Juriste: aantal schadeclaims valt mee
Het loopt zo'n vaart niet met de schadeclaims tegen big four-kantoren wegens tekortkomingen bij de wettelijke controle. Dat schrijft juriste Annelies Brink-van der Meer in haar proefschrift over accountantsaansprakelijkheid bij wettelijke controles.
Lex van Almelo
"Wat mij is opgevallen, is dat het allemaal niet zo’n vaart loopt met de schikkingen en claims bij de big four", schrijft Brink-van der Meer, die op 23 januari jongstleden promoveerde. Van 2012 tot en met 2017 heeft zij negen schikkingen met betrekking tot zes verschillende cliënten geteld. Eind 2017 stonden volgens de juriste nog acht claims 'open', die betrekking hadden op zeven verschillende cliënten. Marcel Pheijffer kwam kort geleden op basis van een actuelere telling ook tot de conclusie dat de claimrisico’s bij de big four-kantoren gering zijn.
Risico’s maximeren
Brink-van der Meer vindt dat de wetgever de aansprakelijkheid van accountants tegenover hun opdrachtgevers terecht niet heeft beperkt. De wet- en regelgeving geven accountants voldoende mogelijkheden om de aansprakelijkheidsrisico’s te beperken. Bij de aansprakelijkheid tegenover derden – zoals aandeelhouders, geldschieters en leveranciers van de controlecliënt – is het claimrisico groter en de schade vaak ook. Op dit moment ziet Brink-van der Meer echter geen aanleiding om deze aansprakelijkheid wettelijk te beperken.
Wet en rechtspraak werpen nu voldoende barrières op tegen claims van derden. Als wet en rechtspraak echter zouden veranderen in het nadeel van de accountant, dan is er volgens Brink-van der Meer wel "een gegronde reden" om de aansprakelijkheid tegenover derden te beperken, "mede gezien de bijzondere positie van de accountant ten opzichte van andere gereglementeerde beroepsbeoefenaren". De juriste denkt daarbij aan een cap van "vijf tot tien keer de vergoeding die het kantoor ontvangt voor het uitvoeren van de controle".
In het algemeen is een gegronde klacht bij de tuchtrechter slechts "incidenteel" een succesvolle opstap naar een civiele claim. Bij accountants sluit de civiele rechter zich echter vaker aan bij het oordeel van de tuchtrechter. De civiele rechter moet een afwijking van het tuchtrechtelijke oordeel namelijk goed uitleggen, maar heeft mogelijk zelf onvoldoende deskundigheid om vast te stellen of de accountant is opgetreden als "een redelijk bekwaam en een redelijk handelend vakgenoot".
Verwachtingskloof
Hoewel er weinig claims zijn, is er "veel maatschappelijke onrust", met name door de verwachtingskloof. Die kloof wordt volgens Brink-van der Meer slechts voor een zeer klein deel veroorzaakt door ontoereikende prestaties. De verwachtingskloof kan in haar ogen het best worden gedicht door de maatschappelijke verwachtingen te temperen. Verder zou de accountant meer informatie kunnen geven over eventuele problemen die hij tegenkwam bij zijn onderzoek. Ook zou hij zich vaker moeten uitspreken over de kwaliteit van de grondslagen voor de waardering en resultaatbepaling, leemten in de interne beheersing en fraude en andere onregelmatigheden. Met de controleverklaring 'nieuwe stijl' is een eerste aanzet hiervoor gedaan.
De prestatiekloof dichten met nieuwe wet- en regelgeving helpt niet als het maatschappelijk verkeer daardoor weer meer van de accountant gaat verwachten. In de ogen van de juriste was het beter geweest om in de Uitvoeringswet richtlijn jaarrekening duidelijk te maken dat de wettelijke controle geen absolute zekerheid biedt.
Probleem AFM
Brink-van der Meer vindt dat de AFM de verwachtingskloof vergroot met haar "dwingende" en formalistische handhavingsstijl en het bespelen van de media. De toezichthouder zou zich juist moeten richten op het verkleinen van de kloof en moeten kiezen voor een samenwerkende en faciliterende handhavingsstijl. Daar heeft de AFM zelf ook belang bij, want zoals eerder in het FD werd gesteld: "een toezichthouder die tien jaar toezicht houdt zonder dat er meetbare verbetering optreedt, heeft zelf ook een probleem".
Binnenkort verschijnt een interview met Annelies Brink-van der Meer op accountant.nl.
Gerelateerd

NBA: aansprakelijkheidsverzekering accountants voldoet niet altijd
De NBA en het Verbond van Verzekeraars vragen aandacht voor de dekking van zogenoemde 'in- en uitlooprisico's' bij beroepsaansprakelijkheidsverzekeringen voor accountants.

Curator China Medical eist 830 miljoen euro van KPMG
De curator van het failliete biotechbedrijf China Medical uit China eist 830 miljoen euro van accountantskantoor KPMG, omdat KPMG grove fouten zou hebben gemaakt...

Beroepsfout EY leidde niet tot schade Koops Furness
EY is niet aansprakelijk voor de schade die twee aandeelhouders van het failliete autobedrijf Koops Furness hebben geleden. Dat de accountant van EY kort voor het...

Verzekeraar NN draait op voor fouten accountant Eurocommerce
Bijna tien jaar na het faillissement van Eurocommerce moet verzekeraar Nationale Nederlanden (NN) 9 miljoen euro betalen aan Rabobank, vanwege fouten die de bij...

KPMG aangeklaagd voor tekortschietende controle in Dubai
KPMG Lower Gulf, onderdeel van KPMG in de Golfregio, wordt aangeklaagd voor zijn rol in de ondergang van de investeerder Abraaj Group uit Dubai.