Pensioenen

'Van de accountant kun je niet verwachten dat die bij elk pensioenpotje een stempel zet'

Accountantskantoren als BDO en KPMG uiten hun zorgen over de 'piekbelasting' en 'grote druk' bij alles wat de Wet toekomst pensioen tussen nu en 1 januari 2028 moet uitvoeren. Van uitvoeringsorganisaties, pensioenadviseurs, actuarissen, rekenaars, ICT-specialisten en andere pensioendeskundigen tot aan accountants die meekijken en zelfs toezichthouders zoals DNB. In het eerste deel van een tweeluik over de pensioentransitie: "We moeten de druk zien te spreiden."

Ronald Bruins

Allereerst het goede nieuws: werkgeversvereniging AWVN houdt bij hoe de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel gaat. Die kwam in december met de geruststellende woorden dat de honderd grootste pensioenfondsen voor 76 pensioenregelingen een zogenoemd transitieplan publiceerden. Die plannen betreffen meer dan 95 procent van alle deelnemers aan pensioenregelingen bij pensioenfondsen. Maar dat betekent dat er ook partijen zijn die hun transitieplannen nog niet hebben ingediend. Dat zijn volgens AWVN vooral kleinere pensioenfondsen van specifieke bedrijven of concerns. Hierbij gaat het alleen over transitieplannen. Dat zegt nog niets over het daadwerkelijk doorvoeren van de transitie, het zogeheten invaren, dat voor 1 januari 2028 geregeld moet zijn. 

Gerarium_Kat_vensterbank_900x590.jpg

Transformatieprojecten zijn uitdagend

Over dat invaren luidden meerdere accountantsorganisaties al de noodklok. Ryan de Waard, director bij BDO Advisory: "Koplopers kozen ervoor de transitiedatum naar achteren te schuiven. Dit roept vragen op over de haalbaarheid om de overgang te faciliteren. 2026 was al een populair jaar om in te varen. Dat komt omdat de meeste fondsen bewust geen koploper willen zijn, maar ook niet als laatste willen invaren. De uitvoeringsinstanties staan het komend jaar dan ook flink onder druk. Het coördineren van verschillende onderdelen met sociale partners, toezichthouders en uitvoeringsorganisaties vereist aanzienlijke tijd en inspanning."

Jeroen Ruepert, hoofd asset management en pensioenen bij KPMG, stelt: "Transformatieprojecten bij uitvoeringsorganisaties zijn uitdagend en de eerder ingezette consolidatie van pensioenfondsen versnelt in hoog tempo." En ook: "Er wordt grote druk ervaren om aan de gestelde eisen te voldoen. Toezichthouders veranderen regelmatig het beleid rondom de transitie, waardoor pensioenfondsen eerdere besluiten moeten herzien."

Complexiteit is te onderschatten

Leen Paape is voorzitter van de Signaleringsraad van de NBA, de raad die signalen uit de samenleving oppakt voor accountants. Ook hij noemt het pad tot aan 1 januari 2028 uitdagend. "De omvang en complexiteit is nauwelijks te onderschatten. De IT-systemen moeten opnieuw worden ingericht, de datakwaliteit moet op orde zijn en de individuele pensioenafspraken veranderen. Dat maakt de behoefte aan een accountant die kijkt of de regels wel juist worden toegepast nog groter. Om het simpeler te zeggen: het is straks ergens een moment in 2025, 2026 of 2027 en dan krijgt de gepensioneerde een briefje in de bus. Je pensioen is in een ander systeem gestopt. Je hebt nu een eigen pensioenpotje. En by the way, dit is de omvang van je aanspraak. Dan kan er wel eens iemand zijn die zegt 'is dit wel gecontroleerd?'.

'De omvang en complexiteit is nauwelijks te onderschatten.'

Nu is er van alles bedacht om ervoor te zorgen dat wat er in het potje komt te zitten, klopt. Maar de vraag is dan: komt er een stempel van een accountant bij jouw individuele potje? Het antwoord is nee. Als je ongeveer acht miljoen deelnemers hebt in pensioenregelingen, is dat niet te doen. En dus kijk je als accountant meer naar interne beheersmaatregelen, de datakwaliteit en de stappen die je moet ondernemen om ICT-systemen hiervoor klaar te hebben. Risicogericht controleren dus."

Grootste financiële mutatie 

De NBA bracht in september 2024 een publieke managementletter uit over de rol van de accountant. Steven Spiessens, lid sectorcommissie pensioenen en verzekeren van de NBA, maar via EY ook accountant van pensioenfondsen waaronder PME: "Deze transitie is inderdaad niet te onderschatten. Het is misschien wel de grootste financiële mutatie die we ooit in de Nederlandse geschiedenis zagen. Alle opgebouwde aanspraken worden omgezet in pensioenkapitaal.

'Het is misschien wel de grootste financiële mutatie die we ooit in de Nederlandse geschiedenis zagen.'

