Frauduleuze vennootschappen (1903)
Twijfels over het gewicht en de intenties van sommige bedrijfsbestuurders? Ook in 1903 waren die er. Evenals zorgen over internationale verschillen in zakencultuur.
"Neem vier of vijf personen, de een gedecoreerd, indien mogelijk de overigen begiftigd met verschillende titels; zorgvuldig gekleed, een zekere flux de parole, snor en baard wel verzorgd en met mooie relaties. Doe er een concessie, een patent of het één of ander, dat handelswaarde bezit bij, twee of drie kapitalisten, eenige bankjes van 1000, een tafel met een groen kleed, overdekt met papieren. Geef wat gemeenplaatsen ten beste, schrijf een blaadje papier vol en... er is een naamloze vennootschap opgericht."
Aldus een passage in het artikel 'De zaak Humbert en de Accountancy' in het eerste nummer van het nieuwe vakblad 'Accountancy' van 1 januari 1903. Met in de redactie illustere namen als Limperg en Volmer. En een hoofdredacteur met de onvergetelijke Elsschot-naam W. Kreukniet.
'Accountancy' nam de tekst over uit een Franse bron ('Rappel'), naar aanleiding van de aldaar spelende "verwonderlijke zaak Humbert", die de "gebreken die de wet op de naamloze vennootschappen aankleven" volgens de redactie weer eens duidelijk in het oog deed springen.
Humbert & Co ontfutselde argeloze beleggers miljoenen, met valse beloften over hoge rendementen. Het was bepaald niet de enige frauduleuze naamloze vennootschap in die tijd, al benadrukte de redactie dat er ook integere waren. In elk geval moesten de fraudegevoelige gaten in die rechtsvorm nodig worden gedicht.
Van de commissarissen en aandeelhouders verwachtte men niet veel heil: "...hoeveel algemeene vergaderingen van aandeelhouders zijn er niet, die sterke overeenkomst vertoonen met een toneelvoorstelling; immers, alles is vooraf geregeld".
'Accountancy' citeerde daarom dankbaar "den maatregel waarvan in de eerste plaats heil verwacht mag worden: 'de contrôle'." En natuurlijk vooral ook de gewenste wettelijke verplichting daartoe.
Zouden accountants nog steeds zulke harde taal afdrukken over hun potentiële clientèle? Limperg & Co keken niet zo nauw. Hoewel, een voorbehoud was er wel, getuige een voetnoot: "Denk er aan, wij zijn in Frankrijk".
En: "Ofschoon uitsluitend fransche toestanden worden geschetst, hebben wij gemeend, dat het ook voor ons land leerzaam is, al kan gelukkig worden geconstateerd, dat te onzent de toestanden veel beter zijn dan de geschetste."
Of was dat laatste vooral uit beleefdheid?
Gerelateerd
'Accountant als speelruimteadviseur' (1992)
De rol van de accountant ligt onder vuur en velen refereren daarbij aan de kredietcrisis, corporaties of gedoe rond hoofdkantoren. De iets ouderen grijpen terug...
Der arbeidsbeurs alle heil! (1915)
Het NIvA richtte in 1915 ten behoeve van leden en assistenten een 'arbeidsbeurs’ op. Doel: het bijeenbrengen van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt voor accountants.
Spanje schaft kantoorroulatie af (1995)
De grote Nederlandse accountantskantoren maken zich op voor een stoelendans vanwege de verplichte kantoorroulatie bij organisaties van openbaar belang (oob’s) per...
Humor in De Accountant (2)
Eerder verhaalden we in Oud Nieuws over de rubriek 'Varia’, waarin de redactie van De Accountant het zich veroorloofde regelmatig humoristische stukjes op te nemen....
Hoeveel kost een accountantsrapport?
In 1916 ontvingen diverse leden van het NIVA een schrijven van de Gedeputeerde Staten van Overijssel.