'Problemen arbeidsmarkt voor vrouwen zitten niet aan de top'
Het aantal voltijdswerkende vrouwen is in de afgelopen decennia nauwelijks gestegen en bij laag- en middelbaaropgeleide vrouwen zelfs gedaald. Beleidsdebatten moeten niet alleen maar gaan over de positie van vrouwen aan de top; de grootste problemen zitten juist aan de basis.
Dat betoogt Barbara Baarsma, directievoorzitter Rabobank Amsterdam, in een opinie in het Financieele Dagblad. Onlangs publiceerde het CBS een bericht dat meer dan de helft van de werkenden momenteel voltijds werkt. Volgens het CBS zijn vrouwen relatief meer fulltime gaan werken en mannen juist minder. Vorig jaar draaide 27 procent van de werkende vrouwen een volledige werkweek, terwijl dat drie jaar geleden nog 25 procent was. De groep fulltime werkende mannen is gekrompen van 74 naar 72 procent. Het CBS bestempelt een werkweek van 35 uur of meer als fulltime.
Volgens Baarsma laat de dataset achter het nieuwsbericht echter een "zorgelijke ontwikkeling" zien. Wanneer gekeken wordt naar alle vrouwen die werken dan is het aandeel voltijdswerkende vrouwen bijna niet gestegen, van 26,4 procent in 2003 naar 26,6 procent in 2019. De gemiddelde werkweek nam toe van 25 naar 26 uur.
Baarsma: "Maar wie dieper in de data duikt, ziet dat alleen vrouwelijke zelfstandigen vaker voltijds zijn gaan werken. Dat aandeel steeg tussen 2003 en 2019 van 34,2 naar 40,5 procent, een toename van ruim 6 procentpunt. Hoe anders is het beeld voor vrouwelijke werknemers! Zij gingen niet vaker maar juist minder vaak voltijds werken: van 25,5 naar 24,5 procent. Dit ondanks het feit dat de conjuncturele omstandigheden om (meer) te werken in 2019 beter zijn dan in 2003. Hoe dieper we in de data duiken, hoe schrijnender het beeld. Laagopgeleide vrouwen zijn bijna 4,5 procentpunt minder vaak voltijds gaan werken sinds 2003 (van 18,2 naar 13,8 procent). De achteruitgang is voor middelbaaropgeleide vrouwen zelfs nog groter. Werkte in 2003 25,3 procent nog voltijds, dat was in 2019 nog maar 20,6 procent. Een afname van bijna 5 procentpunt."
Volgens Baarsma komt dit niet genoeg naar voren in beleidsdebatten. "Waarom gaat het in beleidsdebatten steeds over de positie van vrouwen aan de top? Het is duidelijk dat de grootse problemen juist aan de basis zitten. Vrouwen die afhankelijk zijn van een meerverdienende (ex)partner of sociale zekerheid zijn kwetsbaar. Daar waar het probleem bij vrouwen op weg naar de top heel overzichtelijk is, geldt dat niet voor de problemen van vrouwelijke werknemers op de andere niveaus in een organisatie."
Baarsma meent dan ook dat een vrouwenquotum, waar momenteel een Kamermeerderheid voor is, niet gaat werken zolang vrouwen niet op grotere schaal voltijds willen werken. "Stop met oeverloos gepraat over quota. Dat leidt alleen maar af van effectief beleid gericht op de kwetsbare positie van veel middelbaar en laagopgeleide vrouwen op de arbeidsmarkt", aldus Baarsma.
Gerelateerd

Vitamine A: Diversiteit, inclusie en het DNA van Deloitte
In de nieuwste aflevering van Vitamine A gaat host Sven Budding in gesprek met Mariëtte Los, chief human resources officer (CHRO) bij Deloitte Nederland. Zij is...

Is de emancipatie nu 'af'?
Marjan Heemskerk vraagt zich af of Internationale Vrouwendag nog steeds nodig is.

Strijdbare stemming op Internationale Vrouwendag NBA: 'Choose your battles'
De wereld heeft behoefte aan change agents. Vrouwen, maar ook mannen, die als rolmodel kunnen fungeren en anderen inspireren om inclusie en diversiteit verder te...

Meer bedrijven geven openheid over man-vrouwverhouding in top
Ruim vierduizend Nederlandse bedrijven hebben afgelopen jaar gerapporteerd over de man-vrouwverhouding in de top en subtop van hun bedrijf. Dat zijn er ruim duizend...

Loonkloof in mkb neemt af, inkomen van mannen nog wel hoger
Het modale salaris van mannen bedroeg in januari 2025 € 3.736,52 per maand. Bij vrouwen ligt dit op € 3.433,48 per maand, een verschil van 8,1 procent. Begin 2024...