Cijfers over energie: een kwestie van (heel) goed lezen
Het loont bij de jongste rapportage van het Internationaal Energie Agentschap om de cijfers zorgvuldig te lezen. Welk deel van de wereldwijde energievoorziening is nou echt hernieuwbaar?
Lucas Geusebroek
Op 24 maart jl. publiceerde het Internationaal Energie Agentschap (IEA) zijn Global Energy Review 2025, met een omvangrijke hoeveelheid data over het afgelopen jaar. Het FD publiceerde hierover het online artikel Extreem weer veroorzaakt 15 procent van groei mondiale energievraag. Die kop komt voort uit een van de key findings uit het rapport: "The global increase of 300 million tonnes of CO2 was influenced by record high temperatures. If weather in 2024 had remained consistent with 2023, itself the second-hottest year on record, about half of the increase in global emissions would have been avoided." Of in de woorden van het FD: "Met name in China, India en de Verenigde Staten stonden de airco's vorig jaar lang te loeien." Het is een somber stemmende spiraal: hetere zomers leiden tot meer energieverbruik, meer energieverbruik tot meer CO2-uitstoot, meer CO2-uitstoot tot nog hetere zomers (en zo verder).
Of was er ook goed nieuws, over hernieuwbare energie bijvoorbeeld? In de oorspronkelijke versie van het FD-artikel viel te lezen "Volgens de energieadviseur van westerse regeringen was hernieuwbare energie goed voor 38 procent van de wereldwijde energievraag, gevolgd door aardgas dat 28 procent van de vraagtoename voor zijn rekening nam."
'Het door elkaar noemen van energievraag en vraagtoename was al een teken dat er misschien iets niet klopte.'
38 procent van de wereldwijde energie hernieuwbaar: dat klinkt goed! Maar het door elkaar noemen van energievraag en vraagtoename was al een teken dat er misschien iets niet klopte. De formulering is (na een mailtje aan de redactie) door het FD dan ook veranderd in: "Volgens de energieadviseur van westerse regeringen kwam 38 procent van de toegenomen vraag naar energie uit hernieuwbare bronnen." Totale vraag of toegenomen vraag, is uiteraard een groot verschil. De eerste key finding van het IEA stelt vast dat de mondiale energievraag in 2024 met 2,2 procent is toegenomen ten opzichte van 2023. Van die 2,2 procent groei wordt dus 38 procent voorzien door hernieuwbaar. Oftewel: niet hernieuwbaar (de overige 62 procent) groeit nog altijd harder.
Deze - op zichzelf kleine - tekstuele vergissing vormde wel de trigger om eens iets dieper in het rapport te duiken. Daarin valt om te beginnen op dat de key findings veel nadruk leggen op het groeigedeelte. Zo wordt vermeld dat de groei van elektriciteitsproductie voor 80 procent afkomstig is van hernieuwbare bronnen en nucleaire energie. NRC benoemde dit op 24 maart ook: "Goed nieuws voor het klimaat is wel dat de extra elektriciteit die vorig jaar nodig was voor 80 procent werd opgewekt door hernieuwbare bronnen en uit kernenergie." Let op het woordje 'extra'. Verder blijkt volgens het IEA dat afgelopen jaar 40 procent van alle elektriciteit (dus niet slechts van de toename) wordt geleverd door hernieuwbaar (32 procent) plus nucleair (8 procent).
Ook die cijfers klinken hoopgevend, maar op het eerste oog wil elektriciteitsproductie nog weleens de indruk wekken dat dit gaat om het merendeel van ons energieverbruik, zoals bij de vaststelling van het CBS op 10 maart: "Helft elektriciteitsproductie vorig jaar uit hernieuwbare bronnen." Elektrificatie neemt op veel terreinen toe en weet volgens het IEA inmiddels zelfs 7 procent van de wereldwijde CO2-uitstoot te voorkomen, maar de mondiale economie blijft primair afhankelijk van gas, olie en kolen.
Ondanks alle key findings en krantenartikelen bleef een voor de hand liggende vraag onbeantwoord: als we kijken naar de wereldwijde energievoorziening: welk deel daarvan is hernieuwbaar? Daarvoor bladeren we door naar een tabel in het IEA-rapport op pagina 39. Die toont voor de Total energy supply (EJ) over 2024 een totaal van 648 exajoule (exa is een 1 met 18 nullen). Hiervan is bijna 15 procent (97 exajoule) afkomstig van Renewables en 5 procent Nuclear, de overige 80 procent is fossiel. Het aandeel hernieuwbaar is sinds 2022 met 0,66 procentpunt toegenomen: van 14,30 naar 14,96 procent. Dat schiet nog niet heel hard op.
Gerelateerd

Steeds meer bedrijven koppelen duurzaamheidsthema's aan bestuurdersbeloning
Een groeiend aantal bedrijven koppelt duurzaamheidsdoelstellingen aan de beloning van leidinggevenden. Daarbij wordt ook steeds meer gekeken naar de lange termijn,...

Bijna helft elektriciteit in EU opgewekt uit hernieuwbare bronnen
Ruim 47 procent van de opgewekte elektriciteit in de Europese Unie was vorig jaar afkomstig uit hernieuwbare energiebronnen. Dat is 2,6 procentpunt meer dan in 2023....

Bedrijfsvoering mkb al voor meer dan de helft circulair
Ondernemingen in het mkb hebben al voor meer dan de helft (56 procent) een circulaire bedrijfsvoering geïmplementeerd. Dat blijkt uit onderzoek onder ruim zeshonderd...

Provincie Zuid-Holland opent loket voor circulair ondernemen
De provincie Zuid-Holland heeft een loket geopend waar ondernemers terechtkunnen met vragen over reststromen en hernieuwbare grondstoffen. Dat circulaire loket bestond...