Accountancy

Hoe accountants zich uit de crisis vochten

Na de banken stortte de financiële crisis zich als een Egyptische plaag ook op de accountancy. Kantoren schudden op hun grondvesten, maar hebben hun draai hervonden. Vijf jaar van tegenslagen, ontwikkelingen en nieuw perspectief.

Henk Vlaming

2013: Klaar met gratis boekhouden

Tijdens de crisis werd gratis boekhouden geïntroduceerd. Het invoeren en verwerken van financiële informatie werd steeds vaker gratis aangeboden door accountants- en administratiekantoren. Menselijke arbeid was niet meer nodig voor dit werk, was de gedachte. Gratis boekhouden zou ondernemers lokken die ook vragen hadden waarvoor ze wel betaalden.

Maar in 2013 was de accountancy er alweer klaar mee. De belofte van nieuwe klanten en extra marktaandeel werd niet waargemaakt. Het waren vooral zzp'ers die toehapten, maar die genereerden weinig extra omzet. Onderliggende automatisering werd steeds duurder. De geautomatiseerde verwerking van administraties was weliswaar een blijvertje, maar gratis was die niet meer.

Buiten de accountants- en administratiekantoren begon het gratis boekhouden wel aan een tweede leven. Ondernemers uit andere branches zagen daarmee een extra ingang in de financiële dienstverlening. Zoals rechtsbijstandsverzekeraar DAS. Die lanceerde in 2013 DAS Online Boekhouder. "De eerste resultaten zijn boven verwachting." Maar tegenwoordig biedt DAS geen gratis boekhouden meer aan. "Dat product is uit de handel genomen", aldus een woordvoerder. Wanneer en waarom weet hij niet.

Deeloplossing

Probleem met gratis boekhouden is dat het slechts een deeloplossing biedt voor een tal van vraagstukken van ondernemers. Standaardprocessen, zoals facturatie en uitgaven, zijn prima te automatiseren. Maar achterliggende vraagstukken, zoals het samenstellen van de jaarrekening, passen minder goed in een boekhoudpakket met een hoog doe-het-zelf gehalte.

Om die reden zette de HEMA nooit de stap naar gratis boekhouden, nadat zij in 2013 notarisdiensten onder eigen label startte. Het warenhuis hield destijds de mogelijkheid nog open van een HEMA-accountant voor eenvoudige boekhoudoplossingen. "Uitsluiten dat we deze dienstverlening gaan aanbieden doen we niet. Toen we begonnen met verzekeringen kregen we ook de vraag of dit bij ons paste. Als zich kansen voordoen op de markt, waarom dan niet?"

'Vijf jaar later is duidelijk dat de HEMA-accountant er niet gaat komen.'

Vijf jaar later is duidelijk dat de HEMA-accountant er niet gaat komen. "We proberen altijd in te spelen op behoeften van consumenten", zegt een woordvoerster. "De notarissen met wie HEMA samenwerkt zien dat er nog steeds een behoefte is om relatief eenvoudige producten gemakkelijk online af te sluiten. Je kunt bij HEMA een samenlevingscontract en een testament afsluiten. Het idee van een accountant is leuk, maar ligt niet in de lijn der verwachtingen."

Gratis boekhouden wordt alleen nog aangeboden door een aantal softwarebedrijven die boekhoudpakketten ontwikkelen. "Ik begrijp niet waarom accountants deze vorm van dienstverlening niet aanbieden", zegt Martijn van der Ploeg van softwareontwikkelaar Atinoz, die ook gratis boekhouden aanbiedt. "Dit is geschikt voor zzp'ers om eenvoudige basisadministratie bij te houden in plaats van in Excel of op papier, wat ze nu vaak gebruiken voor hun administratie. Wordt de administratie iets complexer, dan ga je betalen. Dat is het principe van een freemium model, wat je ook ziet bij apps en games."

