Gespot

Gespot - december 2015

Wat gebeurt er aan het front van wetenschap en onderzoek? Een selectie van lezenswaardige publicaties uit binnen- en buitenland.

Tekst: Joost van Buuren en Chris Knoops

Gerapporteerde versus werkelijk bestede uren

Door accountantsfirma's wordt gesteld dat controlekwaliteit belangrijker is dan het behalen van het controlebudget. De praktijk lijkt echter weerbarstiger. In dit onderzoek wordt geanalyseerd wat de effecten zijn van een 'impliciete aanmoediging' om het budget te behalen en desnoods minder uren te rapporteren dan gemaakt. Deze 'impliciete aanmoediging' betreft het opnieuw ingepland worden op het controleteam alsmede een goede beoordeling. Uit het experiment blijkt dat managers, in geval van de beoordeling van het werk van ondergeschikten bij een belangrijke controlecliënt, gevoelig zijn voor overschrijding van controlebudgetten en dit laten meewegen in de prestatiebeoordeling van ondergeschikten. Ook zijn managers in deze situatie geneigd de ondergeschikten te verzoeken minder uren te rapporteren dan werkelijk gemaakt.

  • Agoglia, C.P., Hatfield, R.C., & Lambert, T.A. (2015). Audit team time reporting: An agency theory perspective. Accounting, Organizations and Society, 44 (July): 1-14

Credit rating versus jaarrekening

Wat is belangrijker om de kans op een lening te vergroten: een goede credit rating of een jaarrekening op basis van het baten-en-lasten-stelsel (accruals)? Onderzoekers hebben dit geanalyseerd in het mkb-segment in de Verenigde Staten. De resultaten suggereren dat een goede credit rating belangrijker is om een lening te verkrijgen dan een jaarrekening op basis van accruals. Echter, de berekende rente is lager in geval van toepassing van het accrualstelsel.

  • Cassar, G.,  Ittner, C.D., & Cavalluzzo, K.S. (2015). Alternative information sources and information asymmetry reduction: Evidence from small business debt. Journal of Accounting and Economics, 59(2-3): 242-263

Materialiteitsbepaling

In welke mate wordt de materialiteit op gelijke wijze bepaald tussen de grote accountantskantoren in de Verenigde Staten? Volgens de onderzoekers is de bepaling van zowel de kwantitatieve als kwalitatief materialiteit grotendeels consistent tussen de kantoren. Er zijn wel verschillen tussen de kantoren betreffende de omgang met mogelijk ongedetecteerde onjuistheden.

  • Eilifsen, A., & Messier jr., W.F. (2015). Materiality guidance of the major public accounting firms. Auditing: A Journal of Practice & Theory, 34 (2): 3-26

Belastingontwijking en corporate governance

In hoeverre kan een goede corporate governance (een te grote mate van) belastingontwijking voorkomen? Uit dit onderzoek blijkt geen algemene relatie tussen de kwaliteit van corporate governance en de mate van belastingontwijking. De onderzoekers stellen echter dat er enige positieve effecten zijn van de onafhankelijkheid van de bestuursleden en extreme niveaus van belastingontwijking.

  • Armstrong, C.S., Blouin, J.L., Jagolinzer, A.D., & Larcker, D.F. (2015) Corporate governance, incentives, and tax avoidance. Journal of Accounting and Economics, 60(1): 1-17

Jaarverslagenonderzoek

Het decembernummer van het Maandblad voor Accountancy en Bedrijfseconomie staat in het teken van jaarverslagenonderzoek: 'Het jaar 2014 verslagen'. Op 15 december wordt bij de NBA te Amsterdam het eerste exemplaar van dit onderzoek uitgereikt aan Hans de Boer (voorzitter VNO-NCW). Het themanummer bestaat uit vijf artikelen.

De laatste jaren is er veel aandacht voor de effectiviteit van de gegevensverstrekking in de toelichting (disclosures) en voor materialiteit. Meer disclosures is niet altijd beter. Tegen de achtergrond van het disclosure initiative van de International Accounting Standards Board onderzoeken Camfferman en Marra de verslaggeving over op aandelen gebaseerde beloningen op basis van IFRS 2, omdat dit vaak wordt genoemd als voorbeeld van te omvangrijke en/of niet-functionele informatieverstrekking in de toelichting. Zij onderzoeken de jaarrekeningen van een groep beursgenoteerde ondernemingen uit vier Europese landen, waaronder Nederland. Zij concluderen dat IFRS 2-disclosures vaak erg omvangrijk zijn in verhouding tot het belang van de onderliggende post in het geheel van de jaarrekening. Dat kan erop wijzen dat de toelichtingsvereisten van IFRS 2 soms meer mechanisch dan welbewust worden toegepast. De auteurs laten aan de hand van voorbeelden van best practice zien dat sommige ondernemingen er in zijn geslaagd om hun toelichting een doordachte opbouw te geven, wat de leesbaarheid ten goede komt. Dit artikel geeft richting bij het maken van meer doordachte keuzes omtrent de inhoud en de structuur van disclosures over op aandelen gebaseerde beloningen en kan als aanzet dienen voor bezinning op effectieve toelichting bij andere verslaggevingsonderwerpen.

