Duurzaamheid

Wacht met beprijzing van milieuschade niet op de overheid

Het Centraal Planbureau (CPB) pleit ervoor dat milieuschade moet worden beprijsd als voorwaarde om de circulaire economie te versnellen. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) schat de milieuschade op jaarlijks 31 miljard euro. Zonder beprijzing zal ons natuurlijk kapitaal altijd het kind van de rekening blijven.

Arjan de Draaijer, Arnoud Walrecht en Rutger Hoekstra

De overheid moet zorgen voor wetgeving om dit mogelijk te maken. Dat gebeurt op dit moment echter maar mondjesmaat en traag. Voor bedrijven betekent dit veel onzekerheid. In toenemende mate nemen zij dan ook het heft in eigen handen: zij proberen grip te krijgen op de wijze waarop milieuschade hun financiële performance kan beïnvloeden. Deze inzichten gaan nu ook leiden tot concrete strategische beslissingen bij ondernemingen.

Marktfalen

Eigenlijk is het jammer dat onze nationale rekenmeesters deze boodschap nu nog moeten overbrengen. Al decennialang bepleiten economen dat het milieuprobleem een voorbeeld is van marktfalen en dat dit kan worden opgelost door een prijs te introduceren. Waarom gebeurt dat dan zo beperkt? De redenen liggen voor de hand. Politiek en organisatorisch is het al lastig om dit in de Nederlandse context te realiseren, laat staan in een internationale setting.

De huidige CO2-prijs is veel te laag om beslissingen van bedrijven significant te beïnvloeden of innovatie te stimuleren.

Om een voorbeeld te geven. De beprijzing van CO2 is voor een beperkt aantal grote Europese bedrijven begonnen, maar de prijs ligt ver onder de reële schade van klimaatverandering, de zogenaamde Social Cost of Carbon. De huidige CO2-prijs is ook veel te laag om beslissingen van bedrijven significant te beïnvloeden of innovatie te stimuleren. Er zijn bedrijven die deze situatie prima vinden. Zolang de overheid geen milieuprijs invoert, kan men op dezelfde lineaire’ voet verder. Er is echter ook een groeiende groep bedrijven die veel proactiever is. De motivatie verschilt, maar het besef is er dat bepaalde veranderingen onvermijdelijk zijn.

Aanpak CO2-uitstoot door bedrijven schiet tekort

Te weinig ondernemingen hebben hun administratie ingericht op het verminderen van broeikasgassen. Vaak ontbreekt een administratie over de reductie van CO2-uitstoot. Dat bleek eerder uit onderzoek van de NBA en de Rijksuniversiteit Groningen. Bij slechts 28 procent van de ondernemingen wordt de uitstoot gemeten. Daarbij gaat het vooral  om grote organisaties. De CO2-rapportage is nauwelijks gestandaardiseerd en voldoet meestal niet aan internationale normen, zoals het wereldwijde Greenhouse Gas Protocol voor bedrijven.

Evolutie

Steeds meer bedrijven zijn hun impact op het milieu gaan meten en geven daar een prijs aan. Deze ontwikkeling kwam in een stroomversnelling toen PUMA in 2010 haar milieuschade in geld uitdrukte en die relateerde aan hun financiële winst. Daarna kwam er een ware hausse aan ‘Integrated Profit and Loss (IP&L) statements’. Er is sprake van een duidelijk evolutie in de wereld van de IP&L. In het begin lag de nadruk op communicatie. Bedrijven vonden het belangrijk om een IP&L op te nemen in hun jaarverslag, om hun stakeholders een beter beeld te geven van hun rol in de maatschappij. Steeds vaker worden echter berekeningen gedaan om belangrijke strategische beslissingen te beïnvloeden. Bedrijven stellen zich de vraag hoe hun langetermijnstrategie eruit ziet, in een wereld die kampt met grote maatschappelijke en milieu-uitdagingen. 

Motieven

Grosso modo zien we bij bedrijven drie soorten motivaties om dit te doen. Ten eerste Druk van Buiten. Dit zijn bedrijven die beseffen dat ze ‘íets’ moeten met duurzaamheid, omdat de buitenwereld dat nu eenmaal vraagt.

Steeds meer bedrijven richten zich op waarde op de lange termijn.

Ten tweede Strategische Overwegingen. Steeds meer bedrijven richten zich op waarde op de lange termijn. Er is een besef dat de transitie naar een circulaire low carbon-economie allerlei kansen en risico’s oplevert, die de langetermijnwinst en -rendement van investeringen zullen beïnvloeden.

En ten derde Purpose. Er is een kleine groep bedrijven die hier meer idealistisch instaat. Ze willen een bijdrage leveren aan een maatschappij met een radicaal ander economisch model; zoals Tony Chocolonely. Maar wat de motivatie ook is, de bedrijven geven aan niet te willen wachten op de overheid. Ze kwantificeren zelf hun impacts en wachten niet tot het moment dat de overheid komt met krachtiger milieubeprijzing, als middel om de transitie naar een circulaire economie te versnellen.

Arjan de Draaijer, Arnoud Walrecht en Rutger Hoekstra zijn werkzaam bij KPMG Sustainability.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.