Zorgelijke zorginstellingen: voorkomen is beter dan genezen
Goede zorg en een gezonde bedrijfsvoering gaan hand in hand en daarmee geldt het omgekeerde ook. 'Harde' financiële en personele cijfers uit de jaarrapportage bieden extra houvast.
Jan Popping
De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) van het Ministerie van VWS bewaakt en bevordert de kwaliteit en veiligheid van zorg. Daartoe worden er zo nodig handhavingsmaatregelen opgelegd, zoals een aanwijzing, verscherpt toezicht, last onder dwangsom of een bevel.
Op de website van de IGJ staan diverse zorgsectoren genoemd. Ten behoeve van dit onderzoekartikel werd per medio april gekeken naar nieuwsberichten over Verpleeghuiszorg (134 berichten), Zorg thuis (66), Geestelijke gezondheidszorg (54) en Gehandicaptenzorg (77). Deze VVT, GGZ en GHZ segmenten vormen samen de voornaamste componenten van de CARE-markt. Het totaal van deze ruim driehonderd nieuwsberichten gaat over de maatregelen waar circa tachtig met name genoemde zorginstellingen aan is (of was) blootgesteld, aangevuld met diverse nota's en documenten, waaronder de afgelopen weken uiteraard veel over corona. Omdat de aandacht van de Inspectie vaak meerjarig is en in velerlei gradaties en veel organisaties een combinatie van zorg verlenen in meerdere sectoren, komen dezelfde instellingen regelmatig bij herhaling voor.
De bevindingen van de IGJ gaan bijna steeds over (gebreken in) de kwaliteit en veiligheid van persoonsgerichte zorg, deskundigheid van medewerkers, en ook wel over medicatieveiligheid en dossiervorming. Vrij uitzonderlijk zijn aanmerkingen op de kwaliteit van bestuur en toezicht zoals belangenverstrengeling in een 'integere en beheerste bedrijfsvoering', fraude en bestuurlijke onrust. Meestal betreft het hier kleine instellingen (met een omzet onder 1 miljoen euro) en bij grote organisaties om tekortkomingen op één of enkele locaties. De aandacht en sancties van de Inspectie vergen echter steeds de bestuurlijke betrokkenheid. Want: "Bestuurders zijn eindverantwoordelijk voor de kwaliteit, veiligheid, betaalbaarheid en toegankelijkheid van de zorg."
Diverse instellingen bleken helaas niet of slecht traceerbaar: minimale omvang, einde bedrijfsactiviteiten, overgenomen, voorzien van een andere naam et cetera en daarom geen verdere-, of incomplete verslaglegging. Van de onderzochte organisaties bleek zo'n 30 procent failliet.
Governance en maatschappelijke verantwoording
De Inspectie stelt dat goed bestuur een belangrijke succesfactor is voor de kwaliteit van instellingen. Daarom werd ook het wettelijk verplichte Jaardocument Maatschappelijke Verantwoording DigiMV in www.jaarverslagenzorg.nl geraadpleegd en allereerst gekeken naar wat instellingen onder het hoofdstuk Governance(de zeven principes van Governancecode Zorg en bestuur en toezicht) noteerden. Bijna zonder uitzondering meent elke instelling te voldoen aan alle principes.
Op de (uitputtende) vraag: "Zijn er in uw organisatie in het verslagjaar belangrijke gebeurtenissen aan de orde geweest, zoals fusieplannen, wijzigingen in visie, strategie, besturingsmodel, inkrimping of uitbreiding van de omzet, investeringen, ICT migratie, en andere” was het antwoord doorgaans ontkennend. Het gold ook voor vragen over financiële continuïteit, strategische risico's en de toekomst. Dit ontslaat het bestuur van een nadere toelichting en de self assessment zal hiermee wellicht ook hebben te maken. Een blanco antwoord, of 'niet van toepassing' liet zich wel eens lastig rijmen met bijvoorbeeld de zorgelijke financiële situatie. Soms werd wel blijk gegeven van betrokkenheid van de Inspectie, maar inzicht in de governance blijft duidelijk een verbeterpuntpunt. Deze constatering sluit overigens aan bij een eerder artikel van 25 januari 2019, dat ging over governance, besturing en toezicht in de zorgmarkt.