Volgens Van der Ploeg is het basisprogramma heel eenvoudig. "Je hebt er als aanbieder nagenoeg geen werk aan, terwijl er wel inspeelt op een doelgroep van bijna een miljoen zzp’ers die hun administratie moeten doen. Op allerlei manieren kun je ze bedienen, bijvoorbeeld door trainingen in boekhouden of administratie aan te bieden. Als kantoor hoef je hiervoor geen accountant in te zetten, maar toch gebeurt het niet." Gevolg is volgens hem een versnipperde markt van aanbieders, die afhankelijk zijn van een aantal grote aanbieders van boekhoudsoftware. "Zzp'ers zijn daardoor afhankelijk geworden van een kantooromgeving die eigenlijk te duur is voor hen."

2014: Overleven

Na jaren van economische crisis ontkwamen ook accountantskantoren er niet meer aan: snijden in het personeelsbestand. Dat ging niet altijd zonder horten en stoten. Zo kreeg Accon avm het aan de stok met vakbonden, na klachten van medewerkers die op de schopstoel zaten.

Code rood was het ook bij enkele andere kantoren. Flynth scheerde langs de rand van de afgrond. Had het bedrijf in 2011 nog 2.300 medewerkers, tachtig vestigingen en een jaaromzet van 180 miljoen euro, drie jaar later stond het kantoor onder verscherpt toezicht van de bank. Er waren bijna negenhonderd medewerkers vertrokken en twintig vestigingen gesloten. De omzet daalde met ruim 70 miljoen euro.

Behalve radicale kostenreductie koos Flynth voor sectorfocus (agro, food, ict en bouw) en basisdienstverlening (samenstellen van jaarrekeningen, fiscale aangiftes en loonadministratie). Advies werd uit de etalage gehaald en speelde alleen nog een rol als aanvullende dienstverlening.

'De nieuwe valkuil is tegenwoordig personeelswerving.'

In de tweede helft van 2014 noteerde Flynth een winst van 14 miljoen euro, twee miljoen meer dan wat de huisbankier had geëist. In 2017 werkten er 1.200 medewerkers (fte). Het kantoor noteerde een omzet van 128 miljoen euro met een positief eindresultaat van 1,4 miljoen euro. De solvabiliteit was 21 procent. De nieuwe valkuil is tegenwoordig personeelswerving. Veel kosten gaan zitten in het binnenhalen en trainen van nieuwe medewerkers. Volgens het jaarverslag 2017 drukken deze uitgaven de winst.

Overbezet

Countus pakte het anders aan. In 2013 waren er gedwongen ontslagen en het werk werd efficiënter georganiseerd. Toch had het kantoor nog steeds te veel vet op de botten. Voor zeventig medewerkers was er geen werk. In plaats van mensen te ontslaan, besloot Countus ze te detacheren. Speciaal voor dit doel werd een detacheringspoot opgericht bij De Raadgevers, een merk van Countus voor hr, juridische dienstverlening en organisatieadvies. Countus verraste met een omzetstijging in 2014 van vijf procent tot 47,4 miljoen euro. De omzet per medewerker steeg met 2,6 procent en er werd winst gemaakt.

"Het werkte omdat het goede professionals waren en de vraag naar financiële professionals op dat moment ging groeien", vertelt directeur Bob Seemann. "Ook bij ons ging het weer de goede kant op, waardoor we een groot aantal mensen weer konden laten terugstromen. We zijn erin geslaagd om medewerkers op een menselijke manier naar een andere plek op de arbeidsmarkt te begeleiden. Soms vertrokken ze uit de accountancy, anderen bleven. Dat kwam goed uit, want later hadden we ze weer hard nodig. Dankzij deze oplossing is ons arbeidsmarktprofiel intact gebleven."

Detacheren doet Countus nu niet meer, zegt Seemann. "Eigen mensen detacheerden we niet meer, omdat we die nodig hadden voor ons eigen werk. Maar we hielden de bemiddelingsactiviteiten aan, omdat er vraag was in de markt en omdat die een goede boterham opleverde. Voor detachering hadden we een bestand van zo'n driehonderd zzp'ers. We zetten ze in voor grote bedrijven en instellingen, niet de gemiddelde klanten van een mkb-kantoor. Het ging om omzet die aanvullend was op onze dienstverlening."

