Het beroep in België (1923)
Het tijdschrift 'Accountancy', de door Limperg geleide tegenhanger van 'de Accountant', keek in het eerste kwart van de twintigste eeuw regelmatig naar het accountantsberoep over de grens.
Dat beroep kon in de ogen van de redactie meestal niet tippen aan dat in de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Nederland. Zo ook bij onze zuiderburen.
Het accountantberoep genoot nog weinig bekendheid in België. Alleen 'handelslui' die er in het buitenland kennis mee hadden gemaakt wisten de diensten van de accountant op waarde te schatten. "Zelfs deze enkelen schenken hun vertrouwen in hoofdzaak aan buitenlandsche accountants", aldus J.J.M.H. Nijst in het artikel 'Accountancy in België' in het januarinummer van 1923.
Er waren wel een paar 'bekwame en betrouwbare elementen onder de Belgische experts', maar die werkten meestal bij bedrijven en niet als openbaar accountant. En dat terwijl er in het geïndustrialiseerde land zeker ruimte was voor openbare accountants. Maar het gebrek aan experts met voldoende kennis verhinderde dat bedrijven accountants inhuurden.
Maar volgens Nijst was er ook nog een psychologische reden dat het niet wilde vlotten met het accountantsberoep in België. "Hierbij komt nog dat de Belgen uiteraard niet van contrôle gediend zijn."
Dat iedereen zich expert comptable mocht noemen hielp ook niet echt mee. Bovendien ging van de Belgische wet op de naamloze vennootschappen ook geen stimulerende werking uit.
Deze rechtspersoon was in België wat anders georganiseerd dan in Nederland. Onze commissarissen waren in België ‘les Administrateurs' en hadden de eigenlijke macht in handen. Daarnaast werden één of enkele Commissaires benoemd, die de balans moesten controleren.
"Deze procedure is meestal een wassen neus en het is algemeen bekend, dat de 'Commissarissen' zich van hun gemakkelijken plicht dikwijls nog slechts oppervlakkig kwijten. De commissarissen zijn meestal familieleden van de administrateurs of ook wel gesalarieerde boekhouders aan de maatschappij verbonden."
Het was wettelijk wel toegestaan een expert comptable in te huren, maar dat gebeurde zelden, "tengevolge der middelmatige kennis van het meerendeel der Belgische accountants".
Dat bood echter wel marktkansen voor accountants uit het buitenland. Britse en Nederlandse kantoren boden hun diensten aan "vooreerst onder de buitenlandsche belangen in dit land gevestigd, en verder ook onder de Belgen die goede accountantsdiensten leerden apprecieeren".
"Ook enkele Hollandsche accountants-firma's controleeren Nederlandsche succursalen en belangen. Dit brengt natuurlijk voor den cliënt hoogere kosten mee, waartegen hij klaarblijkelijk niet opziet, hetgeen wel een bewijs is voor de superioriteit van den buitenlandsche accountant."
Gerelateerd
'Accountant als speelruimteadviseur' (1992)
De rol van de accountant ligt onder vuur en velen refereren daarbij aan de kredietcrisis, corporaties of gedoe rond hoofdkantoren. De iets ouderen grijpen terug...
Der arbeidsbeurs alle heil! (1915)
Het NIvA richtte in 1915 ten behoeve van leden en assistenten een 'arbeidsbeurs’ op. Doel: het bijeenbrengen van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt voor accountants.
Spanje schaft kantoorroulatie af (1995)
De grote Nederlandse accountantskantoren maken zich op voor een stoelendans vanwege de verplichte kantoorroulatie bij organisaties van openbaar belang (oob’s) per...
Humor in De Accountant (2)
Eerder verhaalden we in Oud Nieuws over de rubriek 'Varia’, waarin de redactie van De Accountant het zich veroorloofde regelmatig humoristische stukjes op te nemen....
Hoeveel kost een accountantsrapport?
In 1916 ontvingen diverse leden van het NIVA een schrijven van de Gedeputeerde Staten van Overijssel.