Gezonde bedrijfsvoering
De Inspectie hecht eveneens sterk aan een gezonde bedrijfsvoering, want: "De IGJ en NZA hebben allebei de ervaring dat een goed financieel beleid en goede zorg vaak samen op gaan." Daarom werden ook de resultaten op het gebied van financiën en personeel onderzocht.
Als referentiekader hieronder in Tabel 1 een beeld van de 'gemiddelde instelling' in de CARE markt, gebaseerd op zeshonderd instellingen, vanaf 5 miljoen omzet en voor zover voorzien van een meerjarige, complete rapportage.
Tabel 1 De CARE markt, zeshonderd instellingen
Aantal | Omzet | Marge | Solvabiliteit | FTE | Verzuim |
PK |
Productiviteit |
600 | 59,9 | 1,54% | 37,0% | 739 | 6,63% | 71,8% | 98,9% |
+4,2% | 1,70% | 35,3% | +2,8% | 6,22% | 71,0% |
Toelichting: Omzet is in miljoen euro, Marge is het nettoresultaat als percentage van de omzet, Solvabiliteit is het eigen vermogen als percentage van de balans, FTE is aantal medewerkers in FTE. Verzuim werd gewogen met het aantal medewerkers per instelling. PK Ratio staat voor de personeelskostenratio: de personele kosten als percentage van de omzet. Sommige instellingen spreken ook wel van de 'loonquote'. Productiviteit geeft de meerjarige groei aan van de omzet in vergelijk met de personele kosten 'per kop'. Bij 100 procent hielden deze gelijke tred, bij lager liepen deze uit de pas, en omgekeerd. In personeelintensieve organisaties, zoals bij uitstek in de zorgmarkt, zijn dit kritische prestatie-indicatoren (KPI's). Op de tweede regel staan de uitkomsten van het eerdere jaar, of de mutatie.
Het gestegen verzuim en de lagere productiviteit gingen gepaard met minder marge. De cijfers zijn gebaseerd op 2018 en eerder. De verslaglegging over 2019 is nog niet beschikbaar, maar een overeenkomstig verband tussen deze KPI's ligt voor de hand.
Tabel 2 Inspectie, 25 instellingen
Aantal | Omzet | Marge | Solvabiliteit | FTE | Verzuim |
PK |
Productiviteit |
25 | 95,0 | 0,90% | 31,5% | 1.200 | 7,46% | 72,9% | 99,4% |
+3,0% | 1,38% | 30,4% | -0,4% | 7,21% | 72,4% |
Soortgelijk als in tabel 1 kon ook van 25 geïnspecteerde instellingen een doorsneeplaatje worden gemaakt. Deze organisaties vertoonden niet alleen manco's in de zorg, maar ook op financieel- en personeelsgebied: gemiddeld op nagenoeg alle fronten een aanzienlijk lagere score in vergelijking met het overzicht van de totale CARE markt. Het bevestigt het verband en de 'continuïteitsveronderstelling' is hier aan een wat groter risico onderhevig, hoewel een gemiddelde solvabiliteit van ruim 30 procent bevredigend is.
De continuïteit is wel in het geding bij de volgende 137 instellingen (zijnde 23 procent van de 600), die rode cijfers schreven.
Tabel 3 Verliesgevend, 137 instellingen
Aantal | Omzet | Marge | Solvabiliteit | FTE | Verzuim |
PK |
Productiviteit |
137 | 47,5 | -2,73% | 30,8% | 560 | 6,76% | 75,1% | 96,0% |
+2,9% | 0,86% | 37,6% | +2,6% | 6,27% | 72,0% |
Onder de 'verliezers' vielen ook negen instellingen onder toezicht van de Inspectie en ook diverse andere die zich kenmerkten door te late rapportering of negatieve pers in afgelopen jaren, of recent. Het illustreert de vaak meerjarige én meervoudige zorgelijke situatie.
