Zorg

Accountantskantoren in de zorgmarkt: beperkte keus

Al een aantal jaren houdt Jan Popping voor Accountant.nl regelmatig accountantskantoren in de zorgmarkt tegen het licht: omzet, marktpositie en 'fees', marktdynamiek en klantenloyaliteit. De jongste stand.

Jan Popping

Op 9 september 2019 verscheen op Accountant.nl de geactualiseerde lijst met de top 30 accountantskantoren in Nederland. Ook de rapportages van zorginstellingen op www.jaarverslagenzorg.nl over het afgelopen jaar zijn (bijna) compleet. Dus is het weer tijd om te bezien hoe het de accountants- en de zorgmarkt verging. Wat valt er te signaleren op het kruispunt van beide sectoren?

Accountantskantoren in CURE

Hieronder een overzichtje van vijf accountantskantoren, hun totale Omzet in miljoenen en daarmee hun Positie en vervolgens een vergelijk met die in de zorg. Voor CURE werden hiertoe zeventig ziekenhuizen onderzocht, van het type algemeen, topklinisch (STZ) en universitair (UMC).

  Omzet Positie In CURE Fee

%
Omzet

P Q
Deloitte 896,8 1 4 2.053 0,23% 257 8
EY 837 2 1 8.754 1,05% 381 23
PwC 832,7 3 2 7.447 0,89% 355 23
KPMG 655 4 3 4.136 0,63% 414 10
BDO 282 5 5 1.343 0,48% 168 8
Totaal 3.503,5       0,68% 339 70

De Fee betreft de accountantskosten, afgerond, in duizend euro en zoals gespecificeerd in de jaarrekeningen. De verdeling van het totaal van 23,7 miljoen over de kantoren vormt de basis van de marktpositie In CURE.De bijdrage van de fee aan het totaal van de omzet (procent Omzet)verschilt nogal, maar is bescheiden. Onder P de gemiddelde fee in 1.000 euro per instelling en daarmee een indruk van de grootte van de doorsnee klant. Q is het aantal relaties en P x Q = Fee.

Al vele jaren maken de big four de dienst uit in ziekenhuizen, met BDO als de gestaag groeiende big five. Een viertal wisselingen van kantoor is, ook in vergelijk met eerdere jaren, vrij laag. De accountantskosten waren 3,8 procent hoger dan een jaar eerder.

Accountantskantoren in CARE

In CARE ging het om ruim zeshonderd instellingen die, soortgelijk als onder CURE, gerelateerd werden aan de kantoren die in deze markt actief zijn. Het betrof instellingen van het type VVT (verpleging, verzorging, thuiszorg), GGZ (geestelijke gezondheidszorg), GHZ (gehandicaptenzorg), aangevuld met maatschappelijke opvang, jeugdhulp en jeugdbescherming. Deze vormen van zorgverlening worden regelmatig overlappend of in combinatie aangeboden. Als ondergrens gold een omzet van vijf miljoen.

  Omzet Positie in CARE Fee

%
Omzet

P Q
Deloitte 896,8 1 4 9.7772 1,09% 127 77
EY 837 2 1 14.390 1,72% 212 68
PwC 832,7 3 2 13.113 1,57% 202 65
KPMG 655 4 3 11.507 1,76% 256 45
BDO 282 5 6 7.816 2,77% 103 76
Flynth 133,6 6 22 25 0,02% 25 1
Mazars 101,6 7 10 437 0,43% 87 5
Baker Tilly 100,3 8 9 740 0,74% 62 12
accon avm 88,0 9 14 83 0,09% 37 2
Alfa 81,3 10 16 74 0,09% 37 2
De Jong & Laan 64,7 11 8 820 1,27% 63 13
Abab 59,9 12 17 59 0,10% 20 3
Grant Thornton 56,5 13 7 831 1,47% 166 5
DRV 54,9 14 21 28 0,05% 28 1
Crow Horwath 46,2 15 18 55 0,12% 55 1
Countus 45,9 16 11 118 0,26% 118 1
RSM NL 39,1 17 13 84 0,21% 42 2
MTH 38,0 18          
Witlox v/d Boomen 34,5 19 20 30 0,09% 30 1
Van Oers 34,0 20          
Schipper Groep 33,7 21          
KroeseWevers 29,6 22 15 75 0,25% 38 2
Koenen en Co 28,0 23          
Visser & Visser 27,0 24 12 95 0,35% 95 1
HLB van Daal 26,4 25 23 16 0,06% 16 1
Crop 26,1 26          
PKF Wallast 24,5 27          
Verstegen 24,3 28 5 8.003 32,93% 56 144
Ruitenberg 22,2 29          
BOL 18,9 30 19 42 0,22% 42 1
Rest       3.156   33 95
Totaal 4.742,7     71.368   114 624

