te reconstrueren valt als het bijvoorbeeld gaat om schattingen, impairments, de bepaling van materialiteit en de afdoening van controlebevindingen.
Wat daar allemaal ook van zij, ik denk dat accountants wat van juristen kunnen leren (omgekeerd overigens ook, maar dat is niet het onderwerp van deze bijdrage). Zo brengt de Nederlandse Juristen-Vereniging (NJV) jaarlijks een bundeling preadviezen uit over een bepaald thema. Dit jaar wordt het 150-jarig bestaan van de NJV gevierd met een bundel preadviezen over De toekomst van de jurist, de jurist van de toekomst. De keuze voor dat thema begon, aldus het voorwoord van de bundel, met "de tamelijk vage notie dat de betekenis die in de samenleving aan juridische concepten en beslissingen wordt toegekend in de loop der tijd, onder invloed van tal van maatschappelijke ontwikkelingen, is gewijzigd. Het gezag van juristen en van de resultaten van hun werk is niet meer vanzelfsprekend".
Als ik zoiets vanuit een juridische invalshoek lees, vind ik het boeiend om te doordenken of hetgeen hier staat eigenlijk ook niet voor mijn andere habitat geldingskracht heeft. Met andere woorden: is de betekenis die de samenleving aan de werkzaamheden van de accountant toekent, in de loop der tijd al dan niet gewijzigd? Zo ja: door welke maatschappelijke ontwikkelingen komt dat dan en is daar door onze beroepsgroep goed genoeg op ingespeeld? Hoe staat het eigenlijk met het gezag (dat is overigens geheel iets anders dan de reputatie-index waarnaar accountants graag verwijzen) van de accountant en wat is nu eigenlijk precies de toegevoegde waarde van ons werk?
Ik mis binnen onze beroepsgroep te vaak echte, laat staan een openlijke discussie over dit soort thema's en vraagstukken. Het debat binnen het vakgebied wordt door een beperkt aantal usual suspects gevoerd en is veelal intern gericht. Mijn collega Bob Hoogenboom noemt dat minzaam een "gesloten en geblindeerd universum". De bijdrage vanuit de wetenschap is beperkt en betreft vaak een verkenning en voortzetting van gebaande paden. Het vak kent daarnaast te weinig gezaghebbende autoriteiten onder bestuurders van accountantsorganisaties en binnen de beroepsorganisatie.
Binnen de NJV wordt op basis van preadviezen een zelfkritisch debat gevoerd. In het voorwoord van de genoemde bundel schrijft het bestuur dat het "elk jaar de ambitie is om discussie over het recht en de algemene rechtsontwikkeling te stimuleren. Daarvoor is het in grote mate afhankelijk van de bijdragen van preadviseurs en referenten. De kwaliteit van de opstellen die in dit boek zijn opgenomen, garandeert naar onze overtuiging een levendig en vruchtbaar debat op de jaarvergadering".
De NBA dient wat mij betreft eveneens een dergelijke ambitie uit te stralen, maar is daarbij ook afhankelijk van de wensen en bijdragen van haar leden. De praktijk is dat ledenvergaderingen door hen magertjes worden bezocht en weinig inhoudelijk debat kennen. De jaarlijkse Accountantsdag is te vaak louter gezellig - een ontmoetingsplaats - waarbij bijdragen die meer richting entertainment gaan het best blijven hangen. Zo vormen de bijdragen van voormalig Formule 1-coureur Robert Doornbos of van Koninklijke Huize, in de persoon van de uiterst humorvolle Pieter van Vollenhoven, en de presentatie van dagvoorzitter Rens de Jong voor velen de typische hoogtepunten van onze toogdag. Dat is wat mij betreft prima, mits er dan wel voldoende evenwicht is door middel van meer inhoudelijke bijdragen. Diepgang in het inhoudelijk debat wordt op het publieke podium echter zelden gezocht of juist vermeden. Moeilijke onderwerpen worden hooguit kort aangestipt, laat staan dat deze openlijk en zelfkritisch worden besproken.
Dit najaar viert de NBA het 125-jarig bestaan van het georganiseerd accountantsberoep in Nederland. Onder de noemer Springlevend worden diverse (online-)activiteiten georganiseerd. Een beroep dat springlevend is, heeft kracht, straalt zelfvertrouwen uit, is zelfkritisch en durft zich door kritische geesten 'te laten kietelen' én gaat met hen het debat aan.
Het is dan ook positief om in de wandelgangen te vernemen dat één van de geplande activiteiten - naar het model van de NVJ - het uitbrengen van een bundel met preadviezen betreft. Wat mij betreft dan graag met bijdragen van buitenstaanders die zich 'verwonderen' over hetgeen in de accountancy plaats heeft (gehad). 'Vreemde ogen' van buiten ons 'gesloten en geblindeerd universum'. En aangevuld met een symposium, waar een inhoudelijk debat over de preadviezen wordt gevoerd, primair gericht op leren, verbeteren en bovenal innoveren. Beide initiatieven graag vanuit het thema: De toekomst van de accountant, de accountant van de toekomst. Opdat het accountantsberoep in de toekomst meer toegevoegde waarde kan tonen en vertrouwen en gezag kan herwinnen.