Wat merken accountants van het pensioenakkoord?
Voor veel werknemers is pensioen een belangrijke secundaire arbeidsvoorwaarde, ook voor accountants. Hoe is pensioen voor hen nu geregeld en wat is de impact van het pensioenakkoord?
Lieuwe Koopmans
De accountantssector kent geen verplicht bedrijfstakpensioenfonds, zoals dat het geval is voor bijvoorbeeld ambtenaren, zorgpersoneel en werknemers in de metaal. Kantoren zijn ook niet verplicht een pensioenregeling aan te bieden. Toch doen de meesten van hen dat wel, zeker de grote en de middelgrote. Bij de vacatures op de websites van de kantoren ontbreekt onder het kopje 'Wat bieden wij', de pensioenregeling bijna nooit.
Premiepensioeninstelling
Uit een inventarisatie van Accountant.nl blijkt dat veel kantoren bij de opbouw kiezen voor een zogeheten premieovereenkomst, ook wel aangeduid als beschikbare premieregeling of defined contribution (DC). Accountantskantoren behoorden tot de eerste bedrijven die de overstap van een uitkeringsovereenkomst (middelloonregeling) naar een premieovereenkomst maakten, aldus Frits Bart, directeur van Aegon Cappital.
'Accountantskantoren behoorden tot de eerste bedrijven die de overstap van een uitkeringsovereenkomst naar een premieovereenkomst maakten.'
"Als je kijkt naar het pensioenakkoord, dan was dat een toekomstgerichte keuze." Niet alleen de big four zijn aangesloten bij Cappital, ook een groot aantal middelgrote kantoren. Daarmee is het de belangrijkste pensioenpartner voor dit segment van de accountancy. Volgens Bart ligt de aantrekkelijkheid van een premiepensioeninstelling, kortweg aangeduid als ppi, in de eenvoud. Een rechttoe-rechtaan opbouw, zonder de zogeheten 'biometrische risico's' zoals arbeidsongeschiktheid en overlijden. Risico's die nagenoeg alle kantoren overigens wel 'bijverzekeren'. Na een wat aarzelend begin sinds de start in 2011, is de ppi inmiddels uitgegroeid tot de belangrijkste uitvoerder van beschikbare premieregelingen.
Partnerschappen
Uiteraard is Aegon niet de enige die zich op deze specifieke deelmarkt begeeft. Zo heeft BDO een verzekerde regeling bij Zwitserleven (geen ppi) en hebben de ppi van Brand New Day en branchevereniging Novak een samenwerking opgezet voor pensioenopbouw voor de kleinere kantoren, waar speciale prijsafspraken of kostenvoordelen worden geboden. Daar doen nu ongeveer dertig kantoren aan mee, vertelt Jan Willem Hoitsma, directeur van deze ppi. "Behalve deze samenwerking hebben we verder nog circa zestig andere accountantskantoren in de boeken." Ook Nationale-Nederlanden en de SRA hadden een dergelijk partnerschap, maar volgens NN-woordvoerder Bas Kuik is dit ruim zes jaar geleden beëindigd. Wel heeft een reeks middelgrote en kleinere kantoren een beschikbare premieregeling bij NN, maar Kuik treedt desgevraagd niet in numerieke details.
Voormalig Pensioenfonds voor Accountancy
Zowel Aegon als Brand New Day en NN geven aan kantoren als klant te hebben gekregen die eerder waren aangesloten bij het voormalige Pensioenfonds voor de Accountancy. Volgens Hoitsma is een vijfde van het accountantsbestand bij Brand New Day afkomstig van dit fonds. Het fonds werd in 2017 opgeheven vanwege een te slechte vermogenspositie. De opgebouwde aanspraken zijn voor een deel overgeheveld naar een zogeheten pensioenkring van STAP, een 'algemeen pensioenfonds' (APF). Dit is vooral vermogen voor gepensioneerden en zogeheten 'slapers'; slechts een paar kantoren bouwen actief hun pensioen hier op. Volgens Caspar Vlaar, werknemersvoorzitter van het belanghebbendenorgaan van de pensioenkring, komt dat onder meer door het hanteren van een kostendekkende premie. Dit leidt vanwege de lage kapitaalmarktrente tot een relatief hogere premie. De regeling bij STAP is overigens nog een uitkeringsregeling (middelloon) en wijkt daarmee af van de trend in de branche. Ook bij PGB Pensioenfonds zitten enkele kantoren (waaronder de Jong & Laan) waar een middelloonregeling wordt uitgevoerd. Een woordvoerder van de Jong & Laan verklaart dit gegeven: "Zelfs met de huidige lage rente is met de middelloonregeling een hoger ouderdomspensioen te bereiken, dan wanneer we nu overstappen naar een beschikbare premieregeling. Dat komt vooral door de slechte aankoopfactoren op dit moment."
Vlakke premie
De meeste accountantskantoren zijn derhalve met een beschikbare premieregeling goed voorbereid op de belangrijkste wijziging in het nieuwe pensioencontract. Maar met een ander element uit het pensioenakkoord en de wetgeving die daaruit volgt, krijgen ze nog wel te maken. Afgesproken is namelijk dat er voor de pensioenopbouw een 'vlakke' leeftijdsonafhankelijke premie wordt ingevoerd. Deze komt in de plaats voor de zogeheten 'staffels' die ppi's en verzekeraars nu gebruiken en waarbij meestal het premiebedrag meebeweegt met de leeftijd. Met andere woorden: voor oudere werknemers werd in het oude systeem meer premie ingelegd dan voor jonge.
'Voor oudere werknemers werd in het oude systeem meer premie ingelegd dan voor jonge.'
