Tekst: Joost van Buuren en Chris Knoops

Welke informatie vinden analysten belangrijk?

Amerikaanse onderzoekers hebben de black box van financieel analisten die betrokken zijn bij het opstellen van winstverwachtingen en aan- en verkoopaanbevelingen van aandelen, geopend. De bevindingen zijn gebaseerd op een survey onder 365 analisten en achttien interviews. Eén van de bevindingen is dat informatie uit een persoonlijk overleg met management belangrijker is voor de aandeelwaardering, dan hun eigen onderzoek en dan jaar- en kwartaalrapportages van bedrijven. Verder beschrijven de auteurs de determinanten van de beloning van analisten en onderzoeken zij wat de indicatoren zijn die de geloofwaardigheid verhogen.

• Brown, L.D., Call, A.C., Clement, M.B., & Sharp, N.Y. (2015). Inside the 'black box' of sell-side financial analysts. Journal of Accounting Research, 53(1): 1-47

Imago internal auditors matig

Het imago van een professie is belangrijk om voldoende nieuwe geschikte aanwas te realiseren. Onderzoekers hebben bij zeven universiteiten in de Verenigde Staten twee experimenten afgenomen inzake de beroepskeuze. De onderzoekers stellen dat het solliciteren voor een internal audit-functie wordt afgeraden: 20 tot 33 procent van de deelnemers raadt het solliciteren af als 'internal audit' in de vacaturebenaming staat ten opzichte van 'accounting' in het algemeen. Dit zou veroorzaakt worden doordat 'anderen in het bedrijf’ een negatieve stereotypering hebben van internal auditors. Onder deelnemers met werkervaring zijn de resultaten het meest prevalent.

• Burton, F.G., Starliper, M.W., Summers, S.L., & Wood, D.A. (2015). The effects of using the internal audit function as a management training ground or as a consulting services provider in enhancing the recruitment of internal auditors. Accounting Horizons, 29(1), 115-140

Corporate governance en controle familiebedrijven    

In dit onderzoek wordt de relatie gelegd tussen de kwaliteit van de corporate governance en de keuze voor een bepaalde accountant alsmede de kwaliteit van de jaarrekening. De onderzoekers baseren zich op Amerikaanse data over mkb-bedrijven en stellen dat familiebedrijven met een sterke corporate governance een gespecialiseerde accountant kiezen, een hoger controlebudget beschikbaar stellen en een hogere kwaliteit van de jaarrekening hebben.

• Srinidhi, B.N., Shaohua, H., & Firth, M. (2014). The effect of governance on specialist auditor choice and audit fees in U.S. family firms. The Accounting Review, 89(6), 2297-2329

Investeerders onder MRI-scan

Wat doet de informatiewaarde uit een persbericht over bedrijfsresultaten met de hersenen van een investeerder? Onderzoekers hebben dit geanalyseerd. Eerst moesten 35 investeerders een resultaatverwachting opstellen voor een bedrijf en een korte- of langetermijninvestering doen in het fonds. Daarna werd een MRI-scan gemaakt tegelijkertijd met de uitgifte van het persbericht. Op de MRI-scan zijn de neurobiologische resultaten te zien. De onderzoekers observeren een asymmetrische reactie op positieve en negatieve onverwachte bedrijfsresultaten. Ook hebben de tijdshorizon van de investering en de persoonlijke voorkeur van de investeerder een effect op de neurobiologische reactie.

• Barton, J., Berns, G.S., & Brooks, A.M. (2014). The neuroscience behind the stock market's reaction to corporate earnings news. The Accounting Review, 89(6), 1945-1977

Positieve effecten prestatiebeloning

Prestatiegedreven beloning staat momenteel in een negatief daglicht; het is echter de vraag of dit in alle gevallen juist is. Gebaseerd op onderzoek met MRI-scans gecombineerd met experimenten, stellen onderzoekers dat juist prestatiebeloning – in tegensteling tot een vaste beloning - een positief effect heeft op het onderdrukken van emoties en het meer rationeel beoordelen van een te nemen beslissing.

• Farrell, A.M., Goh, J.O., & White, B.J. (2014). The effect of performance-based Incentive contracts on System 1 and System 2 processing in affective decision contexts: MRI and behavioral evidence. The Accounting Review, 89(6), 1979-2010

Kapitaalsturing door banken

De auteurs bespreken de wijze waarop actieve belastinglatenties voor verliescompensatie worden verwerkt volgens externe – en prudentiële verslaggevingsregels. De resultaten van een empirisch onderzoek naar kapitaalsturing via actieve belastinglatenties voor voorwaartse verliescompensatie bij de vijftig grootste Europese banken over de jaren 2008 tot en met 2011 tonen aan dat passieve belastinglatenties, het risicogehalte van de bank en de classificatie 'systeembank' versus 'niet-systeembank' van significante betekenis zijn voor het opnemen van actieve belastinglatenties uit hoofde van voorwaartse verliescompensatie.

• Gürkan, H., & Hoeven, R.L. ter (2015). Kapitaalsturing via actieve belastinglatenties voor voorwaartse verliescompensatie: Europese banken onderzocht. Maandblad voor Accountancy en Bedrijfseconomie, 89(7/8), 253-264

Customer accounting

De auteurs vergelijken twee benaderingen van customer accounting, namelijk Customer Profitability Analysis (CPA) en Customer Lifetime Value (CLV). CPA is een retrospectieve analyse van de resultaten die behaald zijn met het zaken doen met een bepaalde klant over een bepaalde periode. CLV is een voorspellende maatstaf voor toekomstige kasstromen die over een langere periode worden behaald. De auteurs geven een state of the art-literatuuroverzicht over de impact van CPA en CLV op de besluitvorming binnen ondernemingen. Zij doen aanbevelingen onder welke omstandigheden deze maatstaven gebruikt kunnen worden.

• Sridhar, A., & Corbey, M.H. (2015). Customer Profitability Analysis and Customer Lifetime Value: comparing and contrasting two key measures in Customer Accounting. Maandblad voor Accountancy en Bedrijfseconomie, 89(7/8), 265-273

Waarderingsgrondslagen in geval van gerede twijfel over continuïteit

Dieleman reageert op een eerder artikel van Van Eeghen in MAB, april 2015. Gerede twijfel over continuïteit is nog geen discontinuïteit, aldus Dieleman. Hij betoogt dat uit de wet blijkt dat in geval van gerede twijfel omtrent de continuïteit volstaan zou kunnen worden met een adequate toelichting op de situatie terwijl de waardering moet plaatshebben op basis van continuïteitsgrondslagen. Dieleman stelt dat de wet daartoe een onderscheid maakt tussen de vaststaande discontinuïteit en 'ernstige continuïteitsonzekerheid'. Van Eeghen is het hier niet mee eens.

• Dieleman, A. (2015). Gerede twijfel over continuïteit nog geen discontinuïteit;
• Eeghen, L.J. van (2015). Nawoord. Het getrouwe beeld bij gerede twijfel. Maandblad voor Accountancy en Bedrijfseconomie, 89(7/8), 302-307