Als ik dat briefje krijg met daarop mijn potje en daar staat 275.000 euro, dan wil je daar een bepaalde mate van zekerheid over hebben. Als accountant controleren wij bij pensioenfondsen elk jaar de jaarrekening. Dat gebeurt ook over het jaar dat de transitie in gang wordt gezet en over wanneer wordt ingevaren. De transitie van oud naar nieuw is, rekening houdend met de jaarrekeningmaterialiteit, onderdeel van de jaarrekeningcontrole. De wetgever bepaalde daarnaast dat we twee toetsmomenten inbouwen. Toetsmoment één zegt iets over de kwaliteit van data voor invaren omdat deze medebepalend is voor hoe het geld van het fonds verdeeld wordt over de individuele pensioenpotjes. Die kwaliteit moet helemaal up to standard zijn."

Op zoek naar fouten in de administratie

In eerste instantie wilde de wetgever dat accountants over die individuele pensioenpotjes een verklaring zouden afgeven. Spiessens: "Daarvan hebben we als accountants gezegd dat dat niet gaat. Dan zouden we een gigantisch grote steekproef moeten nemen. Dat leidt bijna tot integrale controles. Dat kost niet alleen heel veel tijd, maar ook heel veel geld. Ook omdat je de werkende geschiedenis van werknemers moet doorgronden. Bijvoorbeeld terug tot de jaren zestig. Het is gewoonweg niet realistisch om dat te verwachten." Wel realistisch is volgens Spiessens om te kijken naar procedures. "Welke procedures heeft het pensioenfonds nu uitgevoerd om, binnen een bepaalde marge, te controleren dat er geen grote fouten in de administratie zitten? Daar krijgen wij als accountant via data-analyse, dataprofiling en deelwaarnemingen inzicht in. Daarmee kunnen fondsen ook bepalen waar de kans op fouten het grootste is. Onze ervaring: dat is vaak bij arbeidsongeschiktheid, echtscheidingen en bij achterstanden van het UWV. Basis van het controleren is het kader datakwaliteit dat de Pensioenfederatie  opstelde. Dat gebruiken pensioenfondsen en pensioenuitvoerders. Daar alleen al zit veel werk in. De data moeten compleet en schoon zijn. Ook fouten uit het verleden moeten eruit zijn. Dat alles om vervolgens het geld juist te kunnen verdelen."

Datakwaliteit niet grote uitdaging

De accountant stelt vast of de procedures goed zijn doorgevoerd. En daarmee komen we terug bij het pensioenonderzoek van KPMG. Daarin stellen pensioenbestuurders, niet geheel verrassend, dat datakwaliteit een belangrijk onderdeel van de transitie is. Ruepert van KPMG: "Opvallend is dat dit onderdeel, in tegenstelling tot andere jaren, niet als grote uitdaging wordt gezien.

'Wat de waarde van het pensioenvermogen is op het moment van invaren, is voor pensioenbestuurders heel spannend.'

Dit duidt erop dat pensioenfondsen stappen zetten in het op orde brengen van de datakwaliteit." Toetsmoment twee is achteraf. Spiessens: "Dat is het tweede moment dat de accountant betrokken is, op het moment dat de pensioengelden zijn verdeeld. Zijn deze adequaat verdeeld over de deelnemers van het fonds? Je kunt een euro maar een keer verdelen. Dus is deze inderdaad naar de juiste deelnemer gegaan? Wat de waarde van het pensioenvermogen is op het moment van invaren, is voor pensioenbestuurders heel spannend. Dat hangt onder andere van de waarde van beleggingen op het moment van invaren af en die kunnen bijvoorbeeld worden beïnvloed door beursschommelingen. Voor toetsmoment twee zijn afspraken tussen sociale partners, het beschikbaar vermogen en de aanspraken leidend. Die ingrediënten gaan in een rekentool. Simpel gezegd bekijken wij of de rekenmethode goed is en of deze goed wordt uitgevoerd. Hierbij kan en zal veelal de hulp van een actuaris worden ingeroepen." 

Allemaal door een flessenhals 

Toetsmoment één zal volgens Spiessens vaak plaatsvinden in de zomer, waarin het voor accountants relatief rustig is. "Toetsmoment twee gaat naar verwachting voor een deel mee in de jaarrekeningcontrole. Bij dit alles geldt: hoe beter pensioenfondsen en hun uitvoeringsorganisatie dit voorbereiden, hoe makkelijker we dit als accountant kunnen controleren. Daarbij zullen we ook, daar waar dat mogelijk is, collega's vanuit de verzekeringsbranche, de bancaire sector of de algemene praktijk laten meehelpen als het druk is. We roepen ook zoveel mogelijk op tot spreiding van de periode waarin deze controles plaatsvinden, zodat we in pensioenland niet allemaal op hetzelfde moment een beroep doen op specialisten zoals actuarissen, ICT-specialisten en waarderingsspecialisten. Daar zit echt wel een risico waar we ook in de managementletter aandacht voor vragen. Het moet allemaal door een flessenhals. Je wilt niet alle fondsen op hetzelfde moment aan je bureau hebben staan. Dat terwijl je geen fouten kunt maken in dit proces. Want als het vermogen verdeeld is, is het verdeeld. Met de publieke managementletter wilden we ook een signaal afgeven: we kunnen nooit alles in detail controleren. Er is een beperking aan de controle."