De Heer, Backhuijs en Ter Hoeven geven op basis van een onderzoek van jaarrekeningen van de 72 grootste Nederlandse beursgenoteerde ondernemingen inzicht in de hoogte van de effectieve belastingdruk en de factoren die het verschil tussen de effectieve belastingdruk en het toepasselijke tarief bepalen. De auteurs concluderen dat vooral het gebruik van belastingfaciliteiten en de voorwaartse verliescompensatie hebben geleid tot een gemiddelde effectieve belastingdruk van twintig procent. Over onzekere fiscale posities wordt beperkt informatie gegeven, misschien omdat ondernemingen hun positie jegens de fiscus niet willen schaden. De auteurs concluderen dat de omvang van de belastinglasten in de winst-en-verliesrekening veel onzekerheden kent; hiermee moet rekening worden gehouden bij het oordelen over de aanvaardbaarheid van de effectieve belastingdruk.

De Feijter en Van der Tas behandelen de invloed van de invoering van IFRS 11 Joint Arrangements bij 75 Europese beursgenoteerde ondernemingen uit de FT Europe 500. Het overgrote deel van de joint arrangements wordt geclassificeerd als joint ventures: dan wordt op de balans slechts het aandeel in het netto-actief/passief en in de winst-en-verliesrekening alleen het aandeel in het resultaat van joint ventures verantwoord. Bij ondernemingen in sectoren die voorheen dit type deelnemingen proportioneel hebben geconsolideerd heeft de implementatie van IFRS 11 hierdoor geleid tot een significante balansverkorting en vermindering van gerapporteerde omzet. Volgens de auteurs biedt de informatieverschaffing in de toelichting ruimte voor verbetering.

Blommaert en Kamp gaan in op de consolidatieproblematiek en met name de effecten van de invoering van IFRS 10 Consolidated Financial Statements en IFRS 12 Disclosure of Interests in Other Entities in de jaarrekening van vijftig Nederlandse beursgenoteerde ondernemingen. De implementatie van de nieuwe regelgeving heeft geen of slechts beperkte invloed op de samenstelling van de consolidatiekring en het gerapporteerde vermogen en resultaat. De auteurs oordelen dat de informatie in de toelichting over de interne structuur, de minderheidsbelangen en de overwegingen om vast te stellen of er sprake is van overheersende zeggenschap, doorgaans beperkt is. Ook zien zij ruimte voor verbetering voor wat betreft de informatieverstrekking over de risico’s rondom niet-geconsolideerde gestructureerde entiteiten.

Hurks, Langendijk en Nandram doen verslag van een onderzoek naar de kwaliteit van de geïntegreerde verslaggeving van 38 ondernemingen, dat wil zeggen in hoeverre zij voldoen aan de eisen uit het International Integrated Reporting Framework (<IR> Framework) ten aanzien van de fundamentele beginselen (fundamental concepts), leidraden (guiding principles) en informatie-elementen (content elements). De in het onderzoek betrokken ondernemingen zijn geselecteerd uit de deelnemers aan het pilotprogramma van de International Integrated Reporting Council (IIRC). Het betreft dus een wereldwijde selectie van ondernemingen die zich actief bezighouden met geïntegreerde verslaggeving en daardoor als voorbeeld kunnen dienen voor andere ondernemingen. Deze ondernemingen zijn op de goede weg, maar er valt nog veel te verbeteren.

  • Vergoossen, R.G.A. (2015). Het jaar 2014 verslagen. Onderzoek jaarverslagen;
  • Camfferman, C., & Marra, T.A. (2015). Op aandelen gebaseerde beloningen: een voorbeeld van problematische disclosure?;
  • Heer, P.G. de, Backhuijs, J.B., & Hoeven, R.L. ter (2015). Belastingen over de winst van in Nederland genoteerde ondernemingen;
  • Feijter, R. de, & Tas, L.G. van der (2015). Invloed invoering IFRS 11 Joint Arrangements;
  • Blommaert, J.M.J., & Kamp, B. (2015). Consolidatie, macht en veranderlijke opbrengsten;
  • Hurks, P.F.M., Langendijk, H.P.A.J., & Nandram, P.K. (2015). How do current public Integrated Reports align with the <IR> Framework?

Maandblad voor Accountancy en Bedrijfseconomie, 89(12), 456-532

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.