Deze wijziging kan grote gevolgen hebben voor de opbouw van werknemers boven de veertig. Door de vlakke premie bouwen zij in hun 'tweede helft' veel minder op dan onder de voormalige regeling gepland zou zijn. Frits Bart geeft aan dat het kabinet daarom een overgangsregeling in het leven heeft geroepen, waarbij de huidige deelnemers toch kunnen blijven opbouwen met de traditionele staffels. De opbouw voor nieuwe deelnemers gaat dan wel op basis van de vlakke premie.
Dubbele regeling
Deze dubbele administratie riep bij werkgeversorganisaties protesten op, vanwege de vermeend hoge kosten ervan. Er werd door sommigen zelfs gedreigd om daarom maar helemaal te stoppen met de opbouw. Volgens Bart gaat het met die hoge kosten wel meevallen. "Er zullen heus wel wat implementatiekosten zijn, maar voor de rest blijven wij net als onder het oude systeem gewoon rekenen met een kostenbijdrage per deelnemer." KPMG, Deloitte, PwC, EY en BDO lijken niet te denken aan stoppen met de opbouw, maar wilden nog niet kwijt hoe zij op deze wijziging gaan reageren.
Frits Bart schat in dat de meeste accountantskantoren bij Cappital ervoor zullen kiezen om in ieder geval de komende jaren een dubbele opbouwregeling te hanteren. Afhankelijk van het verloop in het personeel kan dan een goed moment worden gekozen om de 'vlakke premie' volledig in te voeren. "Mijn verwachting is dat de kantoren snel op deze manier gaan schakelen en dat ze daarmee opnieuw een voorloper zullen zijn."
Kleine kantoren
Jan Willem Hoitsma stelt namens Brand New Day dat voor kleine kantoren de verlaging van de pensioenkosten als percentage van het salaris een optie kan zijn, om niet al te duur uit te zijn bij de overgang naar de vlakke premie. "Wij bieden nu al aan kleine kantoren een 'ingroeiregeling' aan, waar ze beginnen met een premie van vier procent van het pensioengevend salaris en dat stijgt op termijn dan door naar veertien procent." Hoitsma verwacht dat gemiddeld het premiepercentage van de werknemers bij de vlakke premie rond de tien procent gaat uitkomen. Ter vergelijking: bij veel bedrijfstakfondsen ligt het premiepercentage nu (nog) tussen de twintig en dertig procent. Ook veel klanten bij Aegon Cappital hebben nu relatief hoge pensioenkosten als percentage van het salaris (dertig procent), aldus Frits Bart. De stijgende (leeftijdsafhankelijke) staffels zullen, in ieder geval voor nieuwe deelnemers, worden omgezet in een vlakke premie. Hoe dat zal uitpakken is nog niet duidelijk. Bart verwacht dat het uitgangspunt veelal zal zijn om dat budgetneutraal te doen.
Gevolgen middelloonregeling
En hoewel het er naar alle waarschijnlijkheid niet heel veel zijn, krijgen uiteraard ook accountantskantoren die voor hun werknemers een uitkeringsregeling (meest middelloon) uitvoeren, de nodige veranderingen voor de kiezen. Bijvoorbeeld de 'accountantskring' van APF STAP; zij moeten voor de actieve werkgevers overgaan op een premieovereenkomst en beslissen wat er moet gebeuren met de aanspraken van slapers en gepensioneerden. Ook een aantal grote kantoren heeft nog een apart 'depot', waarin vermogen is gestald dat onder een voormalige garantieregeling is opgebouwd. Is het verstandig om deze aanspraken 'in te varen' in het nieuwe stelsel? Frits Bart (Aegon) verwacht dat de genoemde partijen dat niet gaan doen: "Als er nauwelijks of geen nieuwe opbouw plaatsvindt, dan ga je niet invaren en rechten opgeven waar je wel voor hebt betaald." Caspar Vlaar wil er namens de STAP-pensioenkring nog niet op vooruitlopen. "We onderzoeken nu de mogelijkheden. Naast deze kwestie bekijken we nu overigens ook de optie om onze pensioenkring, en het daar opgebouwde vermogen, samen te voegen met een andere STAP-kring." 'Middelloon-kantoor' de Jong & Laan zegt de details van de nieuwe Pensioenwet af te wachten. "We hebben vorig jaar een vijfjarig contract met de uitvoerder gesloten, maar hebben wel de mogelijkheid dit tussentijds op te zeggen en over te stappen op een premieregeling."
Gerelateerd
Vrouwen draaien minder werkuren en krijgen fors minder pensioen
Gepensioneerde vrouwen ontvangen gemiddeld 40 procent minder pensioen dan mannen. Dit verschil komt vooral doordat vrouwen gemiddeld minder werken dan mannen, wat...
Bijna helft van zzp'ers heeft 'pensioenspijt'
Bijna de helft (44 procent) van de zzp'ers heeft spijt dat ze niet eerder zijn begonnen met pensioenopbouw. Twee derde (64 procent) heeft het gevoel dat hun pensioen...
AFM: pensioenfondsen niet duidelijk genoeg over risico's
Pensioenfondsen informeren deelnemers niet goed genoeg over de negatieve gevolgen en risico's van hun besluiten rondom de overgang naar de nieuwe pensioenregeling.
Accountant moet bij pensioentransitie kijken naar datakwaliteit en omzetting naar nieuw stelsel
Bij de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel zijn wettelijk bij de externe accountant twee specifieke rollen belegd. De accountant moet kijken naar de datakwaliteit...
Bijna een op tien AOW'ers had vorig jaar betaald werk
Bijna een op de tien AOW'ers had in 2023 betaald werk. Dat jaar bereikten werkenden de AOW-leeftijd als ze 66 jaar en tien maanden waren, maar ondanks dat hadden...