Wat gebeurt er als de datakwaliteit niet op orde is en risicoanalyses niet uitgevoerd zijn? Spiessens: "Wij drukken niet op de stopknop vóór invaren, maar we zullen dit dan in toetsmoment één rapporteren. Daar moet het pensioenbestuur dan wat mee. En ook De Nederlandsche Bank zal dan wat van onze conclusies vinden. Dan is namelijk niet voldaan aan de voorwaarden om in te varen."   

Uitstel van uiterste transitiedatum 

Paape merkt in pensioenfondsenland dat uitstel van de uiterste datum waarop de transitieplannen dienen te zijn ingediend en waarop ingevaren dient te zijn "zomaar eens een goed idee zou kunnen zijn". Er zijn veel pensioenfondsen, maar weinig pensioenuitvoerders. "AZL, onderdeel van Nationale-Nederlanden, bijvoorbeeld heeft veertig klanten die allemaal over moeten. Als dat in een keer moet, dan gaat dat niet.

'Betrokkenen bij de transitie trekken allemaal op hetzelfde moment aan dezelfde specialisten.'

Betrokkenen bij de transitie trekken allemaal op hetzelfde moment aan dezelfde specialisten. Van ICT-, actuarissen tot aan communicatiespecialisten. Er zal een natuurlijke spreiding moeten komen. Ortec bijvoorbeeld, dat de berekeningen voor veel fondsen uitvoert, heeft ook een knelpunt in de capaciteit. Een pensioenbestuurder op een event waar ik was, zei het treffend. "Terwijl ik een pensioenfonds aan het runnen ben, word ik gevraagd om, met dezelfde bemensing, een tweede pensioenfonds op te richten. Kortom, ik zou het verstandig achten als we de uiterste datum voor transitieplannen en transitiedatum wat naar achteren verplaatsen."

Verdeling van werk

Denkt Paape dat de capaciteit bij accountants een probleem gaat geven? "Nee. Het zal vast schuren her en der, maar bij de accountantskantoren werken goede specialisten. Die redden zich wel." Paape is zelf niet-uitvoerend bestuurder bij het pensioenfonds van ING. "Datakwaliteit is belangrijk als basis, maar die openingsbalans na invaren is welhaast nog belangrijker. Die overgang moet in een keer goed gaan." De emeritus hoogleraar roept accountants op goede afspraken te maken met andere specialisten, zoals IT-auditors en actuarissen. "Zorg voor goede afspraken, zodat helder is wie wat doet, ook in de verdeling van het werk. Daar valt nog wat te winnen is mijn idee. En controleer strak de afspraken tussen werkgevers, pensioenfondsen en pensioenuitvoerders. Ook de afspraken met het UWV. Vroeger werkte je als accountant met grote marges, grote materialiteiten. Dat kan nu niet meer en daardoor moet het stelsel om de kwaliteit van data te waarborgen veel beter ingeregeld zijn. Ik pleit daar voor meer diepgang. Niet alleen om de data schoon te krijgen, maar ook de afspraken die moeten leiden tot het schoonhouden van de data. Voor dat laatste is naar mijn idee nu nog minder aandacht."

Overgang naar nieuwe pensioenstelsel

Pensioenfondsen, verzekeraars en premiepensioeninstellingen, werkgevers en vakbonden moeten voor 1 januari 2027 afspreken hoe ze de pensioenen aanpassen onder de nieuwe pensioenwet. Werkgevers en werknemers beschrijven in transitieplannen hoe zij overstappen op de nieuwe pensioenregelingen.

Mogelijk krijgen pensioenfondsen en pensioenverzekeraars meer de tijd om de nieuwe pensioenen vast te stellen. Bij het parlement ligt een wetsvoorstel om de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel uiterlijk 1 januari 2028 af te ronden.

Werkgeversorganisaties en vakbonden maken een transitieplan. Daarin beschrijven zij hoe zij overstappen op de nieuwe pensioenregelingen en welke keuzes ze daarbij maken. In het transitieplan staat bijvoorbeeld hoe de nieuwe pensioenregeling eruit ziet en of compensatie wordt geboden voor de overstap naar deze nieuwe pensioenregeling. Daarmee vormt het transitieplan de basis voor de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel.

Met twee toetsmomenten heeft de accountant dus een belangrijke rol in de transitie naar het nieuwe stelsel. Maar meer dan negen miljoen individuele pensioenpotjes controleren is niet te doen. Desondanks mogen we meer dan gemiddelde diepgang verwachten bij de accountant. Er wordt scherpte verwacht. Bij de beoordeling van de datakwaliteit als eerste en, zeker niet minder belangrijk, bij de openingsbalans die voor pensioenfondsen cruciaal is voor het slagen van de transitie.    

Dit is deel 1 van een tweeluik. In het tweede deel gaan pensioenfondsen nader in op het belang van de accountant in deze transitie.  

Ronald Bruins is journalist.

Gerelateerd

reacties

Reageer op dit artikel

Spelregels debat

    Aanmelden nieuwsbrief

    Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

    Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.