Geert Dekker

Na tientallen jaren bij een grotere accountantsorganisatie te hebben gewerkt, zette Albert Prins in 2011 een kantoor onder eigen naam op. Ook al beschikt hij over langdurige ervaring in het controleveld, een controlevergunning vroeg hij niet aan. "Dat heeft niet veel zin voor een praktijk van deze omvang." De toetsing door de Raad van Toezicht, standaard voor nieuwe kantoren, vond begin dit jaar plaats. "Een gezonde spanning maakt zich dan toch van je meester. Uiteraard ben je zelf van mening dat je je werk goed doet, maar het is toch prettig als dat met een toetsing wordt bevestigd." 

Dossiervorming

Die bevestiging kwam ook, met daarbij, als opvallend element, een opmerking over Prins' attitude ten opzichte van dossiervorming. "Men merkte op dat ik, ook als een dossier al op orde is, altijd blijf zoeken naar punten van verbetering. Dat klopt ook, ik ben niet snel tevreden. Je moet natuurlijk oppassen dat je niet tot in lengte van dagen blijft schaven, maar ik geloof wel in permanente evaluatie, om het zo maar te noemen. Als ik een afgerond dossier nog eens goed bekijk, dan zie ik altijd wel punten waarvan ik denk: dit of dat zou ik volgend jaar nog kunnen toevoegen."

Systematisch werken

Is die 'hang naar perfectie' dan de belangrijkste drijvende factor voor het leveren van kwaliteit? "Het wordt in ieder geval eenvoudiger als je persoonlijke kenmerken aansluiten bij beroepseisen", vindt Prins. "Zo heb ik geen enkel probleem met systematisch werken, integendeel, systematisch werken geeft mij het vertrouwen dat ik goed ben gedocumenteerd. Dat vind ik bijzonder prettig, met name als ik met een klant in gesprek ga. In discussies wil je alle onderliggende informatie die mogelijk relevant is bij de hand hebben. Dat is efficiënt. En ja, dan krijg je wel eens de vraag of er niet 'een kopietje te veel' in het dossier zit. Maar ik hou er domweg van om volledig te zijn."

Daarnaast refereert Prins aan de ervaring die hij heeft opgebouwd bij de grotere organisatie waar hij eerst werkte. "Daar was dit vanzelfsprekend. Natuurlijk waren daar ook mensen die het anders deden, maar deze manier van werken is mij met de paplepel ingegoten, al vanaf het moment dat ik na mijn middelbare school met de NIVRA-opleiding begon."

Service-organisatie

Tot slot wijst Prins op het onmiskenbare belang van aansluiting bij een accountantsserviceorganisatie. "Voor een klein kantoor beschouw ik dat als een absolute kwaliteitsvoorwaarde. Vaktechniek en procedures zijn dan binnen handbereik, net zoals alle mogelijkheden in het kader van de PE-plicht. PE is te vaak nog een sluitpost, zie ik om me heen. Het wordt niet voldoende serieus genomen en dat kan ook een verklaring zijn voor tekortschietende kwaliteit. Wie zichzelf niet op de hoogte stelt van de ontwikkelingen in zijn vak - iets wat volgens mij elke professional zou moeten doen - dan mis je ook de boot ten aanzien van wet- en regelgeving en de eisen die aan jouw werk worden gesteld."

Getoetst

In de interviewserie 'Getoetst' praat de komende tijd elke twee weken een accountant over zijn ervaringen met de toetsing (door de AFM of de Raad voor Toezicht van de NBA) en over aspecten van kwaliteit die een belangrijke rol spelen.

• Aflevering 5: 'Intern een kwaliteitsimpuls, extern niet'
• Aflevering 4: 'Blijf niet hangen in de standaard controleaanpak'
• Aflevering 3: 'Met het juiste DNA de lat steeds hoger leggen'
• Aflevering 2: 'Controlepraktijk bouw je niet in een jaar op'
• Aflevering 1: 'Spanning? Onmiddellijk adresseren'