AFM-rapport

Pieter Jongstra, NBA: 'AFM-rapport is reflectie van waar we staan'

De jongste rapportage van de AFM is een reflectie van waar het accountantsberoep staat op dit moment. Dat zegt NBA-voorzitter Pieter Jongstra, in reactie op het rapport van de toezichthouder over de controlekwaliteit bij de big four en de stand van de kwaliteitsverbetering bij oob-accountantsorganisaties.

Marc Schweppe

“Het past bij onze publieke functie dat we getoetst worden op waar we staan. Dan kun je droef zijn over het cijfer dat je krijgt. Maar ik zie vooral aanknopingspunten om de ingezette veranderingen door te zetten en ze waar te maken”, aldus de NBA-voorzitter. Voor Jongstra is het AFM-rapport “geen tegenvaller”. Hij benadrukt dat het verbeterplan In het publiek belang in september 2014 is gepresenteerd en eigenlijk pas vanaf begin 2015 echt in gang is gezet. “We zijn dus ruim twee jaar bezig en er is al veel veranderd. Maar het is nog niet genoeg. In sommige gevallen moet het een spade dieper en in andere gevallen is het effect nog niet zichtbaar. Dat zie je heel duidelijk terug in dit AFM-rapport.”

‘In sommige gevallen moet het een spade dieper en in andere gevallen is het effect nog niet zichtbaar.’

Het doorvoeren van de 53 maatregelen uit het verbeterplan duurt in ieder geval tot en met 2018. “Maar onze stakeholders, waaronder de AFM en de monitoringcommissie accountancy, geven tegelijk aan dat er zaken zijn die onvoldoende door die maatregelen worden gedekt. Daarom hebben we onlangs vanuit de Stuurgroep Publiek Belang onze Veranderagenda gepresenteerd. Daarin gaat het onder andere over cultuur binnen organisaties. Maar ook de definitie van kwaliteit is hierin een belangrijk punt. Men moet immers weten waar je van op aan kunt, als je met een accountant in zee gaat.”

Trend

De AFM onderzocht 32 dossiers in totaal, acht per big four organisatie: zestien dossiers uit 2014 en zestien uit 2015. De NBA-voorzitter wijst op de trend die daarbij zichtbaar is: over het boekjaar 2014 scoorden slechts vier van de zestien dossiers een voldoende, over 2015 negen van de zestien. Jongstra put hoop uit die ontwikkeling. “Het effect van de maatregelen was in 2014 nog niet zichtbaar en het is jammer dat we daar geen goede resultaten zien. Het moment dat het verbeterplan effect sorteert ligt iets later dan het moment waarover nu getoetst is. Maar dat neemt niet weg dat we ons goed rekenschap van de bevindingen van de AFM moeten geven.”

De voorzitter wijst op het Platform Leren van toezicht, dat sinds 2016 door de NBA is ingericht als uitwerking van één van de maatregelen uit In het publiek belang. Hij noemt het leren van fouten “een proces dat niet zo eenvoudig gaat. Dat ligt aan verschillende zaken, bijvoorbeeld de normstelling voor controles, die nog niet helemaal goed en duidelijk is.”

Normen

‘Om te leren van fouten zou ik graag vanuit de toezichthouder meer informatie willen krijgen.’

Hij refereert daarmee aan een interview in het FD met collega-bestuurslid Marianne van der Zijde, dat zij op persoonlijke titel gaf. Daarin vraagt zij aandacht voor het ontbreken van eenduidige normen voor de controle. Jongstra: “Wat ik vooral herken is dat er te weinig over gesproken wordt met elkaar. Om te leren van fouten zou ik graag vanuit de toezichthouder meer informatie willen krijgen, om zo de kwaliteit te kunnen verhogen. Daar blijven wij graag met de AFM over praten. Als één van de uitkomsten is dat we verschillen in normering hebben, moet dat ook bespreekbaar zijn.”

Volgens Jongstra biedt de veranderagenda een passend antwoord op de huidige kritiek van de toezichthouder. “Ik geloof er echt in dat we op de juiste weg zijn, maar veranderen kost gewoon tijd. Het is een continu proces van verbetering. Maar duidelijk is dat de sector zich geen volgend slecht rapport van de AFM meer kan veroorloven.”

De NBA-voorzitter hoopt dat de politiek, ondanks de bevindingen van de AFM, nog even geduld heeft met de sector. “Ook omdat we aangetoond hebben dat er al veel veranderd is. Als het gaat over fundamentele zaken, zoals het verdien- en partnermodel, komen wij in het najaar met een green paper voor publieke discussie.” De sector moet ook gebruik kunnen maken van academisch onderzoek van de FAR, meent hij, “zodat je een bredere, gefundeerde basis hebt om beter te worden, om het terugwinnen van vertrouwen daadwerkelijk te kunnen realiseren. Ja, dat kost tijd. Maar ondertussen zijn we wel bezig.”

Geen extra maatregelen

Jongstra wijst er op dat zowel de AFM als eerder de MCA geen extra maatregelen voorstellen richting de sector. “Ik beschouw dat in zo’n kritisch rapport als een signaal van ‘ga harder, maar wat jullie gedaan hebben daar is ook zeker respect en erkenning voor’.”

De NBA-voorzitter ziet het primair als een taak van de AFM om de kantoren die achterblijven in de jongste rapportage aan te spreken en ‘passende interventies’ te plegen. “Dat is controle op maat, dat ligt bij de AFM. De rol van de NBA is het stimuleren en faciliteren van verbeteringen. Een houvast is dat we nu drie kantoren hebben die goede scores laten zien bij het doorvoeren van de veranderingen. Dus moeten we kijken of we binnen de Stuurgroep Publiek Belang zulke good practices kunnen delen. Of de kantoren dat vervolgens oppakken is aan hun; wij zullen over de voortgang blijven publiceren. En het blijft de rol van de AFM om de sector te toetsen.”

Klaar

‘Ik heb geen enkele aanwijzing dat kantoren zich niet zouden committeren aan onze veranderagenda.’

Grant Thornton is niet meegenomen in de beoordeling van de AFM, omdat die organisatie volgens de toezichthouder in de opzet van de verbetermaatregelen onvoldoende voortgang heeft geboekt om onderzoek mogelijk te maken. Of dat reden is om het kantoor vanuit de NBA extra aan te spreken laat de voorzitter in het midden. “We spreken met alle kantoren. Binnen de stuurgroep, maar ook regelmatig binnen OPAK, het overlegorgaan van de openbare kantoren. Met de één zullen we meer spreken dan met de ander, maar vooral om ze te helpen zich te verbeteren. Ik vind het jammer dat Grant Thornton niet is meegenomen, maar ik ken de oorzaken daarvan niet, die kent de AFM. Ik heb geen enkele aanwijzing dat kantoren zich niet zouden committeren aan onze veranderagenda.”

Het eerstvolgende rapport van de AFM over accountants zal een positiever rapport moeten zijn, aldus Jongstra. “Maar het publiek bepaalt wanneer het vertrouwen in het beroep hersteld is. Er zal altijd tempoverschil tussen kantoren bestaan. Ik kan geen datum geven waarop we klaar zijn.”

Marc Schweppe is hoofdredacteur Accountant en Accountant.nl.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.