Duurzaamheidsverslaggeving

'Als je er geen invloed op kan uitoefenen, wil dat niet zeggen dat je er niet over hoeft te rapporteren'

CSRD kan de rol van de accountant maatschappelijk relevanter maken. Maar Vera Moll, director Sustainability, Reporting & Strategy bij KPMG, maakt zich zorgen over midmarket-ondernemingen. "Halen ze de CSRD-verplichtingen op tijd? Hebben ze voldoende kennis aan boord? Sommige ondernemingen moeten nog starten. Dat is rijkelijk laat."

Ronald Bruins

Vera Moll is medeverantwoordelijk voor het team dat advies geeft aan ondernemingen over duurzaamheidsrapportages. "We adviseren met name grotere bedrijven en samen met onze nationale praktijk ook midmarket-ondernemingen. Uitdaging voor grote bedrijven die internationaal werken is niet alleen de CSRD zelf, maar ook de integratie daarvan met de eisen vanuit beurswaakhond SEC en andere rapportagenormen, zoals die van de ISSB. We merken dat die ondernemingen moeite hebben om eerdere niet-verplichte frameworks, zoals het Global Reporting Initiative GRI en het werk dat ze daarvoor in het verleden deden, op één lijn te krijgen met de vereisten vanuit de CSRD. We moeten met ons advieswerk goed aansluiten op onze accountants die de controle gaan doen op duurzaamheidsinformatie. Als wij het niet goed inrichten of geen aansluitingen hebben op hen, dan zit er een gat tussen wat bedrijven rapporteren en de assurance en audit daarop."

Foto: Vera Moll

Moll merkt dat grotere bedrijven al langer bezig zijn met duurzaamheidsverslaggeving. "Voor heel veel beursgenoteerde bedrijven is dit niet iets nieuws. Veel ervan omarmen de CSRD volledig. Ze zien het als een mogelijkheid om hun duurzaamheidsinitiatieven te versnellen. Maar dan nog is het een uitdaging om te komen naar een gedegen structuur die aansluit op de vereiste rapportage."

Disaggregatie van informatie

Maar die groep is al veel verder dan de midmarket, beschouwt Moll. "Ik ben bij de beursgenoteerde groep nog geen dubbele materialiteisanalyse tegengekomen waar ze bij de uitslag ervan steil van achterover sloegen. Probleem daar is wel die disaggregatie van informatie. Stel, je bent een onderneming met veel verschillende bedrijfsactiviteiten in veel verschillende gebieden in de wereld. Dan kan het zomaar zijn dat je een grote impact hebt op de biodiversiteit met een fabriek in Zuid-Amerika. Maar is deze dan nog steeds materieel als het tot wereldwijde rapportage komt? Want dat soort cijfers consolideren op groepsniveau in het jaarverslag. Daarover vinden discussies plaats. Daarbij speelt ook dat de CSRD zoveel mogelijk vraagt om een datagedreven onderbouwing.

'De CSRD maakt rapporteren uiteindelijk meer betrouwbaar en controleerbaar.'

Tot voor kort werden materialiteitsassessments vooral uitgevoerd op basis van gesprekken met stakeholders. Nu is het vooral ook belangrijk om onderbouwing in data te vinden, voor het al dan niet als materieel bestempelen van een onderwerp. Dan blijkt ook dat er vrij veel grijs gebied is. Wanneer is iets materieel of niet? Overigens, de datagedreven aanpak vind ik goed aan de CSRD. Dat gaat verder dan de mening van stakeholders opvragen en wijst ook op wat de wetenschap, bijvoorbeeld via het Science Based Targets Initiative, zegt over bepaalde onderwerpen. Kortom, de CSRD maakt rapporteren uiteindelijk meer betrouwbaar en controleerbaar."

Nooit gerapporteerd

Moll ziet een golf aan bedrijven in de midmarket die nog nooit iets gerapporteerd hebben over duurzaamheid. "Daar ligt een enorm grote uitdaging van in heel korte tijd opstarten van een uitgebreide rapportage over een heel scala aan duurzaamheidsthema's. Van CO2 en diversiteit tot aan biodiversiteit. En dat met een beperkte groep aan medewerkers. Daar is vaak geen sustainability-afdeling met experts waar ze een beroep op kunnen doen. Vraag is: hoe vinden we een balans tussen het verplichte rapporteren en het op een pragmatische manier ophalen van stuurinformatie, zodat het meer oplevert dan een verplicht vinkje zetten? Ik maak me wel wat zorgen over dat segment. Halen ze de verplichte rapportage op tijd en wat is de kwaliteit van de rapportages? Daar is de tijd kort en de uitdaging groot."