Marktdynamiek

Ook de CARE-markt wordt gedomineerd door een beperkt aantal kantoren, hier gevormd door een big six. De dynamiek is echter veel groter dan in CURE, door de vele overige accountantskantoren, het grote aantal instellingen en diverse transfers. Afgelopen jaar vonden er 62 wisselingen plaats, dat is met tien procent vrij hoog. In eerdere jaren fluctueerde dit percentage tussen zeven en veertien.  Met andere woorden: na gemiddeld zo'n tien jaar wordt een nieuw kantoor benoemd.

'Ook de CARE-markt wordt gedomineerd door een beperkt aantal kantoren, maar de dynamiek is veel groter dan in CURE.'

Opmerkelijk is de positie van Verstegen als de nummer vijf, met het uitgebreide klantenbestand en de focus blijkens het aandeel van de zorg in de totale omzet. Omgekeerd zijn er zeven van de top 30 kantoren die zich niet in bovenstaande lijst classificeerden, maar soms wel bij meerdere kleinere instellingen actief zijn. Binnen de 'restpost' met 95 relaties (van maar liefst 33 kantoren, dus met een bescheiden gemiddelde van krap 3), valt AGZ op met dertien klanten, Q-Concepts met tien (waarvan vijf nieuwe namen), Adbeco met zes, Confirm met vijf, Auren met vier, Bentacera en KSG elk drie. Buiten de big six is de 'versnippering' van kantoren in CARE dus aanzienlijk.

De volgende tabel toont interessante onderliggende verschuivingen. In de kolom 2018 de 'gewonnen' fee in 2018 (in 1.000 euro), vergeleken met de fee-waarde in 2017 van de kantoren waarvan afscheid werd genomen, en het procentuele verschil. Q staat voor aantal gewonnen deals en P voor gemiddelde waarde (in 1.000 euro) ervan.

Daarna kolommen met de 'verliezende' partijen, waarbij het nummer in de kopregel correspondeert met het kantoor en daaronder het aantal deals.

    2018 2017   Q P 1 2 3 4 5 6 9 11
1 PwC 223 222 100,5% 2 112   2            
2 EY 148 136 108,8% 1 148 1              
3 KPMG 1.685 2.055 82,0% 5 337 1 2   1 1      
4 Deloitte 214 398 53,8% 1 214     1          
5 Verstegen 1.252 1.608 77,9% 19 66 1 7 2 5   3   1
6 BDO 429 553 77,6% 4 107   2   1 1      
7 Grant Thornton 280 274 102,2% 3 93         1 1   1
8 De Jong & Laan 333 359 92,8% 4 83   2       1   1
9 Baker Tilly 170 105 161,9% 2 85   1   1        
10 Mazars 56 40 140,0% 1 56         1      
11 Rest 929 983 94,5% 20 46   3   4   2 1 10
  Totaal 5.719 6.733 84,9% 62 92 3 19 3 12 4 7 1 13

De accountantskosten namen in CARE met 3,3 procent toe. De transfers gingen gepaard met gemiddeld zo’n vijftien procent lagere fee. Als we dit effect buiten beschouwing laten, dan stegen de kosten met 5,2 procent. Plus- en min-sommetjes per kantoor laten we aan de lezer over. 

Klantenloyaliteit

Accountantskantoren hechten veel waarde aan klantentevredenheid en langjarige contracten, wat zich vertaalt in klantbehoud. Hieronder in de kolom 2010 Q het totaal aantal relaties in 2010 en onder 2018 Blijvers het aantal klanten dat het kantoor trouw bleef tot in 2018.