Tot 2017, toen de Wet DBA werd geïntroduceerd als beoogde opvolger van de Wet Flexibiliteit en Zekerheid. "Toen was er zoveel onzekerheid over het inzetten van flexibel personeel, dat opdrachtgevers niet meer durfden inhuren. De vraag viel binnen enkele maanden weg en we zijn toen gestopt met het bemiddelen van zzp'ers. De hele markt had hier last van. Een aantal zzp'ers uit het netwerk hebben we in huis gehaald."

Ook al ging de DBA weer van tafel, Countus stapte niet opnieuw in detachering. "Die is minder belangrijk geworden", aldus Seemann. "De arbeidsmarkt voor financieel personeel is bovendien krap. Zzp'ers komen ook zonder detacheerder aan het werk."

2015: Budgetmerken

Toen Grant Thornton in 2015 een nieuw label in de markt zette, baarde dat flink opzien in de accountancy. Het nieuwe merk Incompanion werd in de media steevast als 'budgetmerk' omschreven. Het was bedoeld voor het mkb, dat meer behoefte had aan administratieve dienstverlening dan aan controlewerkzaamheden.

"Er was destijds veel over te doen. Het werd zelfs een beetje raar gevonden", herinnert Robert Karremans, directeur van Incompanion, zich. "De gedachte was dat je als accountantskantoor dienstverlening aan het mkb kon aanbieden, zonder dat je daarvoor te maken had met accountantsregels. Die diensten konden we daardoor wat goedkoper aanbieden. We hadden Grant Thornton en Incompanion volkomen van elkaar gescheiden, zelfs de partners van Grant Thornton moesten aanbellen om binnen te komen. Maar die constructie volstond niet meer toen de vernieuwde NVKS werd aangekondigd in 2016. Deze kwaliteitsregels werden begin 2018 van toepassing op alle activiteiten die binnen een accountantsorganisatie werden aangeboden, ongeacht de scheiding die je aanbracht."

Ondanks de reuring was het initiatief van een tweede merk binnen een accountantskantoor niet nieuw. Abab had Thinq en Accon avm had Ellen4biz. Alle merken bestaan nog, zij het dat Ellen4biz tegenwoordig Acconline heet.

De aangepaste regelgeving raakte deze nieuwe merken minder dan aanvankelijk werd gedacht. "Omdat we de administratieve dienstverlening anders uitvoerden dan accountancy", zegt Karremans. "We zetten productiestraten op met behulp van vergaande automatisering. Daardoor blijven de kosten inderdaad beperkt."

'We zetten productiestraten op met behulp van vergaande automatisering.'

Het initiatief sloeg nog beter aan dan de initiatiefnemers hadden gehoopt, vertelt hij. "We hadden niet voorzien dat we hiermee ook grotere mkb-bedrijven aantrokken. Die waren op zoek naar continuïteit, capaciteit en ontzorging. Aan de klanten kun je zien dat het aanslaat. In ons eerste jaar trokken we zestig klanten. Dat zijn er nu meer dan vijfhonderd."

2016: Schaalvergroting

Ondanks de oprichting van nieuwe accountantskantoren gaan steeds meer gevestigde kantoren op in grotere verbanden. Ze sluiten zich aan bij internationale netwerken, fuseren of laten zich overnemen. Een van de partijen die zich hierin roert is ETL, een multinational van Duitse origine. In 2016 streek deze organisatie neer in ons land onder de naam ETL Nederland, met als doel lokale accountantskantoren over te nemen. Vier van de zeven kantoren uit het voormalige Lodder-netwerk sloten zich aan. Tien vestigingen telt de Duitse accountantsreus inmiddels. "Ik verwacht begin 2019 bekend te maken dat twee nieuw kantoren zich aansluiten", zegt Vanessa Hadinegoro, managing director van ETL Nederland. "In de loop van dit jaar verwachten we er nog een aantal."