Geen invloed, wel rapporteren

De duurzaamheidsexpert wijst ook op het verschil tussen rapportagescope en mate van invloed op een onderwerp. "Sommige bedrijven gaan er ten onrechte van uit dat, als ze op een onderwerp geen invloed hebben, ze er ook niet over hoeven te rapporteren. Bijvoorbeeld een importeur van avocado's, daar kan een mensenrechtenproblematiek in Zuid-Amerika achter schuilgaan. Nu zou je als importeur kunnen zeggen dat je geen controle hebt op wat er in een land ver weg van Nederland gebeurt. Dat is ook in veel gevallen waar. Maar dat ontslaat je niet van de plicht om, als je daar een materieel onderwerp hebt geïdentificeerd, er over te rapporteren. Kortom: het criterium of je ergens invloed in de keten op hebt, is niet bepalend voor dat waar je over rapporteert.

'Het criterium of je ergens invloed in de keten op hebt, is niet bepalend voor dat waar je over rapporteert.' 

Dat is, merk ik in de praktijk, een omslag in denken. Je moet de verantwoordelijkheid pakken voor transparantie over wat er in je keten gebeurt. De CSRD is in essentie niet bedoeld om een mooie rapportagestroom in het leven te roepen, maar juist om transparantie van ketens te krijgen. Je zou daarbij ook, als bedrijven dezelfde materiële onderwerpen hebben, kunnen samenwerken. Bij het ontwikkelen van beleid of bij de executie daarvan. Bijvoorbeeld door een consortium op te richten, om zo verbeteringen op duurzaamheidsvlak in de keten te kunnen doorvoeren of afdwingen. Dat creëert meer slagkracht."

Minder precies

Niet-financiële informatie is in veel gevallen minder precies dan financiële informatie. "Dat is wennen", zegt Moll. "Op financiële afdelingen van bedrijven, maar ook wennen voor ons als accountantsfirma. Met de CSRD komt er een hele grote vraag onze kant op. Wat accountants goed kunnen, is kijken naar processen, interne beheersing, control en audit trail. Hoe heb je als bedrijf de informatie vastgelegd? Hoe betrouwbaar is deze? Wat er nu wordt gevraagd, is die kennis over financiële informatie te combineren met dieptekennis over duurzaamheidsinformatie. Als KPMG hebben we dertig jaar geleden onze duurzaamheidsafdeling opgericht en daar is in de tussentijd heel veel kennis opgebouwd. Vanuit daar leiden we onze accountants op met kennissessies en trainingen. Niet alleen om ook iets van duurzaamheid te vinden, maar ook te weten wanneer ze een expert nodig hebben als het echt ingewikkeld wordt. Bijvoorbeeld als het de diepte in gaat over biodiversiteit en verontreiniging. Vaak kunnen we de expertise bij onze duurzaamheidsafdeling ophalen, maar soms in het nodig om samenwerking te zoeken met derden. Zo hebben we ook een samenwerking met Naturalis."

Verstrekken van zekerheid

KPMG stuurde onlangs een klimaatbrief naar haar klanten, waarin de accountantsorganisatie oproept om snel werk te maken van implementatie van CSRD. Accountants hebben een belangrijke rol bij het verstrekken van zekerheid rondom deze informatie en kunnen een verklaring met beperking afgeven als die niet volgens de nieuwe wetgeving wordt gerapporteerd, schreef KPMG in de brief. Informatie over boekjaar 2024 moet begin 2025 worden opgeleverd. "Desondanks zien wij dat niet alle organisaties afdwingbare doelstellingen hebben gedefinieerd." Moll: "Dat gaat over de sustainability statements. Daar zitten veel professional judgments in en daar zit ook veel informatie die bedrijven van derden in de keten moeten halen. We denken dat het in heel veel gevallen moeilijk is om te leunen op die data en dat deze niet of niet altijd te verifiëren zijn. Niet door het bedrijf en niet door ons. En dat zal leiden tot verklaringen met een beperking. Dat hoeft niet zo dramatisch te zijn als bij een financiële verklaring met een beperking, maar we vinden het toch belangrijk om onze klanten op dit effect en de noodzaak tot verbetering te wijzen."

Context bieden

Zou die limited assurance en eventuele verontwaardiging over rapportages kunnen leiden tot een golf van druk op bedrijven die moeten rapporteren volgens de CSRD? "Nou, een golf is te zwaar uitgedrukt. Wat je wel ziet is dat de maatschappelijke druk op bedrijven om hun duurzaamheidsprestaties te verbeteren überhaupt al toeneemt. Gewoonweg vanuit het simpele feit dat we als wereld achter de feiten aanlopen wat betreft klimaatverandering. Er komt bij bedrijven nu wel duurzaamheidsinformatie los en die informatie kan worden gebruikt als pressiemiddel. Dat maakt dat ondernemingen goed moeten nadenken over de communicatie rondom het moment van publiceren en de context die ze schetsen van de informatie die ze publiek maken.

'Waar ik niet naartoe wil, is dat er een angst voor juridische stappen ontstaat en dat daardoor bedrijven minder open en transparant willen zijn.'