    2010 2018 2018 2010 2018  
    Q Blijvers Loyaliteit Fee Fee Groei
1 PwC 106 29 27% 11.968 13.113 110%
2 EY 116 31 27% 10.627 14.390 135%
3 KPMG 65 19 29% 7.318 11.507 157%
4 Deloitte 115 28 24% 8.866 9.772 110%
5 Verstegen 54 43 80% 2.225 8.003 360%
6 BDO 19 7 37% 960 7.816 814%
  Subtotaal 475 157 33% 41.959 64.601 154%
  Overig 74     1.525 6.767 444%
  Totaal 549     43.434 71.368 164%

De retentie van big six-klanten met een contractduur van negen jaar of meer was gemiddeld 33 procent, soms met tussentijds vertrek én terugkeer. Bij Verstegen was de loyaliteit maar liefst tachtig procent. Een hoge loyaliteit en dominante positie in een deelmarkt duidt op marktverzadiging. Dan gaat de wet van de remmende voorsprong werken: de uitdaging neemt immers fors toe om onvermijdbare transities te compenseren door werving van nieuwe klanten.

'Accountantskantoren hechten veel waarde aan klantentevredenheid en langjarige contracten.'

In de drie rechterkolommen een vergelijk van fee waardes en groeicijfers die voor zich spreken. Het marktaandeel van de overige kantoren steeg wel, maar het oligopoli van de big six werd hierdoor nauwelijks aangetast, mede gelet op de lange tijdspanne. Wel vonden onderling flinke verschuivingen plaats, ten gunste van BDO en Verstegen.

Een sanity check, door contact met kantoren die opvallen, leverde overigens weinig inhoudelijke informatie op. Soms was men verrast over de positie, ook omdat de interne rapportages van accountantskantoren zich kennelijk lastig laten vergelijken met de uitkomsten van een onderzoek als dit, op basis van extern bronmateriaal.

De CURE en CARE markt

De Nederlandse zorgmarkt omvat volgens het CBS 27,7 miljard euro in de medisch-specialistische zorg (type CURE) en 36,2 miljard in CARE (van het type GGZ, GHZ en VVT). Deze cijfers sluiten goed aan bij de omvang van het onderzoek in deze publicatie.

Zorginstellingen rapporteren hun eindresultaten in economische ratio's, zoals de solvabiliteit en rentabiliteit van het totale vermogen. In het overzicht hieronder ook de totale balanswaarde en omzet (in miljard) en het aantal personeelsleden in Fte. De tweede rij geeft de mutatie aan ten opzichte van het eerdere jaar (Balans, Omzet, Fte), of de eerdere waarde.

De onderliggende veranderingen in omzet en personele kosten zijn minstens zo interessant: Ratio is de personeelskostenratio of 'loonquote' zoals sommige instellingen wel becijferen: de personele kosten gedeeld door de omzet. Trend geeft een beeld van de meerjarige ontwikkeling van de omzet en personele kosten per 'kop'. Deze maatstaf van productiviteit in een personeel-intensieve sector is een interessante kritische prestatie indicator en early alert, zoals in een eerder artikel in Accountant werd beschreven. Een score van honderd procent betekent dat groei in omzet en personeelskosten gelijke tred hielden, bij lager dan honderd procent liepen deze uit de pas, en omgekeerd. Verzuim werd gewogen met het aantal medewerkers.

CURE, 70 instellingen

Balans Solv RTV Omzet Fte Ratio Trend Verzuim
24,5 28,9% 1,75% 27,3 194.000 59,6% 99,9% 5,13%
0,7% 27,5% 1,86% 3,6% 1,3% 59,5% 98.7% 4,62%

CARE, 624 instellingen

Balans Solv RTV Omzet Fte Ratio Trend Verzuim
27,3 36,4% 2,06% 36,3 440..000 71,8% 0,990% 6,59%
0,5% 38,2% 2,15% 4,1% 2,4% 71,1% 100,8% 6,19%

Gezien het forse en groeiende verzuim, het hoge en stijgende aandeel van de personeelskosten en de negatieve trend in productiviteit werd ook de invloed hiervan (> 6,59 procent en < 0,99 procent) nagegaan. Hieruit resulteerden 164 'zorgenkinderen' met een verzuim van 7,34 procent en een trend van 0,957 procent. Belangrijker was het effect ervan op de bottom line: een rentabiliteit van slechts 0,38 procent. Zorgenkinderen vormen een universeel ziekteverschijnsel, want kwamen voor in alle types zorgverlening.