Daar blijft het niet bij, want als het aan ETL Nederland ligt bundelen meer kleine mkb-kantoren hun krachten. "We beogen de komende vijf jaar een plaats in de top tien van accountantskantoren. Ons businessmodel heeft zich bewezen in Duitsland, waar we meer dan achthonderd kantoren hebben. Ook in Spanje, waar we een aantal jaar eerder dan hier begonnen zijn, is het een succes. Daar staat ETL op de zevende plaats  in de rij van professionele dienstverleners."

Meerderheidsbelang

ETL Nederland benadert lokale mkb-accountantskantoren voor een meerderheidsbelang. "We kopen een kantoor van de eigenaren en geven die vervolgens weer een stukje belang in het kantoor terug, zodat we echt gezamenlijk partners zijn. Het lokale management voert het beleid op het kantoor. Vanuit de holding veranderen wij niets aan of op het lokale kantoor. Ook de naam niet, tenzij de partners zelf iets willen aanpassen. Zij hebben immers de kennis van het kantoor en van de markt", aldus Hadinegoro. "We willen daarom dat alle partners zo lang mogelijk blijven. Treedt er een partner uit, dan gaan we gezamenlijk op zoek naar een opvolger. Ook daar geldt weer dat de lokale partners de opvolger bepalen. ETL financiert de uittreding van de ene en de toetreding van de nieuwe partner. Dat geldt ook voor de overnamekoopsom en het werkkapitaal."

Volgens Hadinegoro is de tijd rijp voor schaalvergroting, consolidatie en kennisdeling bij lokale kantoren. "Die staan voor strategische keuzes. Er komt steeds meer wet- en regelgeving op ons af, automatisering vereist veel investeringen, personeel is schaars en de markt verandert razendsnel. De behoeften van klanten wijzigen en technische ontwikkelingen vragen om zaken anders aan te pakken. Een mkb-kantoor van bescheiden omvang kan steeds minder goed uit de voeten met wettelijke controlewerkzaamheden."

2017: Caribische accountants

Accountants in de overzeese gebiedsdelen trekken niet vaak de aandacht. Wel in 2017, toen Sint Maarten zwaar getroffen werd door orkaan Irma. Op 6 september van dat jaar raakte het eiland van de buitenwereld afgesneden. Bedrijven lagen plat, accountantskantoren waren onbereikbaar, dienstverlening door accountants raakte achterop. De vestiging van PwC raakte ook beschadigd. Gebroken ruiten, een gat in het dak, waterschade. Maar deze schade was bescheiden in vergelijking met de verwoesting die andere bewoners en bedrijven ondervonden, zo meldde Jan Ludolf Heeres, destijds projectmanager bij PwC Dutch Caribbean. Behalve PwC hadden ook KPMG, BDO en Baker Tilly vestigingen op St. Maarten.

'We zien dat de administratieve dienstverlening nog niet helemaal is hersteld.'

Ruim een jaar later is St. Maarten nog steeds niet hersteld van de ramp. "Er wordt nog steeds gewerkt aan herstel. Zo zijn er nog beschadigde daken die afgedicht worden met plastic. De samenleving zoekt steun bij elkaar, samen zet men de schouders eronder. Gelukkig komt het toerisme alweer op gang, er meren steeds vaker cruiseschepen aan. Ook worden veel panden opnieuw opgebouwd, vaak sterker dan voor de orkaan", vertelt Jan Ludolf Heeres nu. "We zien dat de administratieve dienstverlening nog niet helemaal is hersteld. Dat komt omdat administraties verloren zijn gegaan of dat de focus van ondernemingen ligt op het hervatten van activiteiten, waardoor veel samenstellingen en controles zijn vertraagd. Ik denk dat volgend jaar de administraties weer bij zullen zijn."

Wisselende verhoudingen

De verwarring door de orkaan ging gelijk op met wisselende verhoudingen binnen de lokale accountancy, veroorzaakt door mondiale invloeden. PwC is vertrokken, Grant Thornton heeft de lokale markt overgenomen. Ook KPMG verdwijnt van de eilanden. EY Americas neemt haar activiteiten over.