Maak bijvoorbeeld expliciet waar je werkt met proxy-informatie, oftewel schattingen, en welke stappen je bereidt bent waar te nemen. Ook als informatie niet beschikbaar is, zou je als bedrijf moeten schetsen welke maatregelen je neemt om die gegevens alsnog boven tafel te krijgen. Met die context bieden zullen verschillende afdelingen, waaronder PR- en Investor Relations, druk zijn. Waar ik niet naartoe wil, is dat er een angst voor juridische stappen ontstaat en dat daardoor bedrijven minder open en transparant willen zijn. Dat zou in de weg kunnen staan van de daadwerkelijke stappen op duurzaamheidsgebied. Bij zo'n ontwikkeling is niemand gebaat."

Nog niet first year right

De Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA) heeft volgens Moll al aangegeven dat er sprake zal zijn van een leercurve. "Het is een leerproces, waarbij we ook kalibratie van de onderwerpen in de materialiteitsmatrix gaan zien. Er zijn ervaringen nodig van bedrijven die hun feedback geven en krijgen waardoor we steeds meer naar standaardisatie van betrouwbare en volledige informatie toe kunnen. Die leercurve moeten we met z'n allen, ook wij als accountantsorganisatie, door." Toch komen de eerste rapportages al met een limited assurance-verplichting en gaat de EU op termijn naar verwachting vereisen dat accountantsorganisaties reasonable assurance geven over de duurzaamheidsinformatie in de CSRD. "In het oorspronkelijke plan was reasonable assurance aangekondigd voor zes jaar na de invoering. Dat is toen teruggebracht naar een onderzoek naar de vraag of dat redelijk, haalbaar en billijk is. Maar de beweging om tot reasonable assurance te komen is er wel en wij verwachten ook dat we op termijn daarmee moeten werken."

'Omdat voor veel duurzaamheids- informatie nog nauwelijks controls zijn, moeten die er dus nog komen.'

Er wordt nu gesproken over 2028, 2029 of 2030, constateert Moll. "Dat klinkt lang, maar gezien de slagen die bedrijven nog moeten maken om de ESG informatie op hetzelfde peil te krijgen als de financiële verslaggeving, is dat toch nog veel werk. Het gaat daarbij bijvoorbeeld over afdelingen binnen bedrijven die van oudsher minder met internal controls te maken hadden, zoals HR of procurement. Dus dit vraagt wel wat zowel van systemen, processen en de cultuuromslag die in vele gevallen nodig is om dit op orde te krijgen. Omdat voor veel duurzaamheidsinformatie nog nauwelijks controls zijn, moeten die er dus nog komen. Anders kun je de control op duurzaamheidsinformatie ook niet testen."

Maatschappelijke relevantie

Duurzaamheidsinformatie kan het vak van de accountant verrijken, stelt Moll. "Wij merken dat het enthousiasme groot is over de betrokkenheid bij de totstandkoming van duurzaamheidsinformatie en de controle er op. Nieuw elan is een groot woord, maar het voegt echt iets toe aan de maatschappelijke relevantie van accountants." Maar kunnen accountants dit er wel bij hebben? Ze zijn nu al schaars genoeg, hebben het druk en de instroom is beperkt. "Aan die vraag zitten meerdere kanten. Ja, we hebben een wervingsagenda waar we proberen meer capaciteit binnen te krijgen. Daar helpt het verhaal dat we ook duurzaamheidsinformatie controleren. Ook helpt duurzaamheid met het vergroten van de aantrekkelijkheid van het vak en dus ook bij het behouden van collega's voor onze organisatie. Daarnaast kijken we hoe we met technologie de financiële controle efficiënter kunnen maken."

Geïntegreerd team

Tot slot: een beursgenoteerd bedrijf constateerde dat er een duurzaamheids- en een financiële ploeg van het accountantskantoor over de vloer kwam. Met een verdubbeling van de uren tot gevolgd. "Kan dat niet anders?", vroeg de cfo.

'Met een geïntegreerd team kun je beter die gevolgen overzien, de gegevens boven tafel krijgen en daar controle op uitvoeren.'

Moll: "Een geïntegreerd team heeft ook onze voorkeur. Maar in principe mogen bedrijven nu nog kiezen. Ze hoeven niet de sustainability en de financial statements door dezelfde partij te laten controleren. Je wilt ook zo'n geïntegreerd team omdat bepaalde duurzaamheidsinformatie, bijvoorbeeld over stranded assets, een gevolg kan hebben voor de financiële jaarrekening. Met een geïntegreerd team kun je beter die gevolgen overzien, de gegevens boven tafel krijgen en daar controle op uitvoeren."

Moll is dus positief over CSRD, omdat de rapportage bedrijven dwingt om stappen te maken om klimaatverandering tegen te gaan. Ze ziet ook kansen voor het vak. Duurzaamheid zou het accountantsberoep maatschappelijk relevanter en daarmee aantrekkelijker maken. Maar ze is tegelijkertijd, in lijn met de gestuurde klimaatbrief, bezorgd. "Midmarket-bedrijven moeten echt flink aan de bak."

Ronald Bruins is journalist.

Gerelateerd

reacties

Reageer op dit artikel

Spelregels debat

    Aanmelden nieuwsbrief

    Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

    Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.