Grootschalige én kleinschalige tendens

Kenmerkend voor de zorgmarkt is ook de verdere concentratie van grote organisaties door fusies en overnames en tegelijk de enorme toename van kleinere instellingen; zowel in aantal als diversiteit. In 2011 brachten 1742 zorginstellingen in 'jaarverslagenzorg' rapport uit over hun boekjaar 2010, terwijl dat er in oktober meer dan 4.200 deden over 2018.

'Kenmerkend voor de zorgmarkt is de concentratie van grote organisaties en tegelijk de enorme toename van kleinere instellingen.'

Vooral de vele opvang-, gezins- en logeerhuizen en instellingen voor dagactiviteiten springen in het oog en dat geldt ook voor zorgboerderijen. Hier is de versnippering van kleinere kantoren nog veel groter. Het roept de vraag of de vereiste kennis van complexe wet- en regelgeving, maatschappelijke- en financiële verantwoording etc. van instellingen met vaak meervoudige zorg- en (soms in combinatie met) andere bedrijfsactiviteiten, blijvend kan worden gewaarborgd door de accountant.

Energietransitie

Gezien de populariteit van dit thema werd ook bekeken hoe de energiekosten in de zorg zich over de afgelopen jaren ontwikkelden. De jaarstukken gaven helaas lang niet altijd inzicht in deze kosten want meestal werd volstaan met het totaal van de uitgaven aan onderhoud en energie. In CURE konden de meerjarige specificaties achterhaald worden van 28 van de zeventig ziekenhuizen en in CARE voor 152 van de 624 organisaties.

Uit 28x CURE valt een flinke reductie af te lezen, op basis van de kosten in 2015, zijnde destijds 89,9 miljoen euro = 100 procent. Voor 152x CARE soortgelijk, uitgaande van 155,4 miljoen = 100 procent in 2015. De procentverdeling van de energiekosten staat in de kolommen Gas, Elektriciteit en Overig.

  28x CURE Gas Elektr. Overig 152x CARE Gas Elektr. Overig
2018 80,1% 36,5% 52,2% 11,3% 88,6% 49,1% 37,1% 13,8%
2017 78,7% 36,6% 51,7% 11,7% 87,6% 48,5% 36,9% 14,6%
2016 95,2% 41,4% 47,4% 11,2% 94,6% 50,5% 35,8% 13,7%
2015 100% 42,1% 47,9% 10,0% 100% 47,4% 38,2% 14,4%

In CURE is de reductie sterker dan in CARE en ook de energietransitie (vervanging van gas door elektriciteit) is er waarneembaar, maar dat geldt niet voor CARE.

Kieskeurig

Instellingen kennen vaak pluriforme activiteiten (concerns met zowel CURE als CARE zorgverlening of meerdere typeringen binnen CARE) en accountantskosten zijn niet altijd gespecificeerd of bekend. In CARE viel van zeven procent van de instellingen de fee niet te achterhalen. Ook missen er nog steeds enkele jaarverslagen. De berekeningen zijn daarom niet honderd procent nauwkeurig, maar de uitkomsten worden wel maatgevend geacht. Daarbij komt dat elke usercase en daarbij ook de overstap van/naar welk kantoor, uniek is. Enig voorbehoud is dus geboden bij het trekken van conclusies per accountantskantoor; in ieder geval bij weinig mutaties.

De keuze lijkt groot, maar is in de praktijk beperkt. Door personeelskrapte, werkdruk, bestaande verplichtingen en de voorkeur voor grotere zorgorganisaties zijn - in ieder geval de big six - kantoren heel kieskeurig bij het aannemen van nieuwe klanten of vernieuwen van bestaande contracten. Dit biedt zowel kansen voor andere internationale accountants als ook kleinere kantoren die willen 'opschuiven', inspringen op kleinschaligheid of met dienstverlening op bedrijfsmatige thema's.

Jan Popping is directeur van J.P. Adviesbureau BV en adviseur/onderzoeker in de zorgmarkt.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.