"Voor PwC waren wij een van de kleinste member firms. De big four richten zich wereldwijd vooral op grote, beursgenoteerde en internationale ondernemingen, terwijl wij op de eilanden vooral de mkb-markt bedienen. Daarom zijn we ons gaan oriënteren op een ander internationaal accountantsnetwerk, dat zich richt op de mkb-markt", zegt Heeres. "We zijn uitgekomen bij Grant Thornton. Die hoort niet bij de big four, maar zit er wat betreft slagkracht en reikwijdte dicht tegenaan. Maar met de focus op het mkb zitten we veel dichter bij onze klant. Behalve de eilanden hier hebben wij ook een licentie voor Suriname. Deze bewegingen van de netwerken zie je ook buiten deze regio. In Antigua bijvoorbeeld heeft PwC ook plaatsgemaakt voor Grant Thornton."

Volgens Heeres duurde de overgang vier maanden. "In die periode moesten we systemen afkoppelen en weer aansluiten op andere systemen, leren omgaan met nieuwe software, het regelen van cybersecurity en tegelijkertijd ook onze klanten en personeel meenemen in onze transitie. Maar het Grant Thornton-netwerk is platter dan wij zijn gewend, waardoor interne rapportages en afstemmingen gemakkelijker zijn geworden."

2018: Zelfstandig ondernemerschap

Ondanks de schaalvergroting die plaatsvindt bij accountantskantoren, oefent het zelfstandig ondernemerschap een grote aantrekkingskracht uit op accountants. Velen kiezen na jaren van ervaring voor een zelfstandige praktijk. Uit cijfers van de Kamer van Koophandel blijkt dat het aantal AA-kantoren de laatste jaren telkens iets toeneemt.

Een van de AA's die een eigen kantoor oprichtte, is Ronald Lenferink van Lenferink Paus Accountants en Adviseurs. Het bureau startte in september 2018. Eigenaren zijn Lenferink en Edwin Paus, AA's die de stap naar het zelfstandig ondernemerschap hebben gezet. "Omdat ik accountancy graag op mijn eigen manier wilde invullen", vertelt Lenferink. "Bij het kantoor waar ik werkte had ik nog kunnen doorgroeien, maar ik wilde graag deze stap zetten. Alleen wilde ik echter niet blijven, want ik wil kunnen sparren over het werk en het vak. Dus hebben Edwin en ik een pand gehuurd, we hebben het ingericht en werken doen we vanuit de cloud. Dit is het goede moment, want overal is een gebrek aan accountants. Regelgeving? Of je nu werknemer bent of ondernemer, je hebt er in beide gevallen mee te maken."

Lenferink is optimistisch over de toekomst van zijn kantoor. "Nu al hebben we volop werk, met dank aan onze berichtgeving op sociale media en publicaties in regionale kranten. Dan denk je dat je bij nieuwe klanten begint met boekjaar 2018. Maar er komen zelfs ondernemers waarbij we 2017 nog moeten afronden. Niet omdat ze slordig zijn, maar omdat de werkdruk zo nijpend is in de accountancy."

Voor de klanten was het soms wennen. PwC was voor hen een bekende naam, maar Grant Thornton had in de regio nog niet dezelfde naamsbekendheid. "Gelukkig zijn er veel persoonlijke klantcontacten, waardoor we klanten goed kunnen uitleggen waarom we deze overstap hebben gemaakt", vervolgt Heeres. "Grant Thornton in the Dutch Caribbean is nu de grootste member firm in de hele Caribische regio. Hierdoor hebben we ook binnen het netwerk een hele andere positie gekregen. Het biedt nieuwe mogelijkheden voor samenwerking binnen de bredere Caribische regio. Dit geldt voor de ontwikkeling van onze mensen, bedienen van onze klanten en ontwikkeling voor de organisatie als geheel."

Henk Vlaming is journalist.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.