Na de verschijning van drie rapporten over het accountantsberoep zit de NBA zeker niet stil, aldus voorzitter Marco van der Vegte.
Discussie ColumnHet echte gesprek
In de afgelopen periode verscheen het eindrapport van de Commissie Toekomst Accountancysector (CTA), het derde en laatste rapport van de Monitoring Commissie Accountancy (MCA) en vorige week het rapport van de inspectie SZW, die onder andere onderzoek deed naar de werkdruk bij een aantal accountantskantoren. Het zijn alle drie rapporten die kritisch zijn over ons beroep en de eerste twee dan met name over het deel van de openbare praktijk waar de wettelijke jaarrekeningcontroles worden uitgevoerd. Er werken overigens naar schatting 10.000 mensen in de wettelijke controlepraktijk. Dat doen ze in 274 kantoren. Met elkaar voeren ze jaarlijks bijna 20.000 wettelijke controles uit.
Hoewel de CTA en de MCA in de afgelopen jaren een verbetering in de sector constateren, is de kwaliteit van de controles nog niet op orde. We zullen hier hard aan moeten blijven werken. Beide commissies doen daarom aanbevelingen om de kwaliteit van accountantsorganisaties en de uitgevoerde controles veel beter inzichtelijk te maken, door het opstellen van Audit Quality Indicators (AQI's).
Wij herkennen ons in de conclusie in de rapporten dat er geen juist en integraal beeld is van de kwaliteit van wettelijke controles. Dit terwijl de duiding van kwaliteit essentieel is. Wat is goed en wat is goed genoeg? De sector zal daarom systematischer data moeten gaan verzamelen en publiceren. Ook de formulering van Audit Quality Indicators zal bijdragen aan meer transparantie en vergelijkbaarheid. Hoewel deze AQI's meer inzicht bieden in de prestaties van kantoren moeten wij er tegelijkertijd oog voor houden dat controlekwaliteit meer omvat dan cijfers. Elementen als professionele oordeelsvorming en de juiste cultuur laten zich niet eenvoudig kwantificeren. Accountants moeten een goed begrip hebben van de externe en interne omgeving waarin een entiteit functioneert, welke risico's dat met zich meebrengt, hoe die door de entiteit worden gemitigeerd en tot welke dilemma's dat bij een bestuur en haar toezichthoudend orgaan leidt. Als accountants moeten wij daarin onze rol pakken en waar nodig lef tonen. Daarnaast zullen wij als sector oog moeten hebben voor de werkdruk en de work-life-balance binnen het openbaar beroep om aantrekkelijk te blijven voor jonge beroepsgenoten.
In een interview met het FD stelde CTA-voorzitter Annetje Ottow: "Ik denk dat het echte gesprek nog moet plaatsvinden. Alle betrokkenen moeten ophouden met het welles-nietes debat zoals dat er nu is. Alle partijen moeten uit hun loopgraven komen, ga gewoon het gesprek aan." Ik sluit mij daarbij aan en dat is dan ook precies wat wij op dit moment aan het doen zijn. Als mij de afgelopen jaren iets duidelijk is geworden, is het dat wij het als beroep, bij gebrek aan een silver bullet, niet alleen kunnen. We kunnen het alleen als wij dat samen doen met andere partijen. Wij gaan in deze periode dan ook het gesprek aan met toezichthouders, opstellers en gebruikers van jaarrekeningen, overheid en politiek. Dat gesprek moet verder gaan dan tot nu toe en zich concentreren op de dilemma's die we de afgelopen jaren niet hebben kunnen oplossen. Hoe definiëren we gezamenlijke kwaliteitsnormen, als NBA, kantoren en toezichthouders? Hoe voorkomen we zinloze checklists en geven we meer ruimte aan de professionele oordeelsvorming die past bij onze beroepsstandaarden? Hoe delen we beter kennis over oorzaken en oplossingen van onze tekortkomingen en gebreken? We moeten beter communiceren op opdrachtniveau, maar tegelijkertijd ook de maatschappij ons menselijk gezicht laten zien; wie we zijn, wat we doen maar ook wat we niet kunnen. Welke stappen kunnen we daadwerkelijk vooruit zetten rondom thema's als fraude, NOCLAR en continuïteit? Dat verwacht de maatschappij van ons. De maatschappij wil 'meer accountants op straat'. Kwaliteit is meer dan ticking the box. Van overkoepelend belang is daarbij de vraag: waar willen we (met elkaar) staan over drie jaar?
Op dit moment wordt door het ministerie van Financiën gewerkt aan een kabinetsreactie op het CTA-rapport, waarin naar verwachting ook gekeken zal worden naar de aanbevelingen van de MCA. Minister Hoekstra heeft gezegd voornemens te zijn om deze reactie eind maart aan de Kamer te sturen.
Nadat de minister de kabinetsreactie heeft gepubliceerd zullen wij als NBA ook publiek reflecteren op deze reactie en de rapporten van de CTA en MCA. Ook zijn wij voornemens om een audit-conferentie te organiseren, waarin we alle relevante partijen bijeen brengen om gezamenlijk richting te geven aan structurele verbetering van de wettelijke controle.
Er gebeurt veel op de achtergrond. Het was misschien stil op de publieke kanalen, maar wij zitten zeker niet stil.
Wat vindt u van deze column?
ReageerGerelateerd
Meer krassen, meer moed
Het accountantsberoep is niet gewend om het open gesprek te voeren over fouten en leert er daarom niet van. Berry Wammes gunt accountants 'in het veld' en ook bestuurders...
Waar maak jij je druk om?
Waarom spreken zo weinigen binnen het accountantsberoep zich uit, vraagt Pieter de Kok zich af. Het beroep zou gebaat zijn bij meer tegengeluid, boosheid en compassie.
Verbeterplan accountantssector is tien jaar oud
Precies tien jaar geleden, op 25 september 2014, bood de accountantssector aan de politiek het verbeterplan 'In het publiek belang' aan. Dat plan moest zorgen voor...
ICAEW: dertig procent Britse audits is nog onder de maat
Volgens de Britse beroepsorganisatie van accountants ICAEW is ruim zeventig procent van de getoetste audits goed of acceptabel. Bijna dertig procent voldoet nog...
Brits PwC wil medewerkers vaker op kantoor zien
De Britse PwC-organisatie heeft via een memo de 26.000 werknemers gemeld dat de organisatie een strenger hybride beleid gaat voeren als het gaat om kantoorbezoek....