Tabel 4 Top 10% hoogste verzuim, zestig instellingen
Aantal | Omzet | Marge | Solvabiliteit | FTE | Verzuim |
PK |
Productiviteit |
60 | 31,2 | 0,47% | 32,9% | 410 | 9,07% | 73,2% | 99,6% |
+3,7% | 0,87% | 32,6% | +0,4% | 8,10% | 72,9% |
Verzuim doet afbreuk aan de beschikbaarheid en kwaliteit van personeel en zorg en kan zowel de werkomstandigheden als bedrijfsmatige uitkomsten 'verzieken'. Het meerjarig forse en zelfs stijgende verzuim in tabel 4 wijst op de hardnekkige problematiek en tastte de toch al lage marge verder aan (overige omstandigheden gelijkblijvende).
Tabel 5 Bovengemiddeld verzuim (>6,63%) en ondergemiddelde productiviteit (< 98,9%)
Aantal | Omzet | Marge | Solvabiliteit | FTE | Verzuim |
PK |
Productiviteit |
154 | 56,2 | 0,11% | 37,6% | 700 | 7,42% | 71,4% | 95,6% |
+2,8% | 2,51% | 37,3% | +3,6% | 6,63% | 68,3% |
Tabel 5 geeft het effect aan van de gevaarlijke cocktail bestaande uit hoger verzuim én lagere productiviteit. De uitkomsten behoeven geen verdere toelichting.
Samenvatting en aanbevelingen
Bij zorginstellingen die in beeld zijn bij de Inspectie draait het meestal om de kwaliteit en veiligheid van de zorg. Het bestuur is hiervoor eindverantwoordelijk, maar inzicht in de governance en maatschappelijke verantwoording laat veel te wensen over.
Goede zorg en een gezonde bedrijfsvoering gaan bijna steeds hand in hand en daarmee geldt het omgekeerde ook. 'Harde' financiële en personele cijfers uit de jaarrapportage bieden extra houvast. Als aanvulling op de gangbare economische ratio's zijn daarbij ook het verzuim, de personeelskostenratio en de ontwikkeling in personele productiviteit belangrijke KPI’s.
De 'invuloefening' van de wettelijke verplichte documenten verdient meer bestuurlijke aandacht, fiattering en controle van de externe accountant. Prioriteit heeft ook een vergelijkend inzicht in personele en financiële graadmeters en early alerts. Dit alles ten behoeve van een gezonde bedrijfsvoering én goede zorg.
Gerelateerd
BNR: financieel ploeterende ziekenhuizen zien kansen in beleggen
Ziekenhuizen stoppen steeds meer geld in aandelen en obligaties. Sinds 2019 is de totale waarde van hun beleggingen met ruim vijftig procent toegenomen.
BDO: Ziekenhuizen presteren financieel slechter, sector op kantelpunt
De financiële prestaties van algemene ziekenhuizen zijn in het afgelopen jaar verder verslechterd. Bij een toenemend aantal ziekenhuizen is sprake van financiële...
Eerste Kamer akkoord met gedeeltelijk openbare jaarverantwoording voor micro-zorgaanbieders
Op 24 september is de Verzamelwet VWS 2023 aangenomen door de Eerste Kamer. Eén van de onderwerpen daarin is de openbare jaarverantwoording. Met het aannemen van...
EY: storm in zorgsector nog niet voorbij
Het rendement van Nederlandse zorgaanbieders laat over 2023 een ogenschijnlijk bemoedigende stijging zien. Die stijging is echter geflatteerd, omdat deze grotendeels...
FTM: OM kan zorgfraude niet voldoende bestrijden
Het Openbaar Ministerie is niet in staat de toenemende zorgfraude voldoende te bestrijden. Betere controle vooraf is nodig, zeggen ‘zorgfraudejagers’ van het OM...